Audi S5 Sportback vs. BMW 440i Gran Coupe - Dubbeltest

120 reacties

Video
AutoWeek 27 2017
AutoWeek 27 2017

Je leest het in AutoWeek 27 2017

Een eerste blik verraadt noch bij de Audi S5 Sportback, noch bij de BMW 440i dat er ruim bovengemiddelde potentie onder de motorkap huist. Alleen de kenner weet dat het hier gaat om iets zeldzaams: een zescilinder motor in een zeer fraaie koets.

Met een druk op de startknop wordt een driftig slingerende startmotor in gang gezet. Niet veel later slaat de 3,0-liter V6 van de nieuwe Audi S5 Sportback aan, op de voet gevolgd door de even grote zescilinder lijnmotor van de BMW 440i Gran Coupé. Even gaan er twee donkere roffels door de parkeergarage, waarna de twee motoren terugzakken naar een rustige stationaire loop. Twee voorbijgangers kijken even op, maar als de twee auto's voorbijrijden, zijn ze alweer bezig met andere zaken. Geen van beiden lijkt te beseffen dat er een gecombineerd vermogen van 680 pk voorbij komt. Misschien vormt dat wel één van de grootste aantrekkingspunten van deze kanonnen: hun relatieve anonimiteit. Alleen kenners weten dat ze hier met iets bijzonders van doen hebben. Tenminste, zolang het gaspedaal onaangeroerd blijft. Want zodra dat naar de bodem gaat, komt zelfs de grootste leek er al snel achter wat voor kracht er onder de ranke koetsen schuilgaat.

De nieuwe 3,0-liter V6 met enkele turbo van de S5 Sportback levert 354 pk, maar indrukwekkender is het maximumkoppel van 500 Nm dat tussen 1.370 en 4.500 toeren per minuut ter beschikking staat. Dat zorgt ervoor dat de Sportback met name in het middengebied buitengewoon snel is. Ondanks de enkele turbo komt die kracht bovendien beschikbaar zodra erom gevraagd wordt; turbovertraging kent de V6 amper en bovenin vlakt de vermogenskromme dankzij twinscroll-technologie amper af. Onder deellast gromt de motor bovendien mooi, zonder dat het overdreven kunstmatig klinkt. Sowieso toont de motor zich van z'n beste kant in het middengebied, waar geluid, vermogen en souplesse telkens opnieuw verbazen. Weinig motoren weten onder zo'n ruime spreiding van omstandigheden zo te overtuigen als deze Audi V6. Zoals bij meer recente modellen van het merk met de vier ringen zorgt de bekende achttraps volautomaat van ZF voor de overbrenging naar de wielen. Die automaat houdt zich normaal gesproken op de achtergrond en schakelt snel en soepel. Alleen bij echt sportief rijgedrag ontbreekt het aan het laatste restje scherpte. Vooral meerdere malen zelf terugschakelen brengt het mechaniek behoorlijk in verwarring. Maar soms valt ook op dat de bak zo fanatiek opschakelt dat de V6 ondanks z'n vroeg beschikbare koppel net niet in z'n ideale werkgebied zit. Net als de motor lijkt de transmissie het beste tot z'n recht te komen als het wel snel, maar niet vol gas gaat. Ondanks de S in z'n naam, toont de Audi zich meer een sportieve GT dan een raszuivere sportwagen.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Lezersreacties (120) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum