Gereden: Suzuki Alto

Suzuki Alto
Vanaf vijftig meter afstand moet je een Suzuki meteen kunnen herkennen, heeft de leiding van het Japanse merk bepaald. Daarvoor heb je een familiegezicht nodig. Hoe dat gezicht er uit ziet? Kijk naar de nieuwe Alto.

Het nieuwe gezicht van Suzuki

Vanaf vijftig meter afstand moet je een Suzuki meteen kunnen herkennen, heeft de leiding van het Japanse merk bepaald. Daarvoor heb je een familiegezicht nodig. Hoe dat gezicht er uit ziet? Kijk naar de nieuwe Alto.

Tekst Arno Böckling, foto's Pieter E. Kamp

Voor de Nederlandse Suzuki-importeur is de Alto een heel belangrijk model. Ongeveer de helft van alle Suzuki's die in ons land rondrijdt, is een Alto. We hebben het dan wel over Alto's van verschillende generaties, dus niet alleen het model - de 1.0 - dat nu afgelost wordt. Logisch dat er van het wagentje dat nu in de prijslijst staat als 'New Alto' veel wordt verwacht. De 1.0 was een hele sprong vooruit vergeleken met z'n voorganger, die nog het uiterst bescheiden formaat had van een typisch Japans stadsautootje. Toch bleef de Alto ondanks z'n groeispurt bij de kleintjes horen. Daarin komt met de introductie van de nieuwe versie geen verandering; de afmetingen van de 'New Alto' en de 1.0 verschillen heel weinig. Wel heeft het nieuwe wagentje een duidelijk ander ontwerp. Was de 1.0 een aaibaar autootje met afgeronde vormen; de nieuwe versie doet volwassener aan en z'n styling is helemaal van deze tijd. Het koetswerk vertoont moderne MPV-trekjes: het is tamelijk hoekig en ook wat hoger dan dat van de vorige generatie. De koplampen met daartussen een flinke grille kijken je zelfbewust aan. En de forse bumper/spoiler met daarin een grote luchtinlaat draagt ook bij aan het volwassen gezicht, dat lijkt te zeggen dat de New Alto niet voor de poes is. Met die gelaatsuitdrukking en z'n eigentijdse carrosserie doet het kleinste model van Suzuki sterk denken aan de grotere Ignis. Zo heel veel groter is die Ignis trouwens niet. En dat is ook weer niet zo vreemd, want de twee modellen hebben dezelfde wielbasis.

Volwassen dashboard
Dat de New Alto en de Ignis veel van elkaar weg hebben, is geen toeval. In tegendeel. 'Van een afstand van vijftig meter moet direct te zien zijn dat het om een Suzuki gaat', zegt Hirotaka Ono, director en senior general manager van het kort geleden opgerichte Suzuki International Europe in Frankfurt. Die Europese vestiging is er niet voor niks gekomen. Het gaat om 'voeling' met de Europese markt. Want net als andere Aziatische fabrikanten heeft ook Suzuki ontdekt dat een wagen die bij de Europese automobilist in de smaak valt ook in de rest van de wereld goed te verkopen is. De invloed van de vestiging in Frankfurt zal pas zichtbaar zijn bij modellen die we over een paar jaar kunnen verwachten. Maar met modellen als de New Alto en de Ignis is Suzuki in ieder geval al op de goede weg. Dat geldt ook voor het interieur van de Alto. Daar zien we nog steeds de nu niet bepaald inspirerende gladde grijze kunststof, die we ook bij het vorige model tegen kwamen. Maar er zijn toch ook verbeteringen. Het dashboard werd volwassener. Kon in één moeite door, want het moest toch een nieuwe vorm krijgen om rechts een airbag voor de bijrijder een plaats te kunnen geven. Inderdaad; de New Alto krijgt standaard airbags voor de bestuurder en de passagier naast hem mee. Het nieuwe dashboard kreeg ook een echte middenconsole. In de vorige versie van de Alto deed de console een beetje speelgoedachtig aan, en hield ver boven de vloer op. De nieuwe console - in een donkere tint - loopt veel verder naar beneden door. Dat de console optisch verbonden is met het instrumentenpaneel zorgt ook voor een serieuzere indruk. En natuurlijk draagt het airbagstuur een steentje aan die indruk bij. Andere verbeteringen in het interieur? De voorportieren zijn nu voorzien van kaartenvakken en het wagentje krijgt ook nog eens bekerhouders mee. Het vorige model was leverbaar met drie of vijf portieren. Die nieuwe Alto is er alleen als vijfdeurs. Helemaal geen verkeerd idee, want twee zijportieren achter zijn best handig. Niet alleen als er volwassen mensen mee gaan, maar ook als kinderen achterin in hun zitjes moeten worden gezet. Maar is het dan geen nadeel dat het jonge spul achterin de deuren kan openen? Nee, als papa en mama de kindersloten inschakelen, is er niets aan de hand. Bij de modelwisseling is het binnen iets ruimer geworden: de hogere daklijn zorgt voor wat meer hoofdruimte en de langere wielbasis levert een beetje meer beenruimte op. Veel moeten we ons daar niet van voorstellen; de Alto blijft een kleintje, met zitmeubilair met bescheiden afmetingen. Bescheiden afmetingen heeft ook de bagageruimte. Maar een in ongelijke delen neerklapbare achterbankleuning maakt uitbreiding mogelijk.

