Seat moet Noord-Afrika veroveren
Algerijnse fabriek draagt stevig bij
Seat meldt dat het van Volkswagen de taak heeft gekregen om het beleid van de gehele Volkswagen Group in Noord-Afrika uit te stippelen en te ontdekken welke samenwerkingen met lokale partners er allemaal mogelijk zijn. Dat moet de activiteiten van het concern, en Seat in het bijzonder, in onder meer Marokko en Tunesië stevig uitbreiden. De plannen passen ook goed bij de globaliseringsstrategie van Seat, dat zich tot nu toe vooral op Europa concentreert.
Seat is al wel present in Noord-Afrika, maar wil daar stevig meer kopers gaan trekken. Op dit moment is vooral Renault grenzeloos populair in Marokko en Algerije, onder de eigen merknaam en die van Dacia. In Marokko worden Dacia's om die reden al gebouwd, terwijl de Fransen in Algerije een marktaandeel hebben van maar liefst 62,8 procent. De lijst van populairste modellen wordt daar aangevoerd door de Dacia Sandero Stepway en de Renault Symbol, feitelijk een Dacia Logan. In een poging iets van die populariteit af te snoepen, opende Volkswagen in 2017 al een fabriek in Relizane, 280 kilometer ten zuidwesten van Algiers. Behalve verschillende modellen van Volkswagen wordt daar ook de Seat Ibiza gemaakt. De keuze om daar een fabriek te openen, wordt onder meer gedicteerd door recent ingevoerde stevige importbeperkingen in Algerije, waardoor autofabrikanten bijna worden gedwongen om in het land te produceren. De fabriek werpt dan ook zijn vruchten af: Seat leverde van januari tot en met mei 10.700 auto's af, terwijl het in dezelfde periode vorig jaar niet verder kwam dan 1.000 exemplaren. Ook in Marokko en Tunesië mikken de Spanjaarden op een doorbraak.
Overigens is Seat niet het enige merk dat zijn zinnen heeft gezet op een groter marktaandeel in Noord-Afrika. Eerder werd duidelijk dat ook Opel stevig investeert in deze regio.