Opel Vectra i500
Misschien zat het Opel wel een beetje dwars; bij Ford hebben ze een buitengewoon lekkere Mondeo - juist de ST200. Die ST 200 is gemaakt volgens een beproefd recept: een flinke handvol pk's en een lekker verwilderd uiterlijk. Komaan, zo dacht men bij Opel, dat kunnen wij ook. En dus is er nu de Vectra i500.
Bij zowel Mondeo als Vectra hebben we het over een klassiek staaltje tuning. Bij Opel hebben ze daarvoor gebruik gemaakt van de diensten van huistuner Irmscher. Die firma zorgt voor de extra pk's (25, waarmee het totaal op 195 komt) en het wildere uiterlijk. Dat uiterlijk is volgens Opel geïnspireerd op dat van de STW-wagens van vorig jaar. Da's jammer: het SuperTourenwagenMeisterschaft bestaat niet meer. Afgelopen weekeinde is het DTM weer van start gegaan en Opel doet daar ook aan mee. Niet met een Vectra, maar met een Astra Coupé (met achterwielaandrijving en V8!). In dat opzicht is de i500 dus een beetje mosterd na de maaltijd, maar er is natuurlijk niets tegen een stoer uiterlijk. Daarbij is Opel (dat Irmscher de schuld kan geven) op bepaalde punten iets te ver doorgeschoten. Dat je remmen ziet zitten, prima, maar het nut van rode remklauwen ontgaat ons te enen male. Dat ziet er toch een beetje uit alsof Harry die zojuist zijn eerste GTI/GSI heeft gekocht een avondje aan het knutselen is geweest. Goed, Porsche bezondigt zich er ook aan, maar da's voor ons nog steeds geen excuus.
Genoeg gezeurd: gas! Al tijdens de eerste meters blijkt dat het geluid van de 2.5 V6 goed voor elkaar is. Bij Irmscher zitten in ieder geval goede componisten. Of 195 pk genoeg is? Jazeker, in no time (in 7,9 op de 100) doe je dingen die niet mogen. Tot op zekere hoogte heb je dat zelf in de hand; als het werkelijk om tienden gaat, dien je het gebrek aan koppel bij lage toerentallen te compenseren met wat extra handarbeid met de versnellingspook. Waar we dat eerder zagen: bij de Mondeo ST200. Naarmate de V6 op toeren komt, begint ook het grote sleuren. De nog altijd magische 200 staat zo op de teller en ook daarna gaan we nog vrolijk door. Opel belooft een top van 240 voor de sedan en tegen de 230 voor 'onze' station. Het Vectra-onderstel doet goede zaken: Als het erop aankomt, onderstuurt de i500 en alleen met grof geweld van de berijder is de achterkant aan het schuiven te krijgen. Ook op binnenwegen is deze Vectra een betrouwbare metgezel. Hij is vrij nauwkeurig te plaatsen en vrijwel niets verstoort de eenmaal ingezette koers. De besturing is in orde met dien verstande dat het stuur gedeeltelijk met leer is bekleed. In dat gedeelte zit het probleem, de rest van het rad is van een harde, grijze kunststofsoort die gladder is dan het ijs in Thialf. De stoelen zijn geheel met leer bekleed. Dat staat goed, maar daar vinden we het leer weer te glad en dan schuift de auto weliswaar nauwelijks, maar jij wel. Ons idee: iets minder leer op de stoelen (de middenbanen met lekker ruwe stof bekleden) en het leer dat overblijft gebruiken voor het stuur. Natuurlijk is de i500 geen pure sportwagen, wél een lekkere sportieveling. Zie het zo: als jij 's avonds een paar kilometer loopt, ben je nog geen profsporter. Je zit echter wel lekker in je vel. En zo is het met deze i500 ook. Alleen is er nog één probleem. De prijzen beginnen bij f 79.950 voor de sedan en deze station kost f 81.450. Weet dat een Vectra V6 (170 pk) er al vanaf f 54.995 is. En die zit ook al erg lekker in zijn vel. De i500 slaat echter nog één keer terug: er komen er maar 120 naar Nederland. (NH)
Foto"s René Oudshoorn