VriMiBolide: Aston Martin Vanquish

Aston Martin presenteerde deze week officieel de nieuwe Vanquish, die de DBS vervangt als vlaggenschip van het merk. Diezelfde DBS werd in 2007 juist weer gepresenteerd als de opvolger van de auto die we vandaag belichten en die ook Vanquish heet.

Op de North American International Auto Show van 1998 presenteerde Aston Martin de Project Vantage concept, maar het zou tot 2001 duren voordat die auto daadwerkelijk in productie ging als Vanquish. Qua styling vormde de Vanquish een brug tussen de oudere DB7 en diens uiteindelijke opvolger: de DB9. Onder de koets zat een zeer geavanceerd chassis gemaakt van een ultrasterke combinatie van aluminium en koolstof. Onder de lange motorkap lag een V12 die Aston Martin zelf 6.0 noemde, maar die met 5.935 cc eigenlijk een 5,9-liter was. Die leverde 456 pk en 540 Nm, waarmee de Grand Tourer in 4,3 seconden naar de 100 kon sprinten en 305 kilometer per uur haalde. Kritiek was er met name op de semi-automatische zesversnellingsbak, die volgens velen de complete auto naar beneden haalde.

Vanquish S
Met de introductie van de 476 pk sterke DB9 kwam de positie van de Vanquish als topmodel in gevaar. In 2004 werd daarom de Vanquish S op de markt gebracht. Naast grotere remmen, verbeterde wielophanging en een aerodynamische update werd de V12 daarbij onder handen genomen. Dankzij een iets grotere boring en slag kwam de S tot 521 pk en 576 Nm, waarmee de sprint voortaan in 4 seconden rond kon worden voltooid en de topsnelheid naar 328 km/h werd getild.

Als slotstuk werd de Vanquish S Ultimate Edition gebouwd. Gespoten in een toepasselijke nieuwe kleur: ' Ultimate Black' . Belangrijker was de knieval die Aston Martin maakte door de auto standaard te leveren met een handgeschakelde zesversnellingsbak. Bezitters van een Vanquish met semi-automaat konden bovendien alsnog de handbak laten inbouwen. Kosten voor de tranmissietransplantatie: 13.250 Pond.

Q-Branch had een aantal interessante opties voor de Vanquish