BMW 745Le - Mercedes-Benz S 560 e - Vergelijkende Test

Eerder dit jaar heeft BMW de 7-serie een serieuze update gegeven, en die facelift is niet bepaald subtiel uitgevoerd: nog nooit waren de nieren in de grille zo groot. De reden? China! Meer dan 40 procent van de 7-series wordt in de Volksrepubliek verkocht en ze willen daar nu eenmaal graag auto’s met een indrukwekkend voorkomen als dat van een kathedraal. Vandaar. Maar ook onderhuids is de auto herzien. Voor de Nederlandse markt is het meest interessante wellicht de update van de plug-in hybride-variant. Die heeft niet langer een viercilinder, maar een zesin-lijn en ook de elektromotor is potenter geworden. Hiermee loopt de auto weer in de pas met de PHEV-versie van de Mercedes S-klasse, die al eerder een update kreeg.

De elektrificatie van dit soort auto’s komt overigens niet uit de lucht vallen. De autoindustrie staat in 2020 voor de schone taak de gemiddelde CO2-uitstoot van zijn in Europa nieuw verkochte auto’s terug te brengen van de nu nog maximaal toegestane 130 g/km naar onder de 95 g/km. Zonder elektromotoren is dat vrijwel onmogelijk. Met behulp van die elektromotoren komt zelfs bij de fullsize 7-serie en S-klasse de CO2-uitstoot in de buurt van de 50 g/km. In Nederland betekent dit dat het bpm-bedrag (dat CO2-afhankelijk is) voor deze grote jongens nog maar een fractie bedraagt van dat wat voor de conventioneel aangedreven versies wordt gerekend. Het maakt van de 745e met een vanafprijs van € 110.995 meteen de goedkoopste variant van BMW’s 7-serie en het maakt van de S560e (vanaf € 119.992) de op één na goedkoopste uitvoering van Mercedes’ S-klasse. Dat de 560 e niet de goedkoopste S is, komt doordat de PHEV er alleen met lange wielbasis is en de conventioneel aangedreven S 450 met zijn korte wielbasis ‘al’ voor € 119.323 in de prijslijst staat. BMW biedt de 745e overigens zowel met korte als met lange wielbasis aan. De adviesprijs voor de langere 745Le bedraagt € 117.291. En voor wie er prijs op stelt, is er trouwens ook nog een 745Le xDrive met vierwielaandrijving.

Om het verhaal zo zuiver mogelijk te houden, zetten we in deze vergelijking een achterwielaangedreven 745Le naast de S 560 e. Daarmee hebben we twee plug-in hybrides die acteren aan de absolute bovenkant van het automobiele spectrum.

FIRST CLASS

Mooie materialen, voorbeeldige afwerking, instappen in deze plug-ins is binnenkomen in een wereld van weelde en welbehagen. Voorzien van strak gelakt hout en superzacht leer toont de BMW zich een reiscocon waarin je je helemaal kunt afsluiten van de rest van de wereld. Bij de recente update is het multimediasysteem verder verbeterd. Keerzijde is echter dat de grote, helder afleesbare meters in het instrumentarium hebben plaatsgemaakt voor een digitaal display. Dat scherm is druk en niet het meest overzichtelijke. Wellicht leuk in een 1-serie, maar hier niet op zijn plek.

De juiste zitpositie vinden achter het stuur is geen enkel probleem en er is in alle richtingen meer dan genoeg ruimte. Dat laatste lijkt achterin ook het geval te zijn. Dankzij de lange wielbasis is er voor de achterpassagiers geen gebrek aan beenruimte. Met de twee fauteuils, de brede middenconsole, een opklaptafel, extra beeldschermen en een elektrisch uitklappende voetensteun van de optionele Executive Lounge heeft de 7 veel weg van een rijdende herensalon, maar … de hoofdruimte is net niet helemaal je van het. In een middenklasser zou je daar je schouders wellicht bij ophalen, maar hier, in een auto die toch is bedacht om mensen op de achterbank te vervoeren, kan dat niet!

VERFIJND SAMENSPEL

Dat hebben ze bij Mercedes beter begrepen, daar houd je (ook wanneer je wat langer bent) op de achterbank meer dan genoeg ruimte boven je hoofd over. Die achterbank is in de S560e op deze pagina’s overigens links en rechts volledig verstelbaar en net als BMW biedt ook Mercedes de optie om er twee business seats van te maken, het ‘First Class-achtercompartiment’, al dan niet tegen meerprijs voorzien van met leer beklede klaptafeltjes. De S op deze pagina’s is voorzien van net zulk zacht leer als in de BMW en van hout met een duidelijk voelbare nerf. En waar de afwerking bij de BMW al van erg hoog niveau is, krijgen we de indruk dat ze bij Mercedes op dat vlak toch nog net even iets meer hun best hebben gedaan. De verschillen zijn klein, maar het is wel waar het in deze klasse om draait.

De cockpit bestaat bij de S-klasse uit een grote glazen plaat waarop recht voor de bestuurder een duidelijk instrumentarium wordt geprojecteerd, met twee klokken die we bij BMW zo missen. Meer naar rechts biedt het glazen scherm ruimte aan het infotainmentsysteem dat qua snelheid en menustructuur bijna net zo prettig werkt als dat van BMW en met de micro-touchpads op het stuur eenvoudig is te bedienen.