Ons bin zunig
De New Alto kreeg ook een nieuwe motor; een 1,1 liter zestienkleps viercilinder. Die machine zit wat ruimer in z'n cc's dan de oude en kan daardoor wat meer presteren. Zo levert hij 46 kW/63 pk in plaats van 43 kW/58 pk en 85 newtonmeter koppel in plaats van 78 Nm. Het machientje klinkt pittig als je stevig gas geeft, maar over het prestatievermogen van de nieuwe Alto moeten we ons natuurlijk geen illusies maken. De fabriek geeft niet op hoe snel het wagentje van nul naar honderd zou moeten kunnen optrekken. Maar we mogen aannemen dat het niet veel sneller zal zijn dan het oude model, dat voor dit sprintje zo'n vijftien tellen nodig heeft. Bij het oude gebleven zijn in ieder geval de rij-eigenschappen van de Alto. De besturing is knap vaag en werkt, als hij niet bekrachtigd is zoals bij de GL, ook nogal zwaar. In bochten laat de op comfort afgestemde vering en demping de koets nogal overhellen en als je de vaart er een beetje in hebt krijg je al gauw te maken met onderstuur. Schakelen? Niet dat je nu gauw een versnelling zult missen, maar de pook gaat bepaald niet strak door het schakelpatroon. Maar goed, wie verwacht er van een Alto nu ook sportiviteit? Zuinigheid is z'n sterke punt. Bij 'gecombineerd verbruik' scoort hij 4,9 l/100 km en daarvoor wordt hij - of beter gezegd z'n koper - in 2002 door de Nederlandse overheid beloond met een stimuleringspremie van € 1.000. Dat scheelt een slok op een borrel als we naar de prijzen kijken. De zuinig uitgeruste 1.1 GL - hij heeft zelfs geen stuurbekrachtiging, geen wieldoppen en geen kindersloten achter! - komt op € 7.999. Voor de 1.1 GLS betaal je € 8.999. Inbegrepen zijn dan extra's als stuurbekrachtiging, elektrisch bedienbare ramen voor, centrale deurvergrendeling, een toerenteller, een klokje, een grille met chromen omlijsting, met stof beklede portieren en bumpers in carrosseriekleur. ABS is een optie die de GLS € 499 duurder maakt. Geen stimuleringspremie helaas voor de 1.1 GLS automaat - prijs € 10.299 - die niet zo zuinig met de brandstof omspringt.

Alle gegevens en prijzen vindt u in CarBase.

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (0)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.