Dubbeltest: Audi Q6 e-tron vs Polestar 4 – Fossielerfgoed of een schone lei?

Audi heeft de verbrandingsmotor nog lang niet in het museum bijgezet, toch timmeren ze in Ingolstadt hard aan de weg met elektrische auto’s. Met de vorig jaar gepresenteerde Q6 e-tron en A6 e-tron heeft het merk inmiddels vijf verschillende EV’s in het gamma. Die Q6 e-tron en A6 e-tron zijn allebei gebaseerd op de samen met Porsche ontwikkelde schaalbare PPE-architectuur (Premium Platform Electric). Om een idee te krijgen hoe de Audi zich verhoudt tot de oprukkende Chinese concurrentie vergelijken we de Q6 e-tron hier met de Polestar 4. Deze Polestar is technisch overigens evenmin standalone. Hij staat op het SEA-platform (Sustainable Experience Architecture) van moederconcern Geely, en dat is tevens de basis voor bijvoorbeeld de Zeekr 001 en de Volvo EM90.

Verschuiving van hardware naar software

In de jaren dat Audi zich manmoedig opwerkte naar een plaatsje aan de bovenkant van de markt, kwam het vooral aan op de juiste hardware. Maar tegenwoordig zijn een verfijnd onderstel en een fraai afgewerkt interieur niet meer genoeg, dat geldt zowel voor nieuwkomers als voor gevestigde namen. Naast accutechniek en elektromotoren moeten juist de bits ene bytes op orde zijn om het verschil te maken; ADAS en multimediasystemen bepalen in belangrijke mate hoe we een auto beleven.

Wat doe kou met het verbruik?

In deze test hebben we beide auto’s als vierwielaandrijver, waardoor ze voluit door het leven gaan als Audi Q6 e-tron quattro en Polestar 4 Long Range Dual Motor. Hoewel de aanduiding Long range de indruk wekt dat je de Polestar ook met een kleinere accu kunt krijgen is dat niet het geval. Je hebt altijd een netto 94-kWh accupakket, ook wanneer je de Polestar 4 als achterwielaandrijver bestelt. Bij de Audi heb je in combinatie met vierwielaandrijver standaard een netto 94,9-kWh batterij. Alleen bij de achterwielaangedreven versie heeft Audi daarnaast nog een netto 75,8-kWh alternatief beschikbaar. Volgens opgave moet je met de Q6 e-tron quattro 561 km ver kunnen komen op een volle accu en met de 4 Longe range Dual motor zelfs 590 km.

Tijdens onze test hebben we die actieradii bij lange na niet gehaald. Bij beide auto’s moeten we al na 300 km uitkijken naar een laadpaal. Geëxtrapoleerd zouden we met de Audi al na slechts 344 km stranden met een lege accu en met de Polestar na 349 km. De eerlijkheid gebied te zeggen dat de thermometer gedurende onze testperiode maar net boven het vriespunt stond. Er ging dan ook de nodige energie op aan het verwarmen van het interieur. De grote accu’s zelf kwamen evenmin echt op temperatuur, op de boordcomputer zagen we die nimmer boven de 10 graden Celsius uitkomen. Hiermee moet je in de praktijk helaas rekening houden.

Laden doen allebei de auto’s aan de wisselstroompaal standaard met 11 kW. De gouden Polestar op deze pagina’s is voorzien van het Plus Pack (€3.000) en dat betekent dat je behalve extra’s als interieur- en exterieur-upgrades ook beschikt over 22 kW laadvermogen aan de wisselstroompaal. Audi biedt deze optie nog niet. Schrale troost: de meeste openbare laadpalen komen niet boven de 11 kW uit. Bij de snellader is de Audi de rappere van de twee met maximaal 270 kW DC tegen 200 kW DC, het draagt er toe bij dat je net iets eerder weer onderweg bent.

Audi Q6 e-tron en Polestar 4.

