Nieuwe brandstofmotoren Toyota, Mazda en Subaru toegelicht

Is het een samenwerking? Ja en nee. Toyota, Subaru en Mazda kondigden eind mei aan dat ze trouw zouden blijven aan de verbrandingsmotor, en zijn in die zin ook aan elkaar verbonden. De Japanse autobouwers zwemmen met de beloofde ontwikkeling van brandstofmotoren enigszins tegen de elektrificatie-stroom in, al sluit het één het ander niet uit en komen er ook gewoon nieuwe EV’s van deze merken. ‘Vriendelijke rivaliteit’, noemen de Japanners het samenspel tussen deze merken zelf. Dat Toyota en Mazda aandelen in elkaar hebben - evenals Toyota en Subaru - en dat Toyota en Mazda in Europa al uitgebreid samenwerken, kan hierbij geen kwaad.

De samenzwering van uitgerekend deze drie merken op het gebied van verbrandingsmotoren roept echter ook vragen op. Subaru bouwt immers louter boxermotoren, motoren met de cilinders tegenover elkaar. Mazda heeft ook een nogal eigenwijze kijk op benzinemotoren, met de keuze voor veelal turboloze hoge-compressie-motoren en de recente herintroductie van de rotatiemotor als belangrijke wapenfeiten.

Subaru: serie-parallel-hybride met boxermotor

Die vragen worden nu grotendeels beantwoord en de oplossing blijkt simpel: Subaru en Mazda gaan gewoon door met het ontwikkelen van dat waar ze goed in zijn. Subaru kondigt dus een nieuwe generatie e-Boxers aan, een hybride aandrijflijn met een boxermotor die op een andere manier werkt dan de huidige generatie e-Boxers. Waar Subaru voorheen koos voor een parallel-hybride, waarbij verbrandingsmotor en elektromotor samen de wielen aandrijven, gaat het merk nu voor een serie-parallel-oplossing waarbij zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor individueel of gezamenlijk de wielen aandrijven. Vergelijkbaar met Toyota’s populaire hybridesysteem dus, maar dan met een platte boxermotor en mechanische vierwielaandrijving die de gecombineerde aandrijfkrachten over alle wielen verdeelt. Het nieuwe systeem is bovendien compacter, wat onder meer moet resulteren in een grotere brandstoftank.

Mazda: 1- en 2-schijfs rotatiemotoren

Mazda zette al de eerste gewaagde stap door de lang verdwenen rotatiemotor te herintroduceren. In de MX-30 doet een klein, éénschijfs exemplaar dienst als range-extender, waarbij hij dus niet langer direct de wielen aandrijft. Daar houdt Mazda aan vast, al lijkt er wel een nieuwe versie van deze aandrijflijn in het vat te zitten. Daarnaast spreekt Mazda van een tweeschijfs rotatiemotor (ook wel Wankelmotor genoemd, maar daar houdt Mazda niet van), die in lengterichting wordt gemonteerd. Dat riekt naar directe aandrijving van de achterwielen, zoals dat ook bij de Mazda’s CX-60 en CX-80 al (met een reguliere zuigermotor) gebeurt. Een laag zwaartepunt en zeer compacte bouw zouden belangrijke voordelen zijn van de rotatiemotor, die daardoor in auto’s met een extreem lage en dus gestroomlijnde neus kan worden geplaatst. Mazda stelt bovendien dat de rotatiemotor is opgewassen tegen een breed scala aan (bio-)brandstoffen, van bio-ethanol tot biodiesel, methaan en waterstof.

Toyota: nieuwe 1.5’s en 2.0’s voor geëlektrificeerde aandrijflijnen

Ook Toyota blijft trouw aan zichzelf en komt met een reeks viercilinder benzinemotoren die speciaal zijn ontwikkeld voor gebruik in samenwerking met elektromotoren. Ultieme hybride-motoren dus, waarbij resoluut kan worden gekozen voor efficiency en er al bij voorbaat rekening wordt gehouden met de aanvullende rol van elektromotoren die een eventueel gebrek aan vermogen of koppel soepel kunnen opvangen. Allereerst is er een gloednieuwe 1.5, die de huidige 1.5 driecilinder moet vervangen. De nieuwe motor verdeelt zijn cilinderinhoud over vier cilinders en kan mede daardoor een stukje lager zijn, wat ook hier het gebruik in een auto met een lage neus mogelijk maakt. Toyota stelt dat de huidige 1.5, die onder meer in de Yaris Hybrid te vinden is, tot 30 procent minder vermogen zou moeten leveren om aan toekomstige uitstoot-eisen te voldoen. Bij de nieuwe is dat uiteraard niet nodig. Met turbo zou de nieuwe 1.5 zelfs de rol van de huidige, atmosferische 2.5-viercilinder kunnen overnemen, een motor die in onder meer de RAV4 te vinden is.

Op een vergelijkbare manier moet een eveneens nieuwe 2.0-viercilinder de taken van de huidige 2.4 gaan overnemen. In vergelijking met die auto is de 2.0 10 procent compacter. Hoewel geen van de drie fabrikanten nog gedetailleerde specificaties noemt, meldt Toyota al wel dat de 2.0 Turbo krachtiger zal zijn dan de huidige 2.4 turbo. Die levert in de Amerikaanse Highlander al zo’n 260 pk, dus we hebben het over serieuze vermogens. Vermoedelijk zal de 2.0 Turbo dan ook vooral interessant zijn voor de Noord-Amerikaanse markt, al sluiten we niet uit dat hij in bijvoorbeeld een sportievere toepassing ook eens in Europa zal verschijnen. Dat we voorlopig nog niet van de verbrandingsmotor af zijn, maken de drie Japanse autobouwers in ieder geval meer dan duidelijk.