De auto’s op deze pagina’s onderscheiden zich van de andere modellen in hun respectievelijke prijslijsten met hun aandrijflijn. In de 745e is de benzinemotor in de basis dezelfde 3,0-liter zescilinder die we ook kennen uit de 740i, alleen dan teruggeschroefd van 340 pk naar 296 pk. Samen met een 113 pk elektromotor zorgt die benzinemotor voor een gecombineerde piek van 394 pk en dat is meer dan genoeg om de grote BMW vlug op tempo te brengen, zeker in de sportieve modus. Mooi dat het rap kan. De aandrijflijn lijkt echter meer in zijn element wanneer er comfortabel wordt gecruiset. In de hybride modus werken de twee motoren keurig samen. Je hebt af en toe het instrumentarium nodig om te zien welke motor er aan het werk is. Dit is topklasse, waarbij de achttraps automaat keurig aansluit. Overigens kun je de aandrijflijn in meer modi zetten, zo kun je er ook voor kiezen om tijdens het rijden de accu niet aan te spreken (en elektriciteit te bewaren voor later, wanneer je bijvoorbeeld een parkeergarage inrijdt) of zelfs actief bij te laten laden. Maar doorgaans weet de elektronica zelf het beste wanneer welke motor op welk moment aan de bak moet om tot het meest efficiënte plaatje te komen.

Mercedes geeft de S 560 e ook een 3,0-liter zescilinder, alleen is dat niet zoals in de S 450 een lijnmotor, maar is dat de V6 die nog wordt gebruikt in de S Coupé. Die V6 heeft als voordeel dat hij korter is dan de lijnmotor en dat is natuurlijk handig als er een elektromotor aan de aandrijflijn moet worden toegevoegd. De V6 is in zijn eentje al goed voor maximaal 367 pk, de elektromotor voor 122 pk en samen pieken ze bij een overtuigende 476 pk. Samen met Mercedes’ negentraps automaat levert dat een wel zeer verfijnde aandrijflijn op. De S-klasse kent dezelfde rijmodi als de 7-serie, waarbij de techniek ook hier het meest tot zijn recht komt als je de elektronica zelf laat bepalen wanneer welke motor wat mag doen. Beide auto’s behoren op dit gebied tot de absolute top, maar er zijn wel verschillen: de overgangen van de ene naar de andere motor en de samenwerking met de automaat gaat bij de Mercedes nog net iets vloeiender dan bij de BMW.

Om geen appels met peren te vergelijken, hebben we de verbruikstest in tweeën gesplitst: een elektrisch gedeelte en een benzinedeel. Op een volle accu komen we met de BMW in de elektrische modus gemiddeld 34 km ver en bij de Mercedes springt de benzinemotor na 36 km aan. Groot is het verschil niet. Op benzine (of eigenlijk zijn de auto’s zonder bij te laden gewoon hybrides) is de BMW met 9,9 l/100 km net iets spaarzamer dan de Mercedes waarvoor we 11,0 l/100 km noteren. Even goed sta je met de BMW vaker bij de pomp, dat is het directe gevolg van de kleinere tank die de auto bij de hybridisering heeft meegekregen. Overigens vragen de accupakketten in deze auto’s wel ruimte en dat gaat ten koste van het laadvolume. De BMW kan nog maar 420 liter bagage meenemen (in de conventionele 7 gaat 515 liter) en in de S-klasse gaat nu slechts 395 liter in plaats van de gebruikelijke 510.

COMFORT VOOROP

Hun vermogen ten spijt zijn deze auto’s niet bedacht om ze sportief over een bochtig parcours te jagen. Om te beginnen hebben ze daarvoor hun gewicht tegen. Bij BMW lijken ze nog een geforceerde poging te hebben gedaan om het onderstel van de 745e in de Sport-stand wat stijver te maken, maar voor wie op zoek is naar een dynamisch reagerende auto hebben ze bij BMW – ondanks de achterwielbesturing van deze 7-serie – andere modellen in het gamma.

De S-klasse is in de dynamische modus weliswaar ook iets steviger, maar dat is niet meer dan een nuance. Het lijkt nimmer de intentie van Mercedes te zijn geweest om er iets sportiefs van te maken. Wat overigens niet betekent dat wanneer je de auto de sporen geeft, hij je aan je lot zal overlaten. Integendeel: de S 560 e kan uiterst stabiel en lekker koersvast de bocht om. Maar het blijft natuurlijk wel een ruim 2,2 ton wegende machine. Evengoed ervaren we in het Mercedes-onderstel meer rust dan bij de 100 kg lichtere BMW en dat maakt de S-klasse net even wat comfortabeler, zonder dat het vaag of zweverig wordt.

Assistentiesystemen dragen ook bij aan het comfort en daarin houden de fabrikanten elkaar een heel eind in evenwicht, al is Mercedes met zijn meest verfijnde rijassistentiepakket inclusief route-gebaseerde snelheidsaanpassing net iets verder; met de eerste stappen naar autonoom rijden weet de S-klasse zichzelf beter in de rijbaan te houden dan de BMW. Overigens kunnen assistentiesystemen ook net zo makkelijk worden ingedeeld bij het onderdeel veiligheid. Ook dan geven de fabrikanten elkaar maar weinig toe met zaken als preventieve beschermingsvoorzieningen.