DS 3 Crossback E-Tense vs. MINI Electric - Vergelijkende Test
Elektrische emotie
106 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Bij elektrische auto’s spelen de hoofdvragen zich nog altijd af rondom de thema’s prijs en actieradius. Toch zijn er inmiddels ook EV’s die hun prioriteiten elders leggen, zoals de DS 3 Crossback E-Tense en de Mini Electric. Welke is de beste keuze als er best wat budget is en de auto vooral ook een beetje leuk moet zijn?
Het gaat te ver om te stellen dat alle EV’s puur met de rekenmachine worden gekozen, maar feit is wel dat er meer dan bij andere auto’s naar de cijfertjes wordt gekeken. Daar is ook alle reden toe, want elektrische auto’s zitten nog altijd in de ontwikkelingsfase en dat betekent dat de verschillen groot zijn. Waar je nog maar een paar jaar geleden blij moest zijn met een bereik van 150 km en daar een stevig bedrag voor moest neertellen, zijn er inmiddels aardig wat auto’s te koop die voor een schappelijk bedrag een theoretisch bereik van meer dan 400 km bieden. Dat in de EV-wereld alles onder de halve ton als schappelijk wordt beschouwd, is voorlopig nog even een feit, maar getuige de verkoopcijfers zijn de betere EV’s van het moment in elk geval voor de zakelijke koper doorgaans goed bereikbaar.
De auto’s die op deze pagina’s schitteren, hebben van alle EV’s misschien nog wel de beste papieren om juist particuliere kopers aan te spreken. Dat begint al met het uiterlijk vertoon, dat bij deze auto’s een uitzonderlijk grote rol speelt. Het koetswerk van de DS 3 Crossback weet zich zelfs in het drukbevolkte segment van de compacte SUV’s duidelijk te onderscheiden en zit vol bijzondere details. Zomaar wat voorbeelden: de matrix-ledkoplampen met paarse (!) accenten en opvallende uitlopers, elektrisch uitklappende handgrepen, het krokodillenleer-achtige profiel op dak en buitenspiegels en de van de oorspronkelijke Citroën DS3 geleende ‘haaienvin’ ter hoogte van de B-stijl. Het is allemaal even eigenwijs.
Tegelijkertijd is de E-Tense nauwelijks te onderscheiden van een reguliere DS 3 Crossback. Zo mocht de grote grille blijven, en doordat de laadpoort zich schuilhoudt achter de tankklep, blijven alleen de ontbrekende uitlaat en de typeplaatjes over als hints naar de aandrijflijn. Hoewel: er is ook een blauwe led achter de binnenspiegel, die bij PSA-producten aangeeft dat de betreffende auto volledig elektrisch door het verkeer gaat.
LUCHTHAPPER
De Mini Electric werd gepresenteerd met opvallende gele accenten en asymmetrische wielen, maar ons testexemplaar bewijst dat het ook anders kan. In een klassiek groenwitte kleurstelling en voorzien van gangbaarder lichtmetaal is het in de eerste plaats gewoon een Mini, ook al zijn de forse E-logo’s net zo min te missen als het grijs gelakte paneel dat de plek van de grille inneemt. Ook de luchthapper daarboven is dichtgemaakt. Het ding is overbodig, maar omdat Mini de Electric als een Cooper S beschouwt, vond men het toch nodig dit ‘gat’ toe te voegen. Met 184 pk is Mini’s eerste EV iets minder krachtig dan een reguliere Cooper S, maar met een 0-100-tijd van dik zeven seconden is de auto zeker vlot. Bovendien is-ie met een instapprijs van € 34.900 iets voordeliger dan een benzine-S, en dat hebben we nog niet eerder gezien bij elektrische modellen.
De DS volgt op dit vlak een wat traditionelere weg, want de DS 3 Crossback is als elektrische E-Tense dik vijf mille duurder dan een vergelijkbare benzineversie. Kostbaarder dan de Mini is-ie trouwens ook, waarbij het verschil bij de instapversies 8,5 mille bedraagt en bij de hier geteste topversies nog altijd zo’n € 7.000. Voor dat geld biedt DS natuurlijk wel een grotere en aanzienlijk praktischer auto, die wat carrosserievorm betreft een regelrechte concurrent is van de Mini Countryman. Behalve een dankzij achterdeuren veel beter bereikbare achterbank biedt de DS ook een 139 liter groter bagageruim. Toch is het belangrijk om de 3 Crossback niet als ruimtewonder te zien. Zelfs voor een kleine SUV is de auto ronduit krap. Volwassenen kunnen de achterbank bij de DS beter mijden. Het bankje in de Mini is helemaal een noodvoorziening.
