Audi A6 allroad
Alleen voor de blits?
- Henny Hemmes
- Eerste rijtest
De auto-industrie moet een jaar of vier geleden wel wat verrast zijn geweest toen Subaru in Amerika onverwacht enorm succesvol was met de Outback. De komst van deze ruigere off-roadversie van de Legacy stationwagon betekende de opkomst van een nieuwe nichemarkt. Die van de recreatiewagons met vierwielaandrijving, waarin ook auto's vallen als de Honda CR-V/HR-V en de Volvo V70 XC.
't Was natuurlijk niet zo vreemd dat juist Subaru, de 4WD-specialist als 't om personenauto's gaat, met zo'n versie op de proppen kwam en er ook meteen goed mee scoorde. Maar op dit gebied is er nog zo'n merk met een schat aan ervaring: Audi. De Duitsers introduceerden precies 20 jaar geleden de quattro, een typenaam die vanaf dat moment gebruikt zou worden voor de aanduiding van modellen met vierwielaandrijving. En dat zijn er intussen legio, want elke derde nieuwe Audi is tegenwoordig een quattro.
Logisch dus, dat Audi in januari 1998 op de tentoonstelling van Detroit een concept car presenteerde die helemaal in het nieuwe segment paste: de allroad quattro. Het prototype viel in het Amerikaanse showcircuit meteen in de smaak en al in Detroit werd er door welingelichte bronnen gemeld dat de auto nog in 1999 in productie zou gaan. Dat is dus iets later geworden: in Genéve werd de produktieversie voorgesteld en intussen staat de allroad quattro al in de Nederlandse Audi-showrooms.
Compromis
In Detroit werd er destijds ook gefluisterd dat de assemblage van de allroad quattro zou plaats vinden bij Steyr Daimler Puch. Maar de inbreng van de Oostenrijkse specialisten op het gebied van multiwielaandrijving (denk aan hun 6WD Pinzgauer) is wat de allroad quattro betreft 'beperkt' gebleven tot de ontwikkeling van het onderstel. Op zich geen geringe opgave, want Audi stelde wél hoge eisen. Want de 'allroader' zou toch vooral moeten voldoen aan Audi's leus voorsprong door techniek. De nieuwe auto mocht geen compromis worden, zoals gauw gebeurt als zo'n versie zowel op het asfalt, als in het terrein zijn mannetje moet kunnen staan. Met andere woorden: de hoge bodemvrijheid, onontbeerlijk voor ruig terrein, met het daarbij behorende hoge zwaartepunt zijn nadelig voor het snellere bochtenwerk en de stabiliteit bij hoge snelheden. Terwijl een 'hoogpotige' contstructie eveneens negatieve invloed heeft op de luchtweerstand en als gevolg daarvan ook op het brandstofverbruik en het interieurgeluid. Andersom heeft een auto met een laag zwaartepunt geen kans in het terrein en is hij in bovendien oncomfortabel door de korte veeruitslagen.
Automatisch op hoogte
Het resultaat is een unieke vierstanden luchtvering, waarmee de bodemvrijheid 66 millimeter kan worden gevarieerd op vier niveaus. Daarbij zijn de voor- en achterwielen uitgerust met luchtveerpoten, die elk apart worden geregeld door een eigen hoogtesensor. De wagenhoogte blijft, ongeacht gewicht en verdeling van de lading, automatisch gehandhaafd door de geïntegreerde niveauregeling. Het laagste niveau (142 mm) van de allroad quattro is voor optimale rijkwaliteiten bij snelheden van 120 km/h en hoger. Het normale niveau, dat 25 mm hoger ligt, is met name geschikt voor snelheden tot 120 km/h op verharde wegen. Nog eens 25 mm meer bodemspeling geeft niveau 1, dat bedoeld is voor rijden in licht en zwaar terrein. Op die stand kan je tot 80 km/h rijden, daarboven wordt de auto automatisch op 'normaal' afgesteld. Nog eens 16 mm hoger - de bodemvrijheid bedraagt dan 208 mm - maakt van de allroad quattro een heuse terreinwagen.
Proef op de som
Onze eerste testritten met de nieuwe Audi waren indrukwekkend. Met zijn 180 pk sterke 2.5 V6 TDI-motor, waarmee tegenwoordig ook de A6 en A8 leverbaar zijn, reden we over de snelweg en een bergtraject naar onze bestemming. Op het asfalt waren we al onder de indruk van de rijkwaliteiten van de allroad quattro: snel, stevig, stabiel en met een bochtwegligging zoals je van een gewone Audi gewend bent.
Op de kronkelende ongeasfalteerde weg omhoog op de Hochwurzen, een deel wordt 's winters gebruikt als rodelbaan, zien we aan het lampje op het dashboard dat we op niveau 2 zitten. En als het echt moeilijk wordt - we moeten stoppen en een keer achteruit steken om een scherpe bocht te maken om vervolgens door een wel erg diep modderig spoor behoorlijk steil omhoog te rijden biedt niveau 1 uitkomst. Daarbij worden we ook nog eens geholpen door de extra Low Range-versnelling, die op handgeschakelde versies als optie leverbaar is. Het is in wezen een lage gearing, die de bestuurder helpt het koppel bij zeer lage snelheden goed te manoeuvreren. (De spreiding van de totale overbrengingsverhouding met de factor 1,54 is vergroot.) Low Range kan tot 30 km/h altijd met een toets op ht dashboard worden ingeschakeld, waarbij alleen de koppeling moet worden ingetrapt. Hij kan tot 50 km/h worden gebruikt, daarna klinkt een waarschuwingstoon. Vanaf 70 km/h wordt de motor elektronisch afgeremd.
Maar ook de allroad quattro heeft zijn beperkingen, zoals één van onze collega's ondervond. Op de nog 40 cm dikke, verijsde skipiste was het op met de grip. Maar wie wil er nu met een auto van bijna anderhalve ton de skipiste afzeilen?
M.....
De meeste kopers - in Nederland hoopt Audi op zo'n 150 - zullen toch 't meest op het asfalt te vinden zijn. Dat kan behalve met de 2.5 TDI ook nog met de beresterke 2.7 T, die wij op de terugweg naar het vliegveld nog hebben gereden. Wie de Audi allroad quattro koopt heeft naast een fijne rij-auto gewoon een 'aardig speeltje'. Eén met vooruitstrevende techniek, waarmee je de blits kunt maken bij buren en kennissen. Waarbij je kunt laten zien hoe de unieke vering ook met de hand bediend kan worden en waarmee je tijdens een rondje terrein absoluut een prima figuur slaat.
Zo'n auto uit het 'kan-veel-maar-gebruik-'t-weinig'-segment. Toch zal hij in ons land niet bepaald doorgaan voor een lichtzinnige aankoop. Daar zorgt zijn prijs, die begint bij f 122.750 voor de standaard 2.5 TDI wel voor.