Aston Martin V12 Vantage S Roadster

Theater van het sentiment

Aston Martin V12 Vantage S Roadster
Aston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S RoadsterAston Martin V12 Vantage S Roadster
AutoWeek 34 2015
AutoWeek 34 2015

Je leest het in AutoWeek 34 2015

Zijn scheppers noemen hem een 'noble savage'. Een gemanierde wildebras. Een robbertje stoeien met de Aston Martin V12 Vantage S Roadster bewijst: Gaydon heeft gelijk.

Ze behoren zonder enige twijfel tot de meest theatrale sportwagendetails van de laatste tien jaar. Vier prominente ventilatieopeningen in één motorkap, die als gebalde vuisten duidelijk maken dat er vandaag géén spelletjes gespeeld worden. Ze wekken de indruk dat het motorblok door het plaatwerk naar buiten dreigt te breken. Als een waarschuwend opgestoken vinger die elke provocatie in de kiem smoort, een stilistische vertaling van een meer dan serieuze boodschap aan nietsvermoedende uitdagers: 'Begin er maar niet aan, vriend! Dit is de snelste straatlegale Aston Martin die je kunt kopen.'

Vooruit, dat laatste klopt niet helemaal... Deze V12 Vantage S Roadster moet zijn gesloten broertje nog voor zich dulden. Die is daadwerkelijk de allersnelste, met een topsnelheid van 330 kilometer per uur en een nul-tot-honderd-tijd van 3,9 seconden. De Roadster is iets zwaarder dan de Coupé en gooit de handdoek in de ring bij 323 km/h terwijl de sprint twee tienden langer duurt. En goed, wie cijfermatig helemaal correct wil zijn: ook de 760 pk sterke en peperdure One-77 was sneller met z'n sprinttijd van 3,7 seconden en top van 354 kilometer per uur, maar aangezien die in gelimiteerde oplage werd gebouwd, telt Aston Martin die voor het gemak maar even niet mee. En waarom zouden ze ook? De V12 Vantage S mag dan bij lange na niet zo exclusief zijn, indrukwekkend is-ie zonder meer.

Dat geldt trouwens niet alleen voor de prestaties, ook de droge cijfers dwingen respect af in supercarkringen. Als S levert de V12 in de volle neus van de Vantage maar liefst 573 paardenkrachten in plaats van de 'standaard' 517, terwijl het koppel stijgt van 570 naar 620 Newtonmeter. Ondanks het feit dat de twaalfcilinder geen hulp krijgt van kunstmatige beademing via turbo's of compressors levert de immense machine al 510 Nm bij duizend toeren per minuut. Ofwel: waar andere sportievelingen zich al compleet in het zweet werken, is de V12 Vantage S nog niet eens van de bank af.

Noordzaak

Dat de brute gaten er niet louter voor de sier zitten, blijkt wel wanneer we de Vantage even stil zetten langs de weg om wat details te fotograferen. Na een stevig stukje sturen zet de Aston alles op alles om zijn zes liter cilinderinhoud adequaat te koelen: terwijl de ventilatoren met volle kracht tegen de radiateur blazen voelt de trillende lucht vlak boven de motorkap zo heet dat je er in no-time een huiskamer mee zou kunnen verwarmen. De technici hebben de 'gewone' Vantage flink moeten aanpakken om hem met de V12 uit te kunnen rusten, waarbij het fatsoenlijk afvoeren van de motorwarmte één van de grootste uitdagingen vormde. De openingen in de kap zijn – naast een meer opengewerkte grille met extra dun gaaswerk – dus meer dan alleen theater. Ze zijn pure noodzaak.

Op het stevige sturen gaan we verderop nog dieper in, eerst even terug naar onze eerste meters. Het vreemde aan deze Aston Martin is namelijk dat je z'n immense krachtpotentieel in eerste instantie aan vrijwel niets merkt. Zeker, hij komt heerlijk brullend tot leven zodra je de sleutel in het dashboard steekt en hij reageert bovengemiddeld soepel op het gaspedaal, maar explosief is de eerste indruk niet. Natuurlijk voel je dat de V12 totaal geen moeite hoeft te doen om de Vantage, een vernuftige combinatie van aluminium en koolstofvezel, vooruit te krijgen maar wat wil je met dit vermogen… Verrassender is dat de uitlaatroffel bij rustig rijden beheerst op de achtergrond blijft met dank aan een vlinderklep in het uitlaattraject en hoewel de nieuwe zeventraps Sportshift III halfautomaat een beetje klungelig schokkend van verzet naar verzet schakelt, gedraagt de Vantage zich eerder beheerst dan uitdagend.