SPORTIEVE AMBITIES
De sportieve ambities van Mini zijn het merk DS over het algemeen vreemd, en deze 3 Crossback is daarop geen uitzondering. De E-Tense deelt zijn platform en volledige aandrijflijn met de elektrische versies van de Peugeots 208 en 2008 en de Opel Corsa; hij beschikt ook over 136 pk. Toch heeft de auto een serieuze troef achter de hand, en dat is het accupakket. Met 50 tegen 32,6 kWh kan de Franse auto fors meer energie kwijt dan zijn Britse tegenstrever. Een aanzienlijk beter theoretisch bereik is het logische gevolg: de DS komt volgens de WLTP-testcyclus 320 km ver, terwijl de Mini al na 234 km helemaal leeg moet zijn. Dat is in het hedendaagse EVlandschap toch wat teleurstellend.
Bovendien gaat snelladen bij DS met maximaal 100 kW, terwijl de Mini het op 50 kW houdt. Op papier heeft de DS daarmee al een forse voorsprong, maar in de praktijk blijkt het verschil minder groot dan de cijfers doen vermoeden. De Mini is zeker geen stroomlijnwonder, maar blijkt vooral op de snelweg wel fors efficiënter te zijn dan zijn Franse opponent. Bij snelheden van maximaal 100 km/h – dat is nu immers de standaard – blijkt het met de Mini goed haalbaar om in de buurt te komen van de fabrieksopgave, terwijl de DS met zo’n 240 km praktijkbereik niet in de buurt komt van de theorie. Omdat de Mini simpelweg minder stroom nodig heeft, valt ook het verschil in snellaadtijd wel mee. Bij 50 kW kan de Mini-accu in 36 minuten van compleet leeg naar 80 procent worden geladen, terwijl DS voor datzelfde kunstje ongeveer 30 minuten nodig heeft.
PRET-HATCH
Grote verschillen zijn er wel als het gaat om het rijgedrag. De Mini is niet alleen op papier sneller, maar voelt ook in de praktijk veel feller aan. Het is zeker geen Tesla, maar de bekende duw in de rug waar elektrische auto’s om bekendstaan, is hier toch echt aanwezig. De DS geeft dat gevoel veel minder en lijkt zijn vermogen wat meer geleidelijk af te geven. De auto is vooral lekker vlot, en dat past erg goed bij zijn karakter. De Crossback bleek al eerder een opvallend comfortabele auto te zijn en daar levert hij in elektrische vorm zeker niet op in. De soepele, stille aandrijflijn dringt het toch al lage geluidsniveau aan boord nog verder terug en het onderstel weet oneffenheden ook bij deze 300 kg zwaardere variant keurig glad te strijken. De lichte, maar toch niet afstandelijke besturing past uitstekend in het plaatje. Mede door het kleinere accupakket heeft de Mini een geringere gewichtshandicap van 165 kg. Dat resulteert bij erg snel genomen bochten in banden die wat eerder beginnen te kermen dan bij een benzine-Cooper S, maar verder levert de Britse pret-hatch nagenoeg niets van zijn leuke karakter in. De razend directe, vrij zware besturing zorgt samen met het stevige, communicatieve onderstel voor een erg leuke rijervaring, waarbij het niet eens echt hard hoeft te gaan om lol te hebben. Tegelijkertijd is de auto minder comfortabel dan zijn tegenstrever, die voor een lange snelwegrit in elk opzicht de betere keuze is.
