Pontiac Grand Prix (1990) - In het wild
Op weg naar de grote prijs
Op dezelfde wijze als hoe de Volkswagen Group en Stellantis hun modellen en platforms uitsmeren over diverse merken, deed General Motors dat al decennia eerder. De Amerikaanse fabrikant is heer en meester geweest in het voeren van een voor de Europese consument ondoorgrondelijk modellengamma. Vandaag op de planken van In het Wild: de compleet vergeten Pontiac Grand Prix, maar wel een die op weg is naar betere tijden.
Wie denkt dat een gigantisch merkenportfolio zoals Stellantis dat heeft iets van de huidige tijden is, die heeft het goed mis. General Motors heeft momenteel Chevrolet, Buick, GMC, Cadillac en Wuling in beheer, maar die lijst liep vroeger nog even door. General Motors had niet alleen het recentelijk aan Stellantis verkochte Opel in handen, maar ook merken als Hummer, Saab, Holden, Daewoo, Hummer, Saturn en op-en-top Amerikaanse afdelingen als Pontiac en Oldsmobile. Tot het begin van dit decennium werden in de Verenigde Staten talloze in de basis nagenoeg identieke modellen uitgesmeerd over Chevrolet, Buick, Cadillac, Oldsmobile en Pontiac, met een ondoorgrondelijk modellengamma tot gevolg. Te meer omdat General Motors ook lang voor zichzelf niet altijd een duidelijk onderscheid tussen de merken had.
Eind jaren tachtig zag General Motors zich genoodzaakt zijn merken van elkaar te differentiëren, want de verkopen liepen alles behalve van een leien dakje. Cadillac bleef zich met de topklasse bemoeien, Buick werd als toegankelijker luxemerk neergezet, Chevrolet werd het merk voor Jan en Alleman, Pontiac werd het merk voor de jongere en sportievere klant en Oldsmobile nestelde zich als op technologische verwennerij gerichte mengelmoes van Pontiac en Buick tussen die twee merken. De auto die vandaag op het podium van In het Wild staat, illustreert fraai hoe General Motors in de basis één auto in diverse merkvormen wist te gieten.

Buick Regal
Tot de jaren tachtig was het eerder regel dan uitzondering dat meerdere GM-merken dezelfde auto verkochten, auto's die hooguit wat afwerking, uitrusting en badges betreft van elkaar verschilden. Dat veranderde eind jaren tachtig, wat onder meer tot uiting kwam in de reeks middelgrote modellen die General Motors op het W-platform parkeerde. Dat waren auto's met stuk voor stuk een eigen carrosserie en dus een eigen identiteit. Het W-platform debuteerde in 1987 onder de vijfde generatie Pontiac Grand Prix, de vijfde generatie Oldsmobile Cutlass Supreme, de derde modelreeks Buick Regal en de eerste serie Chevrolet Lumina. De Lumina, die overigens pas in 1990 volgde, was er als twee- en vierdeurs sedan en gold als pretentieloze aanbieding. De als tweedeurs 'coupé' en vierdeurs sedan leverbare Regal had met zijn klassiekere en met chroomwerk gelardeerde exterieur de oudere meer vermogende consument in het vizier. De Oldsmobile Cutlass Supreme kreeg een futuristische 'high-tech' uitstraling en was er niet alleen als coupé en sedan, maar ook als cabriolet (foto 5). De Grand Prix van Pontiac profileerde zich als sportiever vormgegeven, jeugdiger model en kwam als vierdeurs sedan én als coupé. Helemaal een ver-van-je-bed-show is dit verhaal niet, de Buick Regal, Chevrolet Lumina en Pontiac Grand Prix kwamen namelijk ook naar Nederland!

Oldsmobile Cutlass Supreme
De Pontiac Grand Prix op deze foto's is een Coupé en stamt uit 1990, het eerste jaar waarin de auto werd geleverd. Pontiac had de Coupé-versie in Nederland slechts twee jaar op de menukaart staan, de sedanversie mocht mee tot 1994. De Grand Prix Coupé had in Nederland altijd een 3,1-liter V6, een lijzige maar koppelrijke krachtbron die een bescheiden 130 pk en 251 Nm via een viertraps automaat naar de voorwielen stuurde. Dat is dan ook de motor die in de neus van deze vlagele en in Delft gekiekte Grand Prix ligt. De Grand Prix wist daarmee een topsnelheid van 200 km/h te halen.

Chevrolet Lumina
Het exemplaar op de foto's begon zijn leven als grijze Grand Prix, maar draagt inmiddels een gele jas. Niet lang geleden stond dit exemplaar nog in de primer, het lijkt er dan ook op dat zijn huidige baasje aan een stevige opknapronde werkt. Dat is dan waarschijnlijk ook de verklaring voor de paar rauwe randjes en ontbrekende onderdelen die we op de auto zien of just missen. De Grand Prix is in Nederland inmiddels zo goed als uitgestorven en dat maakt dit origineel in Nederland geleverde exemplaar tot een waar relikwie. Het is een fraai voorbeeld van een periode waarin General Motors de boel besloot om te gooien. De koerswijziging leverde auto's met een andere invalshoek op, dan je als Europeaan gewend bent. Voer voor liefhebbers inmiddels!