Op ijs gereden: Porsche 911 Turbo S

Dacht ik vooraf nog dat de achterwielaangedreven Carrera 2S de grootste pretmachine op het ijs zou zijn, in de praktijk blijkt dat toch de Turbo. Niet zozeer vanwege de extra power, maar domweg omdat je dankzij de 4WD harder en opmerkelijk genoeg ook dwarser de hoek om kunt. Met tweewielaandrijving reguleer je de drift namelijk voor een belangrijk deel met tegenstuur, en daar zit een grens aan: de maximale sliphoek van een graad of zestig. In de Turbo kun je daarentegen wel tot negentig graden of meer. Dankzij de trekkende werking van de voorwielen red je 'm dan simpelweg door vol gas te geven: het gros van de aandrijfkrachten gaat naar voren en de neus trekt de auto weer uit de slip – net zoals bij een voorwielaandrijver.

Het benaderen van een bocht is overigens in alle Porsches eender. Een Scandinavian flick is niet per sé nodig; als je op tijd een heel rustig remt en in het laatste deel van de remzone gedoseerd instuurt, komt óók de achterkant om. Wel gaat dat in de Turbo, die voorzien is van een meesturende achteras, net iets makkelijker dan in de Carrera. Nu niet gelijk weer op het gas, maar met minimale remkracht nog een klein stukje richting apex, druk houden op de neus en de auto laten settelen. Geduld is essentieel bij ijsrijden.

Meer lezen over spelen op het ijs in de Porsche 911 Turbo S? Dat kan in de nieuwe GTO (4/2014), die nu verkrijgbaar is. Klik hier om de editie online te bestellen en gratis thuisbezorgd te krijgen!