Max op jacht op Mercedes-terrein - Vooruitblik GP van Bahrein
5 wetenswaardigheden over de Grand Prix van Bahrein
Komend weekend is het eindelijk echt tijd voor actie in de Formule 1. Dan vindt de Grand Prix van Bahrein plaats als seizoensopener. Red Bull Racing en Ferrari worden goede kansen toegedicht na een sterke wintertest, maar van oudsher is dit een baan waar Mercedes aan het langste eind trekt. Tijd voor een nadere kennismaking met de Grand Prix van Bahrein.
Het circuit: typisch Tilke, evengoed veel actie
Dat de coureurs vorig jaar lyrisch waren over ‘ons’ Zandvoort, is op zich geen wonder. Een oldskool omloop die op een natuurlijke manier door de duinen slingert, laat het racehart nu eenmaal sneller kloppen dan een steriel, kunstmatig parcours van F1’s huisarchitect Hermann Tilke. Bahrain International Circuit, gebouwd in 2003, is een voorbeeld van zo’n ‘Tilke-Drome’ en kent een weinig aansprekende lay-out. Dat wil gelukkig niet zeggen dat het er altijd een saaie bedoening is. Zo herinneren we ons de crash van Romain Grosjean, wiens Haas explodeerde nadat hij hem bij het uitkomen van bocht 3 in de vangrail boorde. Niemand gaf een cent voor het leven van Grosjean, totdat hij op miraculeuze wijze uit de vlammenzee herrees; Houdini zou er zijn pet voor afnemen.
Ook óp de baan is geregeld de nodige actie. In 2014 vochten Mercedes-teamgenoten Hamilton en Rosberg rondenlang om de leiding, waarbij ze elkaar meerdere keren inhaalden. En raakten. Aansprekend was ook de Grand Prix van Sakir van 2020, waarvoor de buitenste ring van het circuit werd gebruikt. In een incidentrijke race reed Sergio Pérez met zijn Racing Point van de laatste plek in de eerste ronde naar een imponerende P1. De snaarstrakke zege bleek de ultieme sollicitatie voor een stoeltje bij Red Bull.
Dé bocht: inhaalspektakel in Turn 4
Op een circuit met relatief veel stop & go-bochten zijn voor de coureurs de bochten 11 en 12 de krenten uit de pap. Vooral in de kwalificatie gaat het hier bloedstollend snel. Bij dik 300 km/h kort remmen, twee keer terugschakelen en dan met één resolute stuurbeweging met pakweg 180 km/h linksaf. Vervolgens weer doorrammen richting de driehonderd in de lange rechter doordraaier die meteen volgt; een bocht die in de race zeker niet vol gas is, maar met weinig benzine en een nieuw setje rode (zachte) banden nét. Spectaculair!
Hoe gaaf deze combinatie ook is, tijdens de race is het vooral bocht 4 die eruit springt. De (meer dan) haakse rechter aan het einde van het tweede rechte stuk biedt namelijk veel inhaalkansen. Vooral omdat je in de krappe hoek vóór dat rechte stuk weinig downforce-verlies hebt ten opzichte van je voorganger en dus lekker in diens slipstream kunt kruipen.
Cockpit view: rijden in het donker
Vraag de Nederlandse Formule 1-fotograaf Peter van Egmond wat eruit springt langs de baan in de woestijn en zijn antwoord is dat je bij veel rijders de ogen kunt zien. Sinds 2014 wordt de Grand Prix van Bahrein immers in het donker verreden en monteren de meeste coureurs een licht vizier op hun helm. Donker is overigens een relatief begrip; in tegenstelling tot bijvoorbeeld Le Mans baadt het asfaltlint van start tot finish in kunstlicht. Niettemin is het een bijzondere ervaring om onder dit soort omstandigheden te koersen. Omdat het naast het asfalt wél donker(der) is, rijd je in een lichttunnel die je in een soort hyperfocus kan brengen.
Een extra uitdaging tijdens het weekeinde is het feit dat een deel van de trainingen overdag wordt verreden, bij veel hogere temperaturen. De data die je dan als team vergaart en het gevoel dat je als rijder achter het stuur krijgt, zijn dan niet per se representatief voor de wedstrijd.
De Max-factor: laat, later, laatst
Wanneer Max Verstappen in z’n eentje rijdt, is hij vaak een toonbeeld van souplesse, iemand die de lijnen maximaliseert en zijn banden zoveel mogelijk ontziet. In duels daarentegen gaat de knop om en is laat en agressief remmen een van Max’ handelsmerken. Alsof hij dan een kart de bocht in smijt in plaats van een 1.000 pk sterk F1-monster.
Precies deze eigenschap benutte de Nederlander tijdens de editie van 2021. Voor het eerst had Red Bull het écht goed voor elkaar op het circuit, dat historisch gezien vooral het domein is van Mercedes. Max domineerde de trainingen en kwalificatie, maar een andere pitstopstrategie bracht Hamilton aan de leiding. Met verser rubber en nog drie ronden te gaan remde de Red Bull-piloot zijn aartsrivaal uit bij de eerder gememoreerde bocht 4 en haalde hem buitenom in. Ook al moest Verstappen wegens het overschrijden van de track limits zijn positie weer teruggeven, Hamilton zal de passeeractie zeker als een tik op de kaak hebben ervaren. De eerste van vele, zo zou gedurende seizoen 2021 blijken.
Facts & figures
Bahrain International Circuit
Lengte: 5,412 km
Aantal ronden: 57 (308,238 km)
Ronderecord: 1.31,447 (2005, Pedro de la Rosa, McLaren)
Tijdschema (Nederlandse tijden)
vrijdag 18 maart
Vrije training 1: 13.00 – 14.00
Vrije training 2: 16.00 – 17.00
Zaterdag 19 maart
Vrije training 3: 13.00 – 14.00
Kwalificatie: 16.00 – 17.00
Zondag 20 maart
Race: 16.00 – 18.00

Sandor van Es
Columnist/schrijver
Van je hobby je beroep maken, dat is zeker van toepassing op Sandor van Es. Als zoon van een kartliefhebber werd hij al op jonge leeftijd besmet met het autosportvirus. Aan de hand van zijn vader toog Sandor al begin jaren 80 al naar Zandvoort en Zolder om de Formule 1 te bezoeken. Op zijn tiende verjaardag kreeg hij zijn eerste kart. De insteek was om samen met pa op zaterdagmiddag wat rondjes te draaien op thuisbaan Eefde, maar dat ontaardde al snel in het rijden van wedstrijden, in Nederland en daarbuiten. Na het winnen van diverse kampioenschappen volgde in 1994 de overstap naar de autosport, waar de erelijst werd uitgebreid met titels in de Formule Renault, het Dutch Touring Car Championship, de Alfa 147 GTA Challenge en de Benelux Racing League. Parallel aan zijn raceactiviteiten begon Sandor eind jaren 90 met schrijven voor AutoWeek. Tot de dag van vandaag benut hij zijn circuitervaring voor het testen van met name snelle en sportieve auto’s. Met hetzelfde plezier stapt hij trouwens ook in een Fiat Panda of een roestige klassieker; alles met wielen en een stuur heeft immers een verhaal. Daarnaast beheerde Sandor bij AutoWeek de sportrubriek. Toen de kans zich voordeed om als chef- en later hoofdredacteur bij FORMULE1 magazine aan de slag te gaan, kon hij deze niet laten gaan. Zo heeft hij de sport jarenlang van binnenuit kunnen volgen. Als kenner én liefhebber.