De transmissie die Aston Martin voortaan in de V12 Vantage S legt is de reden dat ons 'gesprek' ook na de eerste kilometers nog niet echt lekker op gang komt. Voorheen kon je in de V12 aan de slag met een handgeschakelde versnellingsbak maar die heeft plaats gemaakt voor een lichter en compacter gerobotiseerd exemplaar die de auto naar verluidt efficiënter met brandstof laat omspringen. Helaas gedraagt de zevenbak zich niet altijd even geweldig: omdat de koppeling hydraulisch bediend wordt, duurt het nogal lang voordat de volgende versnelling is ingelegd. Aston kiest voor de Sportshift omdat hij enorme aandrijfkrachten aan kan maar hij doet ons een beetje denken aan de semi-automaat die Audi in de eerste versie van de R8 monteerde: de trage reacties van de software en het mechaniek zorgen ervoor dat je moet wennen aan z'n gedrag. Als 'vanouds' moet je je aanpassen aan de techniek en dat zijn we niet meer zo gewend in deze tijd vol bakken met dubbele koppelingen die bliksemsnel reageren zodra je een tik tegen de schakelflipper geeft. De bak in de V12 Vantage S neemt zijn tijd, en dat rijmt niet altijd even goed met het verfijnde karakter van de motor en het onderstel.

Kwestie van wringen

De souplesse die de Vantage van nature in zijn vezels heeft, kan je op het verkeerde been zetten. Z'n vering en demping zijn in beginsel soepel afgesteld, de besturing voelt stevig maar duidelijk bekrachtigd en de reacties van de auto voelen niet zo bijterig als je zou verwachten aan de hand van z'n cijfers. De ware aard van deze Brit ontdek je pas wanneer je hem gaat uitdagen. Of zeg maar gerust: uitwringen. De grens van deze Aston Martin ligt ver weg, maar hij confronteert je er pas mee wanneer jouw gedrag op milde mishandeling begint te lijken.

Neem de motor: de V12 presteert zo gemakkelijk dat je bijna zou vergeten dat hij pas écht in zijn element is zodra de toerentellernaald boven de 5.000 komt. Pas dan ontvouwt zich het volledige atmosferische genot van de twaalfcilinder, die bij het bovenste toerengebied verandert van een gewillige lobbes in een onvoorstelbaar gretig monster. Op die momenten hangt de S zó verslavend alert aan het gas, dat je elk stukje rechte weg aangrijpt als ideaal excuus om het pedaal opnieuw te vloeren. Het is dan wel zaak om de motor op toeren te houden en de juiste versnelling te selecteren, maar krijg die combinatie in de vingers en de Vantage V12 S bevredigt werkelijk al je zintuigen. Want ja, over de steeds feller klinkende twaalfcilinderbrul die tevoorschijn komt zodra de 'uitlaatklep' zich onder dwang opent, hebben we het nog niet eens gehad…

Ontdekking

Rijden in deze Vantage Roadster is dus een ontdekkingstocht. In eerste instantie ben je geneigd om te klagen over een gebrek aan communicatie met je billen en handen, maar naarmate je zogezegd meer laagjes van de Aston-ui af pelt, kom je steeds dichter bij z'n essentie. Het opgewaardeerde onderstel, voortaan voorzien van drievoudig instelbare adaptieve dempers, is daarbij van groot belang. In 'Normal' doet de Vantage vooral zijn best een goede gastheer te zijn, in 'Sport' duikt hij al beduidend minder in z'n veren en reageert de auto strakker op je input, maar selecteer 'Track' en je proeft het echte vinnige randje. De assistentiesystemen houden zich dan langer op de achtergrond, de bak gaat sneller schakelen – onder volle belasting heeft de semi-automaat juist wél de juiste bruutheid – en het onderstel staat nog minder veerweg toe. Die ingrediënten geven de V12 Vantage S een hardcore-factor die compleet haaks staat op de beheerste eerste meters.

Wie echt gaat trappen met deze Aston merkt bovendien hoe uitdagend zijn chassissetup daadwerkelijk is. De combinatie van de vlotte reagerende V12 en de relatief korte wielbasis maakt dat de Vantage heel speels te plaatsen en corrigeren is met het gaspedaal, maar ook vinnig reageert op het moment dat je onverhoopt een foutje maakt. Ga te veel van je gas en de neus trekt vrijwel meteen naar binnen, ga te bruut op je pedaal staan en de achterkant zal onrustig zoeken. Schakel je niet op het ideale moment? Dan straft de Vantage je af met z'n lompe gangwissels en kun je rekenen op een siddering van onbalans. Daag hem uit en de gentleman verandert in een vechtersbaas; speels, spannend, onverwacht ongepolijst.

En juist die ruwe randen, lichtelijk verscholen maar wel degelijk aanwezig, maken van deze Aston een aantrekkelijk aanstekelijke machine. Een auto ook die ons richting het afscheid lichtelijk melancholisch maakt. Want hoe lang bestaat dit soort brute kracht nog in autoland? Wanneer gaat er een streep door compacte sportwagens met kolossale twaalfcilinders? Hoe lang nog voordat ook dit uitbundige, atmosferische openluchttheater plaats moet maken voor turbostilte? En, misschien nog wel erger, motorkapgaten die er alleen maar voor de sier zitten…

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (18) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

Reactie verwijderen

Weet je het zeker dat je dit bericht wilt verwijderen?

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.

Praat verder op het forum