Audi Q2 vs. Opel Crossland X - Occasion Test

Volgens het rapport ‘Mobiliteit in cijfers auto’s 2021-2022’, dat wordt uitgegeven door de Bovag en de RAI Vereniging, is het segment waarin auto’s als de Audi Q2 en de Opel Crossland X vallen in de periode van 2015 tot en met 2022 meer dan verdubbeld in verkoop­aantallen. In diezelfde periode nam de verkoop in het Aen B-segment af en die van het C-segment halveerde zelfs. Het is een ontwikkeling die we terugzien in het straatbeeld, waar je succesnummers als de Renault Captur en Peugeot 2008 vaak ziet. En wat te denken van Toyota, dat vorig jaar de markt betrad met de Yaris Cross, die dit jaar als een raket doorknalde in de verkoopranglijst en hard op weg is naar de koppositie in zijn klasse. De Captur krijgt er een soort Japans broertje bij in de vorm van de nieuwe Mitsubishi ASX, een sterk staaltje rebadgen.

DUURDER DAN EEN A3 SPORTBACK

De occasionkoper heeft inmiddels ook ruim keuze en kan bijvoorbeeld al voor minder dan tien mille in een gebruikte Captur stappen. De heersende kritiek op het fenomeen SUV lijkt ons in het geval van dit formaat niet terecht. Als je bijvoorbeeld van een oude Ford Focus 1.6 overstapt naar een moderne, compacte SUV of cross-over met een zuinige turbomotor, ga je minder brandstof verbruiken. Bij de testauto’s schommelt het verbruik zo rond de 1 op 16 en dat is een keurige waarde.

De Audi Q2 is nu ruim zes jaar op de markt en onlangs heeft het merk te kennen gegeven dat er geen opvolger van komt, evenmin als van de A1. Kleine Audi’s zijn nooit een heel lang leven beschoren geweest, zo bewezen in het verleden de 50 en de revolutionaire A2. Met grotere modellen valt meer geld te verdienen, luidt het, hoewel we dat durven te betwijfelen. Ga maar na: al bij zijn introductie kostte een Q2 meer dan een A3 Sportback en dat is nu nog zo. Wil je een maatje kleiner dan de Q2 en toch de SUV-uitstraling, dan is er sinds 2019 nog de A1 Citycarver.

De instapversie van de Audi Q2 heeft de bekende 1.0 TFSI onder de kap, daarna komt een 1.4 en er is zelfs een tweeliter. Topversie is de SQ2 met 300 pk. Wil je een diesel, dan heb je de keuze uit een 1.6 TDI en een 2.0 TDI. In het geval van de tweelitermotor (benzine en diesel) heb je tevens vierwielaandrijving (quattro). Alle motorvarianten zijn geleverd met de automaat met dubbele koppeling, die bij Audi S-tronic heet. De 1.4 TFSI werd in 2019 vervangen door een 1,5-liter en sinds 2018 veranderden de typeaanduidingen in 30, 35 en 40, afhankelijk van het motorvermogen en nog immer door niemand echt begrepen. In 2020 kreeg de Q2 een facelift en als we kijken naar de huidige prijslijst, dan zien we dat de diesel uit het programma is genomen en dat je minimaal € 37.000 moet meebrengen om met een nieuwe Q2 weg te rijden.

Bij de Q2 valt of staat de uitstraling sterk met de kleur. In het zwart komt hij niet goed tot zijn recht. Zou het dak of de C-stijl een contrasterende tint hebben, dan was het allemaal iets vrolijker. Daarnaast zijn de wielkasten erg groot, in verhouding tot de wielen. In het interieur vallen de fraaie zetels op, die ook nog eens heel goed zitten. Het dashboard ziet er weliswaar wat sober uit, maar het is met oog voor detail ontworpen en opgetrokken uit mooie kunststofsoorten. De deurpanelen zijn echter van hard plastic, met uitzondering van het bovenste gedeelte. Het infotainmentsysteem bedien je met een grote draai-drukknop op de middentunnel, in combinatie met tuimelschakelaars en drukknopjes. Vlak voor de pook vind je een draaiknop voor het volume, en verder nog een op het multifunctionele stuur. De ruimte op de achterbank valt niet tegen en de kofferbak is met zijn inhoud van 405 liter best groot.

DRIECILINDER MET PIT

Weten de rijeigenschappen de hogere prijs te rechtvaardigen? Dat is deels subjectief, maar de Q2 doet volwassen aan en zijn driecilinder levert al snel lekker veel trekkracht en laat zich nooit nadrukkelijk horen. Het onderstelgeluid is ook goed gedempt. De vering is stevig, om al te veel overhellen te voorkomen. De besturing werkt met voldoende zwaarte en ook daardoor voelt deze Audi groter aan dan hij is. Schakelen gaat kinderlijk eenvoudig met het korte pookje. Alles bij elkaar is het een auto waarin je je snel op je gemak voelt, met een prettige en zuinige aandrijflijn.