Spontane reactie op het stroompedaal

De twee motoren in de Polestar zijn met elkaar goed voor maxima van 544 pk en 686 Nm. Bij de Audi zijn de twee motoren in staat om samen 388 pk te leveren. Wat het maximale systeemkoppel is, dat geeft Audi niet op. De voorste motor piekt bij maximaal 275 Nm en de achterste bij 580 Nm. Maar Audi vindt het niet nodig de motoren gelijktijdig te laten pieken, afhankelijk van de rijomstandigheden wordt het aandrijfmoment naar behoefte over de voor- en achteras verdeeld. In de praktijk is de Polestar in elk geval de potentste van de twee, op alle acceleratie-onderdelen van onze test weet hij de Audi voor te blijven. Het zal je niet verbazen dat de reactie op het stroompedaal ook het spontaanste is. Wil je met een Audi in de buurt van de Polestar blijven, dan is er de SQ6 e-tron, maar die variant is met zijn 490 pk meteen aanzienlijk prijziger: €99.990.

Alles met één pedaal, of niet?

Bij een noodstop staan we met de Polestar net iets eerder stil dan met de Audi. De overgang tussen regeneratief en mechanisch remmen hebben ze bij Polestar eveneens keurig voor elkaar, al doen ze dat bij Audi nog net iets mooier. Het gaat wellicht om nuances, maar toch. Ook het regelen van de mate van regenereren vinden we prettiger in de Audi. En door de knop op de middentunnel van D naar B te bewegen heb je in de Q6 e-tron amper nog een rempedaal nodig. Is die B-stand je te gretig, dan kun je via de optionele flippers achter het stuur nog verschillende tussenstappen kiezen. Polestar geeft je minder keuzevrijheid. Via het multimediasysteem kun je One Pedal Drive in- en uitschakelen, meer niet. Overigens hoef je voor dat in- en uitschakelen niet diep de menu’s in, je kunt het als snelkeuzetoets permanent in beeld houden, dat dan weer wel.

Polestar 4 en Audi Q6 e-tron.

Weinig of nog minder gevoel?

Ten opzichte van de Audi’s met een verbrandingsmotor vóór de vooras is de gewichtsverdeling bij de Q6 e-tron een stap vooruit. Uiteraard doet hier ook het accupakket laag tussen wielen een duit in het zakje. De afstemming van de luchtvering (onderdeel van een optiepakket) en de schokdempers is echter nogal gemoedelijk, hoewel de blauwe auto in deze test is voorzien van een tegen meerprijs verkrijgbaar S-sportonderstel. Het is vooral comfortabel, maar ook enigszins afstandelijk. Dat geldt eveneens voor de besturing. De Polestar laat je in een snel genomen bocht absoluut niet zomaar aan je lot over, maar het laat wel een gevoelsarme indruk achter. Zijn stuurinrichting is de communicatievere van de twee. Sowieso hebben we bij de Polestar meer het gevoel dat we bij het rijden worden betrokken, zonder dat het ook maar een moment oncomfortabel aanvoelt. Zelfs wanneer we de actieve schokdempers in de sportieve modus zetten horen we de passagiers niet klagen. Op dit vlak heeft nieuwkomer Polestar zijn zaakjes net iets beter voor elkaar dan het gevestigde Audi. De Zweeds-Chinese hardware deugt.

Audi Q6 e-tron.

Polestar 4.

Is ADAS het doel voorbij geschoten?

Aan de software-kant zijn de rollen juist omgedraaid, en dan met name die van de ADAS-hulpvoorzieningen. Bij de Audi durven we gerust het stuur uit handen te geven. De rijbaanassistent en de adaptieve cruise control zorgen dat de Q6 e-tron keurig uit de buurt blijft van de wegbelijning en andere verkeersdeelnemers.

