In het wild: Ford Thunderbird (1966)
Vierde dondervogel
Enkele decennia geleden was het eerder regel dan uitzondering dat Amerikaanse fabrikanten hun modellen na slechts enkele jaren terug naar de ontwikkelingskamer stuurden met een nieuwe generatie als resultaat. Zo moest de Ford Thunderbird van de derde generatie het na drie jaar voor gezien houden om plaats te maken voor zijn opvolger: de vierde generatie Thunderbird die vandaag in de spotlight staat.
Door de jaren heen wist de Thunderbird de reputatie op te bouwen een sportieve, luxueuze convertible en coupé te zijn. Het in omvang groeien van het model zorgde ervoor dat naar sportiviteit bij deze vierde generatie met een vergrootglas moest worden gezocht. De ruim 2.200 kilo wegende Thunderbird stond niet bepaald bekend om zijn dynamiek, maar dat maakt de auto er zeker niet minder interessant door.
De in 1964 op de markt verschenen Thunderbird was als vanouds als convertible en als hardtop te krijgen. Ieder jaar werden wijzigingen doorgevoerd, zo ook in zijn laatste levensjaar 1966, het jaar waarin het door Jim Appelmelk gekiekte exemplaar van de productielijn in Michigan rolde. Het vermogen van de basismotor, een 6,4-liter grote V8, werd opgepompt tot 315 pk. De 2,2 ton aan staal werd daarmee in een kleine tien tellen naar een snelheid van 100 km/h geholpen. Op optisch vlak kreeg de Thunderbird een motorkap waar de luchthapper uit was verdwenen. De bumper bestond voortaan uit een geheel en de achterlichtunits werden herzien, deze liepen nu over nagenoeg de gehele breedte van de auto.