Nederland behoorlijk verdeeld over kilometerheffing
Onderzoek voorgelegd aan Tweede Kamer
Het doel van het huidige kabinet is dat we per 2030 van de huidige motorrijtuigenbelasting overgaan naar 'betalen naar gebruik'. Daarvoor moet dan wel op een betrouwbare manier worden geregistreerd hoeveel je rijdt. Een eerste onderzoek brengt verschillende opties daarvoor naar voren. Verder is duidelijk dat slechts een kleine meerderheid positief tegenover de kilometerheffing staat.
Er wordt al decennia over gepraat, maar het lijkt nu echt een stuk concreter te worden: kilometerheffing. Geen vast bedrag mrb meer, maar betalen naar gebruik. Vorig jaar gingen we al eens uitgebreid in op de voorstellen die er nu liggen om dit in de praktijk te brengen. Sindsdien heeft de overheid niet stilgezeten, want er is onderzoek gedaan naar het draagvlak in Nederland en de mogelijkheden om het in de praktijk te brengen. Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) en minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) hebben dit onderzoek nu aangeboden aan de Tweede Kamer.
Beperkt draagvlak voor kilometerheffing
Er blijkt geen al te groot draagvlak voor het betalen naar gebruik te zijn, want slechts een kleine meerderheid van de respondenten met een mening is vóór. Zo'n 50 procent staat er positief tegenover, 44 procent negatief en 6 procent weet het niet. In het onderzoek komt de volgende conclusie naar voren: 'De initiële reactie van Nederlanders is positief: Betalen naar gebruik lijkt logischer en daarmee eerlijker omdat de gebruiker betaalt. Bij verdere overweging komen sterke twijfels naar boven over de rechtvaardigheid en effectiviteit van betalen naar gebruik. Deze twijfels lijken samen te hangen met sentimenten rond wantrouwen ten aanzien van de overheid en groeiende ongelijkheid.' Verder zegt een meerderheid niet achter het idee te staan om iedereen hetzelfde per kilometer te laten betalen. Wat wel als positief gezien wordt, is dat de 'vervuiler betaalt'. Dat is het meest genoemde argument vóór kilometerheffing (33 procent). Het meest genoemde tegenargument is dat er nog niet genoeg kennis over de gevolgen is (16 procent). Daarna wordt de verwachting dat het autorijden duurder maakt het vaakst als tegenargument gegeven (14 procent).
Opties voor kilometerregistratie
Het kabinet heeft als uitgangspunt dat er op jaarbasis een kilometerregistratie is. Er worden verschillende mogelijkheden voorgelegd om de gereden kilometers te registreren. De eerste is één jaarlijks registratiemoment van de kilometerstand bij de garage. Zonder een kastje in de auto of iets dergelijks, gewoon een registratie door de teller af te lezen zoals nu bijvoorbeeld gebeurt met de Nationale Auto Pas (NAP). Daarnaast moet je dan de kilometerstand ook zelf nog doorgeven aan de belastingdienst. Een tweede optie is vrijwel hetzelfde, alleen dan moet je ieder kwartaal je kilometerstand doorgeven aan de belastingdienst. De derde optie is een kastje dat de kilometerstanden doorgeeft en daarnaast nog één moment waarop je het zelf handmatig moet doorgeven aan de belastingdienst.
De eerste optie heeft het grootste draagvlak, blijkt uit het onderzoek. Wel wordt de derde optie, met het kastje, als betrouwbaarst gezien. Daarbij hoort de belangrijke kanttekening dat dit ook als meest privacygevoelig wordt aangemerkt door de ondervraagden. Ook wordt het omschreven als een systeem dat 'het minst past bij een overheid die de burgers vertrouwt'. Als de kilometerheffing wordt ingevoerd, is er overigens wel een lichte voorkeur voor betrouwbaarheid van de kilometerregistratie tegenover het waarborgen van privacy. Als er een keuze moet worden gemaakt tussen privacy en gemak van de registratie, is er meer een gelijke verdeling.
Opvallend is dat het kabinet in de plannen vooralsnog geen onderscheid maakt tussen in Nederland of in het buitenland gereden kilometers en daar zegt 34 procent van de respondenten geen probleem mee te hebben. Die groep neemt dat op de koop toe als het betekent dat de overheid geen data verzamelt over de locatie van de auto. Een net iets grotere groep (37 procent) wil wél dat de buitenlandse kilometers buiten beschouwing worden gelaten. 29 procent heeft hierover geen mening.
Voorstel voor verder onderzoek
In de Kamerbrief die donderdag is overhandigd door Van Rij en Harbers worden drie mogelijke registratievormen voorgelegd. Opvallend is dat het daarbij gaat om één manier die puur op handmatige registratie van de kilometerstand is gebaseerd en twee manieren waarvoor een kastje in de auto moet komen. De eerste optie is 'voortbouwen op bestaande meetsystemen en registratie daarvan, eventueel met extra registratiemomenten.' De tweede optie is wel eentje met een inbouwkastje: 'Apparaat in de auto dat de kilometerstand van de auto registreert zonder gps (apparaat is aangesloten op tellerstand en slaat gegevens apart op).' De derde optie zal gezien de onderzoeksresultaten waarschijnlijk de meeste weerstand oproepen: 'Apparaat in de auto dat zelfstandig op basis van gps het aantal gereden kilometers meet, registreert én communiceert.'
Van Rij en Harbers schrijven in hun brief wel dat de aanbeveling is om de eerste optie verder uit te werken, 'en een gedetailleerder beeld te ontwikkelen van het potentiële fraudegedrag per risicogroep, zodat binnen oplossingsrichting 1 een gerichte set aan maatregelen op het gebied van controle, toezicht en handhaving ontstaat.' In het voorjaar verwacht het kabinet met verdere onderzoeksresultaten te komen hoe de kilometerregistratie kan worden vormgegeven.