Daarnaast wordt navigatie-informatie gebruikt om waar nodig, bijvoorbeeld voor een bocht, de snelheid even terug te schroeven. Het is niet allemaal standaard, maar werkt mooi uitgekristalliseerd. Ook bij Polestar moet je voor een aantal systemen bijbetalen, al twijfelen we of we dat wel willen voor onderdelen als Pilot Assist en Lane Change Assist. Soms breekt hij baanwisselacties zonder aanwijsbare reden zomaar af. Daarnaast hebben we verschillende malen meegemaakt dat de auto niet binnen de strepen gehouden wordt (bijvoorbeeld in flauwe bochten) of te dicht bij de streep blijft hangen. Dat is best vervelend als er op de baan naast je een grote vrachtauto rijdt. Verder geeft het een onprettig gevoel wanneer de elektronica ons onterecht meent te moeten corrigeren als we zelf in control menen te zijn. Daarnaast valt ook aan de cruisecontrol nog het nodige te verbeteren. Zo mindert de cruisecontrol zo nu en dan spontaan vaart of wil hij onze Polestar niet altijd meteen terug op tempo brengen nadat bijvoorbeeld de tragere auto voor ons is uitgevoegd. Het draagt er met elkaar toe bij dat we de systemen vaak liever uitgeschakeld laten. Bovendien: in hoeverre kunnen we vertrouwen op wat ons elektronisch vangnet zou moeten doen? Hier hebben ze bij Polestar duidelijk nog wat huiswerk te doen.

Een leesbril voor de digitale binnenspiegel

Audi levert de Q6 e-tron in twee carrosserievarianten: met een conventionele SUV koets of met een schuin aflopende achterkant die door het leven gaat als Sportback. Het verschil tussen beide verschijningsvormen zit hem, dankzij de al dan niet aflopende daklijn, vooral in de hoofdruimte achterin. De Polestar 4 is er alleen als vijfdeurs fastback, vergelijkbaar met de Q6 Sportback, meer keuze is er niet. Om de regels omtrent zicht en de minimale afmetingen van achterruiten te omzeilen hebben ze bij de Polestar in al hun wijsheid besloten de 4 maar helemaal geen achterruit te geven. Een binnenspiegel heeft op deze manier geen zin. Vandaar dat de Polestar voorzien is van een digitale variant. Die zit echter zo dichtbij je dat je bijna een leesbril nodig hebt om het beeld scherp te zien. Het kost te veel tijd om te focussen als je in druk verkeer of bij manoeuvreren even snel in de ‘spiegel’ wilt kijken.

Audi Q6 e-tron.

Polestar 4.

Wie maakt het logischere infotainmentsysteem?

Als achterpassagier heb je achter in de Polestar over beenruimte weinig te klagen, dat is er meer dan achter in de Audi. De Q6 e-tron heeft daar daarentegen meer hoofdruimte. Bestuurder en bijrijder hebben in beide auto’s meer dan genoeg ruimte en over het zitcomfort niets te klagen. Audi en Polestar hebben voor de interieurinrichting een eigen stijl. Als het gaat om afwerking en materiaalgebruik doen beide merken daarentegen weinig voor elkaar onder.

Anders is het met de bediening. Audi geeft de Q6 e-tron gelukkig nog een aantal fysieke knoppen mee, terwijl Polestar dat in de 4 helaas tot een uiterst minimum heeft beperkt. Bovendien werkt de bediening op het stuur in de Audi prettiger dan in de Polestar. Bij die laatste moet je vaak kijken wat je met je duimen aan het doen bent, dat kan de bedoeling niet zijn. Audi doet het eveneens net iets beter met zijn multimediasysteem. Dat is weliswaar geen ijkpunt voor de rest van de auto-industrie, maar het is wel logischer opgezet dan dat van de Polestar.

Audi Q6 e-tron.

Polestar 4.

Keuzevrijheid heeft een prijs

De Polestar 4 is er in één uitvoeringsniveau en heeft met vierwielaandrijving een vanafprijs van €67.800. Audi geeft je bij de Q6 e-tron de keuze uit drie uitrustingsvarianten, waarbij de goedkoopste 4x4 een basisprijs heeft van €77.990 en de duurste in de lijst staat voor €85.990. Bovenop die drie uitvoeringsvarianten biedt Audi ook meer mogelijkheden om je Q6 e-tron naar eigen inzicht aan te kleden en op te tuigen. Polestar houdt het wat dat betreft net even overzichtelijker, zonder dat je daarmee iets te kort hoeft te komen.

In de bijgevoegde pdf die je als ingelogde gebruiker kunt downloaden lees je dit verhaal opgemaakt als pagina's uit ons magazine, en belangrijker: alle gegevens en metingen staan erbij! Ook de ingevulde scorekaart maken het inloggen en downloaden meer dan waard!