De Crossland X is een wat vreemde eend in de Opel-bijt. Feitelijk was hij deels bedoeld als opvolger van de Meriva, die als MPV een stille dood stierf. Bovendien is de Crossland X de eerste Opel die samen met PSA is ontwikkeld, nog voordat de Fransen het Duitse concern volledig inlijfden. Dan was er ook nog de nauwelijks grotere, in Korea gebouwde Mokka, in 2020 opgevolgd door het huidige model. In dat jaar kreeg de Crossland X een nieuwe neus en verdween de X in de typenaam.

De benzinemotor is altijd een 1,2-liter driecilinder, dat houdt het overzichtelijk. Zonder turbo levert die 81 pk, met is dat 110 of 130 pk. De turboversies zijn er ook met automatische transmissie. De diesel was aanvankelijk een 1.6 met 100 pk. Vanaf 2018 is dat de nieuwe 1.5 met 102 of 120 pk en dat is de fijnste motor. Veel koppel, zuinig, vier cilinders en net als bij Audi uit de prijslijst verdwenen. Het enigszins MPVachtige karakter van de Crossland zit hem in de verschuifbare achterbank met verstelbare rugleuningen. Dat kan niet tippen aan het unieke Easyflex-systeem dat de Zafira en de Meriva als uniek kenmerk hadden. De Crossland gaat langzaam naar het einde van zijn levenscyclus en we verwachten niet dat er een opvolger komt. Althans, niet met een verbrandingsmotor. Een elektrische variant is wel aangekondigd.

Naast de zwarte Q2 knalt de felblauwe Opel er lekker uit, inclusief het witte dak. Een vrolijk type. Ook het dashboard is wat frivoler dan dat van de Audi en ziet er verzorgd uit. De schakelaars, knoppen en klokken: het is allemaal typisch Opel. Alleen de stand van de versnellingspook doet denken aan de Citroën C3 Aircross die we onlangs reden. In neutraal staat de pook opmerkelijk schuin voorover. Pas als je rijdt en schakelt, merk je dat dit niet zonder reden is. De zesbak schakelt met langere slagen dan die van de Audi en nogal gevoelloos. De motor laat de vrolijke driecilinderroffel horen; storen doet het nooit en op snelheid is hij lekker stil. In bochten helt de koets een beetje meer over en de besturing voelt minder zeker aan dan het systeem van de Q2. Helaas heeft deze Crossland niet de fijne AGR-zetel, wat niet wil zeggen dat het standaardmeubilair slecht is.

GEEN KALE UITVOERINGEN

De Franse wortels komen een beetje terug in de onderstelafstemming. Hobbels en kuilen absorbeert de Opel heel fatsoenlijk, wat bijdraagt aan het rijcomfort. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een Peugeot heeft de Opel nog veel fysieke knoppen en hoef je niet alles via het scherm te bedienen. Een ander pluspunt van dit infotainment­systeem is de mogelijkheid om je smartphone te koppelen en daarmee Apple CarPlay of Android Auto te kunnen gebruiken.

Kijken we naar het trekgewicht van de testauto’s, dan valt op dat de Opel slechts 840 kg op sleeptouw mag nemen, tegen een keurige 1.300 kg voor de Audi, wat best veel is voor een auto van dit formaat met een 999-cc driecilindertje. Aan de andere kant: de tijd dat je per se een dikke auto met een zware motor moest kopen om twee keer per jaar een caravan te trekken, is voorbij. Ook dat moeten de SUV-criticasters meenemen in hun betoog. Dat de Q2 van een premiummerk is, blijkt niet alleen uit de prijs, maar ook uit het feit dat je destijds voor veel extra’s moest bijbetalen. We zijn niet met de kaalste versie op pad, getuige de automatische klimaatregeling, de stoelverwarming en het navigatie­systeem. Hij staat op 17-inch wielen, die onder deze koets zelfs kleiner lijken.

De Crossland is een 120 jaar-edition. Het ontbreken van navigatie wordt volledig gecompenseerd door de mogelijkheid tot smartphone-integratie. Afgezien van de stoelverwarming en de automatische airco missen we niets ten opzichte van de Audi. Sterker: de Opel heeft zelfs rijstrook­waarschuwing. Bij de Euro NCAP-botsproef scoorden beide auto’s een keurige vijf sterren, naar de toenmalige norm.