Ook vanbinnen is de Electric een echte Mini. De sterk rechtopstaande voorruit levert een uniek uitzicht op en de zitpositie achter het dikke stuurwiel is subliem. De van andere Mini’s bekende retro-vormen komen ook hier gewoon terug. Het drukke dashboard moet net je smaak zijn, kwalitatief is het van een zeer hoog niveau. Vorm is hier en daar nadrukkelijk voor functie gegaan, maar toch vinden we snel onze weg. Het infotainment is vergelijkbaar met wat moedermerk BMW aanbiedt en dus van zeer hoog niveau. Het centrale touchscreen ziet er gelikt uit, kent een doordachte indeling en laat zich ook via de bekende draaiknop tussen de stoelen bedienen, wat in de praktijk al snel volledig op de tast kan. Een tweede scherm, met daarop onder meer een snelheidsmeter en rij-informatie, prijkt op de stuurkolom. Wat vormgeving en indeling betreft valt hier niets te kiezen, maar dankzij een uitgebreide boordcomputer en een slimme splitscreen-functie van het centrale scherm komen de cijferfreaks hier toch aan hun trekken.
Ook de DS heeft een compact digitaal instrumentarium. Hier is het mogelijk om t otaaloverzichten van verbruik en bereik te krijgen, al toont de auto helaas nooit het exacte batterijpercentage. Wat bediening betreft zijn alle PSA-producten gelijk. Dat betekent dat het centrale touchscreen ook hier wat traag reageert, wat in een prijzige en hoogwaardige DS nog wat storender is dan in de meer alledaagse modellen. Ook de menustructuur is hier en daar ondoorgrondelijk. Wel is het breedbeeldscherm lekker groot en staat het mooi onder handbereik. DS mocht bovendien zijn eigen sausje over de vormgeving gieten, zodat de digitale omgeving naadloos aansluit op het interieur.
AFWIJKEND EN OPVALLEND
Het DS-binnenste is minstens zo afwijkend en opvallend als dat van de Mini. Net als aan de buitenkant zijn de DS-ontwerpers helemaal losgegaan op de details. Zo is de knoppenreeks onder het scherm gerangschikt in een opvallend ruitpatroon, dat naadloos overgaat in ventilatieroosters met dezelfde vorm. Dat ziet er mooi uit, maar het vinden van de juiste touch-knop kost in dit design-hoogstandje soms wel even tijd. Lager in de middensectie bevindt zich een wel erg handig geplaatste draadloze oplader voor je telefoon, omringd door bijzonder fraai vormgegeven raamknoppen die daar juist weer minder op hun plek zijn.
De toetsen voelen hoogwaardig aan en dat geldt in grote lijnen ook voor de rest van het binnenste, maar toch komt de DS wat fragieler over dan de Mini. Onze La Première-uitvoering heeft een bijna witte bekleding, die ook terugkomt op het dashboard en zelfs op het stuur. Het is één van de vele beschikbare opties, want via tal van ‘DS-inspiration’-pakketten is de aankleding van de auto volledig naar eigen hand te zetten. Dat was altijd het domein van Mini, maar de Electric-versie doet daar slechts in beperkte mate aan mee. Buiten vier ‘voorgeconfigureerde’ versies, de lakkleur en de wielen valt er weinig te kiezen. De hier geteste Yours is de duurste variant, die dan ook meteen is uitgerust met onder meer leer, een panoramadak, Harman Kardonaudio en sfeerverlichting. De € 42.900 die Mini voor deze uitvoering vraagt, is daarmee meteen het maximum. Bij DS zijn er op de reguliere prijslijst veel meer mogelijkheden om de auto te personaliseren en de prijs op te drijven. Er zijn drie uitrustingsniveaus, maar dan begint het pas. Een compleet afgeladen versie schurkt tegen de halve ton aan, maar voor de zakelijke rijder is er een Business-versie die netjes onder de huidige grens van het bijtellingsvoordeel blijft en toch goed in de spullen zit.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Oordeel
De DS is ruimer, praktischer en comfortabeler dan de Mini en hij komt (iets) verder op een acculading. Maar hij is ook fors duurder dan de Mini en dat is zijn grootste makke. Voor 45 à 50 mille zijn er tal van EV’s te koop die hem op alle genoemde punten riant verslaan. Bij DS en Mini zit de meerwaarde in andere, minder grijpbare zaken, en dat zien we bij de E-Tense niet genoeg terug om zijn prijs te rechtvaardigen. De Mini is voordeliger, rijdt leuker en voelt nog hoogwaardiger aan. Is dat gevoel dan zo belangrijk? Ja, in dit geval wel.
Lezersreacties (106) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.