Gereden: Volkswagen Golf VI

De jongste editie van de Golf heeft op zijn zachtst gezegd niet het meest opzienbarende design van dit jaar, maar de tijdloosheid ervan lijkt weer gegarandeerd. In het echt oogt de auto modern en mooi strak, maar echt spraakmakend is het allemaal niet. Vooral de kont is toch wel wat anoniem. Binnenin zijn er echter grote stappen gemaakt. Mooie klokken, mooie middenconsole. Voor iedereen die wel eens een Passat CC heeft gereden is het een feest der herkenning. Veel Volkswagen-haters doen het model af als een simpele facelift, waarmee de 'VI' toch echt te weinig credit krijgt. Volkswagen roept op zijn beurt dat het een compleet nieuw model is. Ook niet helemaal waar. Zoals we het als polderende Nederlanders graag zien, ligt de waarheid ergens in het midden. De auto is gebouwd op het platform van de huidige Golf, daar valt geen speld tussen te krijgen. Maar vervolgens is er zoveel veranderd dat de voorwaartse stappen duidelijk te merken zijn. We konden de Golf tijdens de introductie proberen met drie motoren: de 122 pk TSI die we al kennen uit de huidige Golf, de 1.4 TSI met 160 pk zoals in de Scirocco en

de nieuwe VAG-commonraildiesel met 140 pk. Een motor die we inmiddels al goed kennen uit bijvoorbeeld de Tiguan. Je kunt straks kiezen tussen 140 en 110 pk. Omdat we de benzinemotor al in de oude Golf gereden hebben, gingen we met de diesel op pad. Volkswagen benadrukt tot vervelens toe hoe stil de nieuwe Golf wel niet is geworden, maar al rijdend blijkt dat dit geen bluf is. Dat de soepele dieselmotor een enorme vooruitgang is ten opzichte van de oude pompverstuivers wisten we al, maar binnenin de Golf merk je aan het geluid gewoon niet dat je diesel rijdt. Het geluid is zelfs bij een koude start niet des Volkswagens (in de Tiguan maakt dezelfde motor meer lawaai) en al rijdend heb je meer last van wind- en bandengeruis dan van de motor. Als je stationair naast de auto gaat staan merk je ook het grote verschil tussen binnen en buiten. De diesel is niet eens zó stil, maar de isolatie is gewoon erg goed. Het rijden is zoals we van een Golf gewend zijn. Redelijk onderstel, niet al te veel gevoel in het stuur: de eeuwige brave gulden middenweg die een Golf zo herkenbaar maakt. Zeker geen uitblinker in zijn klasse, maar zoals altijd ruim voldoende. Nieuw is de Dynamic Chassis Control DCC (niet standaard), waarmee je het onderstel zelf kan instellen: normaal, comfort of sport. De verschillen zijn niet overdreven groot, maar vooral bij het insturen van een bocht merk je dat de auto zich een stuk sneller 'zet', als je voor sport kiest. Toch lekker. Dit gaat uiteraard ten koste van het comfort, maar plankhard wordt het allemaal niet. De techniek zal het sterkste punt worden deze Golf: zowel de commonraildiesel- als de (TSI)-benzinemotoren zijn van grote klasse, en gecombineerd met een DSG-versnellingsbak zorgen ze voor een nieuwe maatstaf qua verbruik. Zo heeft de 122 pk TSI een CO2-uitstoot van 139 gram, de 105 pk Bluemotion 1.6 TDI die we volgend jaar kunnen rijden 'doet' zelfs 99 gram. Dat is verrekte zuinig voor een auto in dit segment.