‘Kabinet wil mrb op basis van oppervlakte in plaats van gewicht’

Motorrijtuigenbelasting, in de volksmond ook wel wegenbelasting genoemd, wordt in Nederland berekend aan de hand van het gewicht van de auto. In combinatie met de brandstofsoort levert een bepaalde gewichtsklasse een tarief op, waarbij je voor een zwaardere auto flink meer betaalt dan voor een lichter exemplaar.

Dat heeft decennialang goed gewerkt, maar in het elektrificatie-tijdperk komt een serieus nadeel bovendrijven. EV’s zijn immers zwaar, en dus dreigt het bezit van een elektrische auto flink te worden afgestraft als voor zo’n EV straks het volledige mrb-tarief verschuldigd is.

Om dat effect wat te dempen, wordt er volop gegoocheld met kortingen. De introductie van een geheel nieuwe grondslag wordt naar verluidt eveneens overwogen. De Telegraaf heeft vroegtijdig de hand weten te leggen op een belangrijk onderdeel van een klimaatplan dat morgen – vrijdag dus – wordt besproken door kabinetsleden. Volgens de Telegraaf komen staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit) en minister Hermans (Klimaat) met het plan om niet het gewicht, maar juist de oppervlakte (omvang) van een auto bepalend te laten zijn voor het mrb-tarief.

Daarmee zijn sommige EV’s ongetwijfeld alsnog duur om te hebben (hallo Kia EV9), maar worden elektrische auto’s tenminste niet langer ‘benadeeld’ vanwege hun van nature hoge gewicht. Auto’s die meer (publieke) ruimte innemen, leveren zo ook meer op voor het onderhoud van die ruimte. De motivatie om kleiner (en vaak zuiniger) te gaan rijden, geldt dan voor zowel brandstofauto’s als EV’s.  In dat licht klinkt deze stap eigenlijk best logisch, maar wat vind jij? Liever gewicht, of liever oppervlakte als mrb-grondslag? Laat het weten!