BMW 730d-740d

Monumentaal

BMW 7-serie
AutoWeek 2002 week 37
AutoWeek 2002 week 37

Je leest het in AutoWeek 2002 week 37

BMW breidt het gamma van de nieuwe 7-serie in oktober uit met twee smakelijke turbodiesels: de 730d en de 740d. De Münchenaren hebben zich nogal wat moeite getroost om de Zeven met diesels uit te rusten die hun topmodel waardig zijn.

De krachtbronnen zijn derhalve niet gewoonweg van de vorige naar de nieuwe 7-serie overgeheveld. Voor de transplantatie is onder meer het common rail-brandstofsysteem gemodificeerd. En voor de vermogensdoorgifte naar de achterwielen tekent een automatische zesversnellingsbak.
De twee direct ingespoten turbodieselmotoren die de benzine-V8'en binnenkort gezelschap gaan houden, zijn een 3,0-liter zes in lijn en een 4,0-liter V8. Beide beschikken, net als hun voorlopers in de vorige Zeven, over directe common-rail-inspuiting. BMW heeft het systeem voor het huidige topmodel tegen het licht gehouden. De maximale druk op de common-railleiding is opgevoerd van 1.350 tot 1.600 bar en de wijze waarop de brandstof verneveld wordt, is volgens BMW verbeterd. De ingrepen resulteren in meer vermogen, een efficiënter dieselolieverbruik en een stillere motor. Andere modificaties betreffen het inlaattraject van de zespitter en de turbolader.
De zescilinder uit de 730d is het meest rigoureus onder handen genomen. BMW heeft de inhoud vergroot van 2,903 maar 2,998 liter. Alle ingrepen tezamen resulteren in een krachtbron die ten opzichte van het exemplaar dat 'ie aflost 25 pk meer vermogen levert. Het koppel stijgt door BMW's ingrepen met 70 Nm tot een imposante 500 Nm, maar komt wel bij hogere toerentallen vrij.
De achtpitter is op details veranderd. Het nieuwe common-railsysteem is de belangrijkste wijziging. Afgezet tegen de vorige V8 turbodiesel, heeft de nieuwe met 258 pk 13 pk meer vermogen te vergeven en 40 Nm meer trekkracht; nu een boomontwortelende 600 Nm. Ook de V8 ontwikkelt z'n maximale koppel bij hogere toerentallen dan z'n voorganger. Zowel de achtpitter als de zescilinder spreidt z'n trekkracht echter – net als z'n vermogen – over een breder toerengebied uit.

Wereldprimeur
De 730d en 740d bieden een ware wereldprimeur. Het zijn de eerste dieselende personenauto's waarbij de motor is gekoppeld aan een automatische zesversnellingsbak. De bak is een bekende uit de 735i en de 745i. Hij presteert ook in de turbodiesels uit de kunst. De automaat schakelt zijdezacht, je moet je er zelfs op concentreren om het moment van overschakelen te detecteren. Er is nauwelijks een schokje voelbaar. De aandrang om handmatig van verzet te wisselen met behulp van de knoppen op het stuur, is er eigenlijk nooit. Opschakelen doe je met knoppen aan de achterzijde van het stuurwiel en terugschakelen met exemplaren aan de voorzijde. Het klinkt niet alleen onlogisch, het handmatig schakelen verloopt in de praktijk ook onnatuurlijk. We zijn dan ook geen fan van BMW's uitwerking van het sequentieel schakelen in de Zeven.

Lichtgewicht
De zescilinder doet vrijwel fluisterstil z'n werk. Alleen fors optrekken doet 'm z'n keel opzetten. Dan ook hoor je in de verte een dieselreutel door de zescilinderschreeuw heen, die samensmelt met de hoge fluittoon van de turbo. Bij optrekken vanuit stilstand lijkt de Zeven even te twijfelen. De zes in lijn heeft tijd nodig om de spieren te spannen en de bijna twee ton wegende BMW in beweging te zetten. Maar eenmaal op gang is de zware Duitser niet meer te stuiten. Hij moet volgens de fabriek in slechts acht seconden naar 100 km/h kunnen sprinten en haalt dan door naar 235 km/h. De wijzer van de kilometerteller wijst dan overigens 240 aan, dus de afwijking van het instrument is minimaal. Opvallend is ook de rust waarin de BMW z'n grote stappen neemt. Je hebt niet in de gaten dat het onderstel ondertussen keihard aan het werk is. Het optionele EDC (Electronic Damper Control) past vering en demping continu aan de toestand van het wegdek aan en het Dynamic Drive-systeem gaat overhellen van de koets tegen en strijkt kronkelend asfalt glad. Vooral in combinatie met de beresterke V8 transformeren beide systemen de Beier van zwaargewicht tot lichtgewicht. Al deze slimme elektronica doet de werkelijkheid echter enigszins geweld aan. De Zeven voelt dan wel aan als een watervlugge metgezel, maar het blijft natuurlijk een zware jongen. Het kost dan ook nogal wat meters om de BMW een halt toe te roepen. Meer dan je door z'n rijeigenschappen verwacht. Al dat dooie gewicht wil behoorlijk doorzetten. Maar verreweg de meeste Zeven-rijders zullen de grenzen van hun bolide niet opzoeken - ze liggen trouwens ver weg. Die zullen louter genieten van de achtcilinderroffel en de monumentale auto die de 740d is.

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum