Met de Esprit V8 brak Lotus voor het eerst de regels
De eerste regelbreker
De nieuwe Lotus Emira is verkrijgbaar met een motor die meer dan vier cilinders telt. Zo’n constructie was ondenkbaar onder regie van oprichter Colin Chapman, van wie alles zo licht mogelijk moest zijn. De Lotus Esprit V8 was in 1996 de eerste Lotus die brak met deze regel.
Vier is in alle redelijkheid genoeg als het om het cilinderaantal van automotoren gaat. Met drie potjes kom je ook heel ver, maar met vier stuks kan elke denkbare automobiel tot ontzagwekkende prestaties komen. In de Formule 1, bijvoorbeeld. En denk aan de Groep B-rallywagens, waarvan de paardjes op een kwaad moment zo hard de stal uitvlogen, dat het een halt moest worden toegeroepen. Tegenwoordig is vier sowieso weer de norm. In de jaren 90 was dat nog heel anders. Denk aan de briljante Saab 9000, die volgens de pers zou ‘schreeuwen om een V6’. Het uiteindelijke GM-blok had niets extra’s te bieden behalve een wat zwoeler stemgeluid. Of neem Lotus, dat uitstekend kon gedijen met vierpitters. In de Lotus Esprit Sport 300 bracht de 2.2-unit het bijvoorbeeld tot maar liefst 306 pk en 389 Nm, voldoende om de 1.215 kilo lichte tweezitter aan formidabele prestaties te helpen. Maar ja, tegen een Ferrari kon hij gevoelsmatig nooit op, want achterin stuiterden er slechts vier amechtige zuigertjes op en neer. De armoe!
Onzin natuurlijk, maar de Britse fabrikant kon dat idee alleen tussen de oren van het koperspubliek weghalen door een V8 te bouwen. Dat werd een machtige machine, in eigen huis ontwikkeld. Hij kreeg een inhoud van 3,5 liter, 24 kleppen en turbokracht, waarmee Lotus veel ervaring had. De V8 had er zelfs twee, waarmee hij vorstelijke cijfers op de uitdraaien van de testbank liet noteren: maximaal 507 pk en 450 Nm. Leuk en aardig, maar het mocht niet zo zijn. En dat vanwege een typische tekortkoming van een armlastige fabrikant die moet roeien met beschikbare riemen: voor de vijfbak uit de Renault Safrane was 354 pk en 400 Nm het maximum. Daarmee was de Lotus Esprit hoe dan ook de snelste van alle versies uit de in 1976 geïntroduceerde modelreeks. Alleen miste hij een lekkere soundtrack; de ontstekingsvolgorde die hoorde bij de ‘vlakke’ krukas liet de V8 klinken als een … viercilinder. Waren we toch maar bar weinig opgeschoten.