Hoe een prototype van Mercedes-Benz kon uitgroeien tot een productiemodel van Audi
Via DKW
Bij Mercedes-Benz hebben compacte modellen al sinds de jaren dertig op de agenda gestaan. Dat een mysterieus prototype uit begin jaren zestig het nimmer tot serieproductie heeft geschopt, had onder meer met wat ontwikkelingshulp aan een ander merk te maken. Hoe een kleine sedan van Mercedes-Benz een Audi werd. De Audi 72 om precies te zijn, een verre voorganger van de Audi A4/A5.
De kleine Mercedes-Benz bestaat als fenomeen al sinds 1933, toen de 130H op de markt kwam. Een koddig wagentje, met dezelfde uitstraling en technische lay-out als de Volkswagen Kever. Waarschijnlijk dacht chef-ingenieur Fritz Nallinger aan de 130H toen hij in 1948 een nieuwe, kleine, tweedeurs Mercedes-Benz bedacht met een driezits voorbank en noodzitjes achterin. Het project liep op niets uit. Onder zijn leiding verscheen in 1956 het beduidend grotere prototype W122, waarvan de serieproductie werd afgeblazen omdat Daimler-Benz twee jaar later Auto Union overnam. Een kleinere Mercedes zou te veel concurreren met een grote DKW, wat destijds een van de merken van Auto Union was.
Mercedes-Benz
Begin jaren zestig volgde een nieuwe poging om een kleinere Mercedes-Benz te ontwikkelen. Ludwig Kraus kreeg toen van Nallinger de de leiding over het nieuwe project W118, dat een uiterst moderne middenklasser moest opleveren. De techneuten begonnen met een nieuwe 1,5-liter viercilinder boxermotor die de voorwielen zou aandrijven. De auto werd daarna verder ontwikkeld als W119, die een viercilinder-in-lijnmotor van 1,7 liter had. Speciaal kenmerk van deze H-motor was de hoge compressieverhouding, die tot een laag brandstofverbruik moest leiden.
Mercedes-Benz ontwikkelde ook een versie met twee portieren.
Er werden complete prototypen gebouwd met moderne, prettig ogende twee- en vierdeurs carrosserieën, waarin stijlelementen van de 230 SL zijn te herkennen. Tegelijkertijd vertoonde de W119 opvallende gelijkenissen met de in augustus 1963 (ook onder de vlag van Daimler) geïntroduceerde DKW F102. Dit was een praktisch even grote sedan, die echter nog was uitgerust met de toen al verouderde driecilinder-tweetaktmotor uit de Auto Union 1000.
DKW F102 dreigde nagel aan Mercedes-Benz' doodskist te worden
Kort na de introductie van de DKW F102 kreeg Fritz Nallinger te horen wat hij al vreesde: volop tweetaktproblemen. De smering van de motoren schoot ernstig tekort, met permanente schade tot gevolg. Vanwege de ontelbare garantieclaims die dit Auto Union opleverde, dreigde de F102 de nagel aan de doodskist van het trotse concern te worden. Nallinger greep in door Ludwig Kraus naar de DKW-fabriek te sturen, met de ontwerpschetsen van zowel de Mercedes W119 als diens nieuwe H-motor in de handbagage. Resultaat: de DKW kreeg de H-motor (van 1,5 liter) en kon als model verder behouden blijven. Daarmee was tegelijkertijd het lot van de veelbelovende voorwielaangedreven Mercedes-Benz W119 bezegeld: twee gelijkwaardige auto's uit hetzelfde concern is er één te veel, zo werd geredeneerd.
DKW F102
De realiteit is spannender, want de DKW F102 met de H-motor van Daimler werd door Auto Union opgewaardeerd tot het type F103, die na de verkoop van Auto Union aan Volkswagen op de markt werd gebracht als… Audi! Dat werd de Audi 72, maar met andere motoren werd hij ook afhankelijk van het motorvermogen als Audi 60, 75, 80 en 90 gevoerd. Jazeker, bij Daimler-Benz hebben ze in de jaren zestig driftig meegewerkt aan een verre voorvader van de Audi A4!
PRIVATE LEASE Mercedes-Benz
