BMW 3-serie - Eerste rijtest

De thermometer geeft nog geen temperatuur in de dubbele cijfers aan als we om zeven uur ’s morgens in het zuiden van Portugal naar de parkeerplaats van het hotel wandelen. Toch belooft vandaag in alles een mooie dag te worden. Dat komt niet alleen doordat er een temperatuur van zo’n 18 graden is voorspeld, maar vooral doordat op die parkeerplaats een rij gloednieuwe BMW’s 3-serie op ons staat te wachten. Een bijzonder moment, omdat de 3-serie in veel opzichten belichaamt waar BMW voor staat: ‘Freude am Fahren’. Dat geldt misschien wel meer dan ooit voor de G20, zoals de zevende generatie intern heet.

Lange tijd had het merk het sportieve deel van het premium D-segment voor zichzelf. Mercedes richtte zich er niet op en hoewel Audi bij vlagen in de buurt kwam, overtrof het merk met de vier ringen nooit de inherente sportiviteit van BMW. De echte dreiging is echter niet uit Duitse hoek gekomen. De Jaguar XE en Alfa Romeo Giulia kwamen min of meer vanuit het niets om de sportieve hegemonie van BMW te doorbreken. Die situatie zijn de Duitsers geenszins van plan te tolereren, zoveel wordt snel duidelijk.

MESSCHERP

Er valt veel te vertellen over de nieuwe 3-serie, maar al die informatie leidt telkens terug naar dat ene, gemeenschappelijke beginpunt: dynamische rijeigenschappen. Met wat meer temperatuur in de lucht én in de sportieve Michelins blijkt daarvan geen woord gelogen. De nieuwe 3-serie is zonder meer één van de meest dynamische sportsedans aller tijden en is in dat opzicht een veel uitgesprokener auto dan zijn voorganger. Eén van de belangrijkste innovaties blijkt de komst van de lift-related dampers.

Kort gezegd gaat het hier om schokdempers met daarin twee zuigers, die in weerstand kunnen variëren. Rechtuit rijdend op glooiend wegdek mag de veer meer bewegen; wordt deze echter opeens met kracht ingedrukt, dan neemt de demper de touwtjes steviger in handen. In theorie: comfortabel als het kan, sportief als je dat wilt. In de praktijk komt vooral het laatste sterk naar voren, zeker in de 330i met volledige M Sport-aankleding die wij rijden. Naast een 10 mm lager sportonderstel heeft die versie grotere remmen en een elektronisch aangestuurd sperdifferentieel tussen de aangedreven achterwielen. Gecombineerd met de altijd aanwezige 50:50-gewichtsverdeling, de toegenomen spoorbreedte voor en achter, de afslankkuur van 55 kilo en het lagere zwaartepunt resulteert dit in een mes scherp rijdende auto. Onderstuur blijft bijna helemaal achterwege en áls het al voorkomt, valt dat met het gas op te lossen. Het sperdifferentieel graaft zich dan in en duwt de neus met overtuiging terug in de goede richting. Vooral de manier waarop het chassis dit alles kraakhelder aan je doorgeeft, maakt indruk. Vanaf de eerste meters voel je je helderziend en durf je alles uit de auto te halen wat erin zit.

DUIDELIJKE AFWEGING

Het onvermijdelijke offer komt in de vorm van minder comfort. Dankzij de hydraulische bumpstops wordt de 3-serie weliswaar niet stuiterig, daarvoor zit er ook in extreme situaties nog te veel raffinement in de demping. Maar elke oneffenheid voel je, van kuiltjes en kiezelsteentjes tot bij wijze van spreken een muntstuk onder het rubber. Het is een duidelijke afweging van BMW, die liefhebbers van sportieve auto’s zeker zullen waarderen. Dat laatste geldt in mindere mate voor de combinatie van de variabele besturing en de bijzonder dikke stuurwielrand. Die verhindert dat de besturing dezelfde hoeveelheid informatie doorgeeft als het onderstel en dat is jammer.

Zo valt er toch nog iets te klagen over het rijden … Het zal voor de meesten geen nieuws zijn dat de 330i niet beschikt over een zescilinder, maar over een 2,0-liter viercilinder benzinemotor met turbo. Een motor die, net als de standaard achttraps automaat, alomtegenwoordig is in het gamma van BMW. Niet erg, want dankzij 258 pk en vooral 400 Nm bij 1.550 tpm heeft deze motor meer dan voldoende kracht om de potentie van het chassis volledig te benutten. De 2,0-liter pakt gemakkelijk op, reageert spontaan op het gaspedaal en raakt bovenin niet volledig buiten adem. Hij klinkt alleen braver dan de cijfers doen vermoeden. Wat dat betreft heb je weinig reden om door te sparen; met de 184 pk en 300 Nm sterke 320i ben je waarschijnlijk ook al prima bedeeld – de motor is in principe hetzelfde, net als de automaat van ZF, die nog wat verder werd aangescherpt. De transmissie voelt goed aan wat je wilt, laat de motor op koppel zijn werk doen als dat kan en schakelt op de juiste momenten terug. Het gaat zo gemakkelijk, snel en soepel, dat het bijna saai wordt. Totdat de volgende bocht zich aandient.

GEAVANCEERDER

De 3-serie maakt de belofte van sportief rijplezier meer dan waar. Ook op andere vlakken heeft het model een stap gemaakt. Als eerste valt op dat het interieur aanzienlijk mooier oogt dan voorheen. Tegelijkertijd overstijgt het, zeker wat het digitale gedeelte aangaat, niet dat van de Mercedes C-klasse of Audi A4. En bij een toerenteller die tegen de klok in draait en die qua vorm niet rond, maar hoekig is, kun je vraagtekens zetten. Gelukkig maakt iDrive veel goed; het systeem behoudt z’n fysieke controller en dat maakt het bedienen van de vele functies tijdens het rijden veel gemakkelijker dan bij een touchscreen of mousepad het geval is. Eventueel biedt de 3-serie ook spraakondersteuning, waarmee je in het Duits of Engels redelijk natuurlijk tegen de auto kunt praten, waarna deze zo nodig tot actie overgaat. Foutloos werkt het nog niet, maar op dit gebied boekt BMW voldoende vooruitgang om gelijke tred te houden met het MBUX-systeem van Mercedes.

Ondanks de toegenomen buitenmaten wint de 3-serie nog altijd geen prijzen als het gaat om de ruimte op de achterbank. Voor iemand met een lengte van 1,80 m gaat het wel, maar de voeten zitten vrijwel klem onder de voorstoel en de dakhemel is nooit ver verwijderd van de schedel.

Nieuwe assistentiesystemen zijn onder meer een achteruitrijd-assistent, die de laatst afgelegde 50 meter automatisch in tegengestelde richting kan afleggen, en een systeem dat bij smalle rijstroken helpt, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Nieuw voor de 3-serie is bovendien laserverlichting, die tot zo’n 500 meter ver kan schijnen en die selectief de bundel dimt. Uiteraard zijn de meeste van deze systemen optioneel, net als de M Sport-uitrusting, de wielen, de lak en veel van de andere dingen die je op de foto’s ziet. Wel heeft elke 3-serie voortaan standaard ledverlichting, lichtmetaal en cruisecontrol, dus helemaal kaal is de auto niet. Voor het bedrag van € 52.638 dat de 330i kost, ben je waarschijnlijk nog niet klaar; in dat opzicht verandert er dus niet veel. Maar in veel andere opzichten wel. En dat vinden we helemaal niet erg.