Knieval Volkswagen naar Tesla-stekker is hierom extra pijnlijk
Het laadnetwerk moet ook om
De kogel is door de kerk: na een hele reeks andere merken is ook Volkswagen in Noord-Amerika gezwicht voor de laadaansluiting van Tesla. Dat is voor het Duitse merk een stuk pijnlijker dan voor de concurrenten die deze stap al eerder zetten.
Na Ford, General Motors, Honda, Hyundai, Kia, Jaguar, Land Rover, Nissan, Rivian, Subaru, Volvo en Polestar was het onlangs de beurt aan Volkswagen om de Tesla-laadaansluiting in Noord-Amerika toch ook maar te adopteren. Ongetwijfeld met veel gezucht en geklaag vanuit de ‘boardroom’, want juist voor Volkswagen is deze stap best pijnlijk. Volkswagen is namelijk verantwoordelijk voor het op één na grootste snellaadnetwerk van de Verenigde Staten. Juist: na Tesla’s Supercharger-netwerk dus.
Electrify America (EA), zoals dat netwerk heet, werd in 2016 opgezet door Volkswagen Group of America. Dat deed Volkswagen niet vrijwillig, maar als onderdeel van de verplichting om ter compensatie voor het gesjoemel met dieselmotoren in tien jaar tijd twee miljard dollar te investeren in de ontwikkeling en promotie van EV’s. Alle EV’s, welteverstaan, niet alleen die van Volkswagen zelf. Electrify America hanteert net als alle andere niet-Tesla-laders tot op heden de CCS-combistekker die buiten Tesla aanvankelijk als standaard gold op dit gebied.
EA gaf in juni al aan dat de laders van het bedrijf óók Tesla’s North American Charging Standard’ (NACS) zouden gaan aanbieden. Noodgedwongen, mogen we wel zeggen, want de overstap van vrijwel alle autobouwers van CCS naar NACS was toen al in volle gang en zou anders een flinke strop kunnen worden voor EA. Nu moet Volkswagen dus knarsetandend zelf ook overstag en lijken de dagen voor CCS in Noord-Amerika geteld. Bestaande auto’s zijn overigens niet verloren als meer en meer laders louter NACS gaan aanbieden, want met een adapter kunnen deze modellen ook bij zo’n lader gewoon terecht.
Electrify America noemt zich op dit moment nog het grootste ‘publieke’ laadnetwerk van de VS, maar eigenlijk is dat al niet meer van toepassing. Nu steeds meer merken overstappen op Tesla’s laadstandaard wordt Tesla’s Supercharger-netwerk immers ook steeds minder exclusief. Tesla heeft bijna 2.000 snellaadlocaties in de VS, Volkswagens laadnetwerk op het moment van schrijven 859.
Van alle grote autobouwers is eigenlijk alleen Stellantis nog niet over op de Tesla-norm, maar dat lijkt met alle druk van buitenaf een kwestie van tijd.
Europa
In Europa is de strijd tussen de laadstandaarden op een andere manier beslecht. Tesla hanteerde aanvankelijk in Europa een enkele Type 2-aansluiting voor zowel AC- als DC-laden, maar gaf zich na de opkomst van vele andere merken gewonnen aan de CCS-standaard, die hier inmiddels eigenlijk overal de norm is. Ook Tesla’s hebben hier dus een CCS-aansluiting, net als Superchargers. Dat stelde Tesla in staat om de Superchargers hier al vroeg open te stellen voor andere merken, wat in de VS door de verschillende laadstandaarden een veel lastiger klus is.
De ene CCS is de andere niet
In Europa wordt met de afkorting CCS (Combined Charging System) de CCS2-combistekker met een Type 2-aansluiting bedoeld, geschikt voor driefasenladen aan een wisselstroomlader. In de VS betekent ‘CCS’ een CCS1-combi, met een type 1-stekker die niet geschikt is voor 3-fasenladen. Een CCS1-stekker past niet in een auto met een CCS2-aansluiting en een Europese EV kan dus ook niet zomaar in de VS laden of andersom. De Tesla-stekker heeft in vergelijking met beide CCS-stekkers in elk geval één groot voordeel: hij is een stuk compacter en vereist dus ook een aanzienlijk minder grote laadpoort.
Tesla's NACS op de voorgrond, de Amerikaanse CCS-combistekker op de achtergrond.