De Vluchtstrook: De Britten en het naoorlogse Volkswagen
Vitale herstart
Het is deze week exact 75 jaar geleden dat in de puinhopen van Nazi-Duitsland de eerste hand werd gelegd aan een naoorlogs Volkswagen. Een bijzondere en uiteraard beladen geschiedenis, met een speciale rol voor de Britten.
In juni 1945, na het langverwachte einde van het Nationaal Socialistische regime, lag Duitsland in puin. Het land had een enorme prijs betaald voor de gruwelen van de jaren ervoor. De Amerikanen hadden het voortaan voor het zeggen in het westen van het land. In Wolfsburg trof men de Volkswagenwerk-fabriek. Een fabriek waar de Duitsers niet alleen de eerste Kevers (KdF Wagen) ooit hadden gebouwd, maar vooral ook veel oorlogsvoertuigen zoals de Kübelwagen. De Britten, die op 5 juni 1945 in Wolfsburg aankwamen, kregen van de Amerikanen zeggenschap over de fabriek. De Britse majoor Ivan Hirst kreeg de taak om te kijken waar de grotendeels kapot gebombardeerde fabriek voor kon dienen met het oog op de geallieerden troepen.
Hirst trof in Wolfsburg een door de Amerikanen tot werkplaats omgetoverde fabriekshal, die op de nominatie stond om gesloopt te worden. De destijds 28-jarige Hirst had echter het idee dat er nog wel iets belangrijks mee gedaan kon worden. Niet enkel voor de geallieerden, maar ook voor de lokale bevolking. Van een economie was geen sprake meer en wederopbouw was op dat moment ongeveer het enige concrete qua 'industrie' waar men mee bezig kon zijn. Hirst vatte het idee op om de fabriek weer in gereedheid te brengen voor voertuigproductie. Niet alleen om de Britten en Amerikanen mobieler te maken in Duitsland, maar ook om de lokale bevolking aan het werk te zetten en weer iets van een economie op te starten. Dit paste overigens ook in het beleid van de Britten om de Duitse bevolking enig perspectief te bieden en het land zo weer tot een democratie te kunnen hervormen.
Bij de Britten waren de prototypen en schetsen van de KdF Wagen bekend. In Wolfsburg werden de blauwdrukken voor de 'Kever' gevonden en daarmee ging men aan de slag. Het ontwerp, afkomstig van Ferdinand Porsche, kwam uiteraard tot stand in opdracht van Hitler, maar werd door de Britten prima voor productie bevonden. Officieel zou de fabriek later alsnog gesloopt worden en ging het om een tijdelijk verhaal, maar er zouden in ieder geval weer even auto's gebouwd worden. Al aan het einde van de zomer van 1945 werden maar liefst 40.000 exemplaren besteld door het Britse leger en onder leiding van Hirst werd de productie voorbereid. In december van dat jaar rolden de eerste 'Kevers' van de band.
Hirst achter het stuur van de duizendste Volkswagen
De fabrieksnaam 'Volkswagenwerke' werd enigszins weggedrongen door het neutralere en Britse 'Wolfsburg Motor Works', maar de auto die van de band rolde was onmiskenbaar een afstammeling van wat oorspronkelijk in groten getale als 'Der Volkswagen' had moeten verschijnen. De auto zelf werd dan ook als Volkswagen aangeduid. In maart 1946 stond de teller al op 1.000 gebouwde auto's. Het 'feestnummer' werd door Hirst zelf de fabriek uit gereden. Hirst overzag in de periode die volgde het aantrekken van meer Duitse medewerkers voor de productie van de auto's en onder zijn toeziend oog werd ook een bestuur opgericht. Een belangrijke stap in het uiteindelijk loslaten van de Britse invloed en het weer aan de - nu democratisch functionerende - Duitse bevolking.
Anderhalf jaar na de duizendste Volkswagen was er al veel vooruitgang geboekt. De Britten hadden zich toegelegd op het verbeteren van het productieproces, maar ook op het opzetten van een bestuur waar overgebleven aanhangers van het Nationaal Socialisme uit verwijderd waren. Het werd meer en meer een onder Duits leiderschap functionerende autofabriek en er waren ook al dealers opgezet buiten Wolfsburg. Op dit punt was wel duidelijk dat het niet zomaar gedaan zou zijn met de productie als de Britten het weer genoeg vonden geweest. Die intentie was er inmiddels ook zeker niet meer. Sterker zelfs; ook over de grens begon er interesse te komen in de Volkswagen. Ben Pon, de oprichter van wat nog altijd de Nederlandse importeur van Volkswagen is, kwam in oktober 1947 de eerste vijf Kevers ophalen in Wolfsburg. Daarmee werd het officieel een exportproduct.
Ben Pon, derde van links, met de eerste voor Nederland bestemde Kevers.
In de jaren erna bleef de productie maar groeien en op 1 januari 1948 kwam Volkswagen weer geheel onder Duits leiderschap te vallen. Inmiddels had het bedrijf 8.700 werknemers en stond de productieteller op 19.000. In de herfst van 1949 werd de Britse invloed volledig overgedragen en kreeg de nieuw gevormde West-Duitse regering volledig zeggenschap over het bedrijf. De rest is geschiedenis.
De in 2000 overleden Ivan Hirst, de grote man achter het Britse begin van het naoorlogse Volkswagen, vertelde een jaar voor zijn overlijden in eigen woorden over zijn rol erin. Een interessante documentaire, voor wie geïnteresseerd is in het uitgebreidere verhaal:
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen