Imperial Crown (1965) - In het Wild
Iedere jaargang is anders
Wat Cadillac is voor General Motors, was Imperial voor Chrysler. Althans, dat was ooit de bedoeling. Deze felblauwe Imperial Crown uit 1965 herinnert ons er aan.
Chrysler keek in de jaren 50 een beetje jaloers naar General Motors, dat met Cadillac echt prestige in huis had. Wie aan Amerikaanse automobiele weelde denkt, krijgt vermoedelijk nog steeds een Cadillac uit deze periode voor de geestelijke lens. Om die auto’s van repliek te dienen, verhief Chrysler de modelnaam Imperial in 1955 tot een merk. Wat in recenter tijden met Cupra en Genesis gebeurde, is inderdaad verre van nieuw.
De modelnaam ‘Crown’ verscheen nog niet direct, maar werd na enkele jaren gebruikt voor de grote limousines van Imperial. En groot, dat is zo’n Imperial Crown zeker. Met een lengte van bijna 5,80 meter, waarvan volgens ons timmermansoog grofweg driekwart opgaat aan neus en kont, is dit een typisch Amerikaans slagschip. Minstens zo typisch Amerikaans is dat er met ieder modeljaar flink wat wijzigingen werden doorgevoerd aan de Crown. Het ene jaar was er uiteraard meer te melden dan het andere, maar het is mogelijk om zonder kentekencheck vast te stellen uit welk jaar zo’n Crown komt. Deze ’65-er onderscheidt zich met de opvallende, kruisvormige balk door de grille. Een exemplaar van ’64 heeft grille in twee separate delen, terwijl de latere 66-ers juist met een meer horizontale opstelling de showroom verlieten. Alle drie deze jaargangen hebben een opmerkelijke kont, met achterlichten die in een scherpe punt lijken te eindigen en een kentekenplaat die uiterst links onder zo’n lichtunit wordt aangebracht. Ook gaaf: de zijruiten zijn stijlloos en een vaste B-stijl ontbreekt, dus met geopende zijruiten ontstaat er bij deze vierdeurs sedan één groot, gapend gat. Ondenkbaar nu, redelijk gebruikelijk toen.
Over deze specifieke Imperial Crown hebben we wat gemengde gevoelens. We zijn allereerst blij dat hij in tegenstelling tot veel tijd- en afkomstgenoten niet matzwart is gerold, maar die donkere zijruiten achter kunnen natuurlijk echt niet. Datzelfde geldt voor de typisch Europese trekhaak die de kont ontsiert. Anderzijds: hij is er nog, en alleen dat al is een bewijs dat er goed voor wordt gezorgd. Bovendien is deze auto zeker in dit felle blauw een heerlijke tegendraadse, opvallende verschijning, en dat valt altijd te prijzen.
Krijg je geen genoeg van deze Imperial Crown? Dat treft: een exemplaar uit 1966 wordt deze maand uitgebreid besproken in AutoWeek Classics. Bestel 'm (het blad, niet de auto) hier!