Geschiedenis van de maximumsnelheid - De Vluchtstrook
Omhoog en toch weer omlaag
De maximumsnelheid op de snelweg is nu iets meer dan een jaar 100 km/h overdag. Daarvoor was het op veel snelwegen 130 km/h en dat geldt op sommige trajecten nog steeds in de avonduren en 's nachts. De tijd dat er nog helemaal geen maximumsnelheid was, is minder lang geleden dan je mogelijk denkt.
De maximumsnelheid in Nederland kent een interessant verleden. Veel mensen zullen niet beter weten dan dat er een limiet is op alle wegen en zien de Duitse Autobahn als een bijzondere uitzondering. Het is echter nog niet eens zo overdreven lang geleden dat je ook in Nederland gewoon zelf mocht bepalen wat je een prettige snelheid vond op de snelweg. De maximumsnelheid op de snelwegen is in ons land namelijk 'pas' in 1974 ingevoerd.
Voor die tijd gold er dus geen limiet. Natuurlijk werd er wel tot op zekere hoogte gehandhaafd op gevaarlijk rijgedrag, maar wie 200 km/h wilde rijden op de A1, kon zijn gang gaan. Daarbij moet wel worden gezegd dat je in die tijd een behoorlijke auto moest hebben om die snelheid te bereiken. Zelfs 140 km/h was in veel auto's nog bepaald geen pretje, als ze het al haalden. Begin jaren 70 waren veel auto's echter al een stuk capabeler dan in de jaren 50 en dus werd er ook steeds makkelijker heel hard gereden. Dat leidde uiteraard vaker tot grote ongevallen, vaak met dodelijke afloop, aangezien de auto's qua veiligheid natuurlijk nog genoeg te wensen overlieten. Jaarlijks lieten rond de 3.000 mensen het leven in het verkeer. De roep om actie werd sterker en uiteindelijk veranderde op 6 februari 1974 iets fundamenteels op 's lands snel- en autowegen: er kwam een maximumsnelheid.
Handhaving
Vanaf die dag mocht je niet harder meer dan 100 km/h op de snelwegen en autowegen. Buiten de bebouwde kom kwam de grens op 80 km/h te liggen. Eigenlijk hetzelfde als vandaag de dag dus. Overigens gold sinds 1957 al wel de maximumsnelheid van 50 km/h binnen de bebouwde kom. Handhaving van de maximumsnelheid op de snelweg was in de jaren vlak na de invoering nog kinderspel vergeleken met nu. Trajectcontroles bestonden nog niet en ook stond het meten van de snelheid van een rijdende auto nog in de kinderschoenen. De belangrijkste handhaving kwam voor rekening van de heren en dames van de Rijkspolitie die al surveillerend door Nederland snelheidsduivels langs de kant zetten. Zij hadden al sinds de jaren 60 de bekende Porsches tot hun beschikking, waardoor eigenlijk niemand in zijn dagelijkse vervoersmiddel ze te snel af kon zijn.
In de praktijk bleef het overschrijden van de maximumsnelheid tot ver in de jaren 80 iets waarmee je makkelijk weg kon komen. Gewoon goed opletten of er geen politieauto in de buurt was en je kon het gas intrappen. De opkomst van trajectcontroles, mobiele flitsers en de groeiende inzet van (steeds vaker onopvallende) surveillanceauto's bracht daarin gaandeweg verandering.
Kritiek
Niet alleen was er in het begin weinig reden om de limiet netjes te volgen vanwege de lage pakkans, ook was het draagvlak voor de maximumsnelheid in Nederland niet heel groot. Natuurlijk was iedereen het er wel mee eens dat het aantal verkeersslachtoffers omlaag moest, maar het vermoeden was dat het de overheid daar niet zo zeer om te doen was. Het viel immers vrijwel samen met de oliecrisis en werd dus door velen gezien als een maatregel die puur het verbruik van brandstof omlaag moest brengen.
Ook was er argwaan over de beweegredenen van de premier van dat moment, Joop den Uyl. Kees Vogel, de oprichter en voormalig commandant van de Algemene Verkeersdienst, gaf in een interview in 2004 aan dat het 'allemaal politiek was'. PvdA'er Den Uyl zou volgens hem voorstander van de maximumsnelheid geweest zijn vanuit een 'nivellerend' motief. "Dat werd niet hardop gezegd, maar ik heb het achteraf nog persoonlijk uit de mond van oud-premier Joop den Uyl vernomen. Hij zag al die rijke mensen met grote, snelle auto's over de weg razen en vergeleek dat met de gewone man die wel 150 kilometer per uur wilde, maar met de wind in de rug van zijn Deux Chevaux op zijn best 110 kilometer haalde. Zodoende viel de maximumsnelheid laag uit, op 100 kilometer per uur."
Verhoging van de maximumsnelheid
De maximumsnelheid ontwikkelde in zekere zin mee met de auto-industrie. Auto's konden namelijk steeds makkelijker en veiliger harder dan 100 km/h rijden. In 1988 ging er dan ook een streep door 100 km/h als limiet en werd de bovengrens naar 120 km/h verhoogd. Dat gebeurde vanaf 1 mei geleidelijk op steeds meer wegen. De nieuwe maximumsnelheid was wel afhankelijk van de inrichting van de weg. Zo bleef op autowegen 100 km/h de limiet en ook op sommige snelwegtrajecten. Een belangrijke kanttekening bij de verhoging van de maximumsnelheid was dat er veel meer nadruk kwam te liggen op handhaving. Daarvoor waren inmiddels immers technieken die vandaag de dag ook nog voor post uit Leeuwarden kunnen zorgen.
120 km/h bleef 12 jaar lang de onomstotelijke maximumsnelheid, maar pakweg tien jaar geleden begon er voor het eerst echt weer iets te borrelen op dat vlak. Er werd gesproken over verhoging naar 130 km/h en dat kreeg handen en voeten met een proef op de Afsluitdijk en later in 2011 ook op diverse andere trajecten. Het doel was om te onderzoeken of het voor het hele land een optie was. Uiteindelijk ging de Tweede Kamer overstag en werd er voor een verhoging naar 130 km/h gestemd, die inging op 1 september 2012. Net als bij de invoering van 120 km/h als limiet gold weer dat op sommige trajecten 100 km/h de maximumsnelheid bleef. Ook ging bij het openen van spitsstroken de maximumsnelheid omlaag.
Tot maart vorig jaar hield de limiet van 130 km/h het vol. Toen gingen we in één klap terug naar (tussen 6 en 19 uur overdag) landelijk 100 km/h, de limiet die dus tot 1988 gold. Deze verlaging werd doorgevoerd met de stikstofcrisis als reden. Een lagere maximumsnelheid zou een gunstig effect hebben op de stikstofuitstoot in Nederland en dat was hard nodig, onder meer omdat bouwprojecten door de landelijke overschrijding van de stikstofnormen voor een belangrijk deel kwamen stil te liggen. Wederom is de wijziging niet onomstreden. Het effect van de snelheidsverlaging op de landelijk stikstofneerslag zou 'marginaal' zijn. In november 2020 kwam uit een onderzoek naar voren dat één kalkoenboer het voordeel al teniet zou doen. Uitzicht op verandering is er echter niet echt, de kans lijkt klein dat een nieuw kabinet de maximumsnelheid weer gaat verhogen. Deze week werd wel bekend dat het draagvlak voor 100 km/h als maximumsnelheid te wensen overlaat.