Gereden: BMW Z4 M Coupé
De Z4 M Coupé is net als zijn topless tweelingzus uitgerust met de 3,2-liter zescilinder lijnmotor die we ook al kennen uit de M3. Hij levert een vermogen van 343 pk en heeft een maximum koppel van 365 Nm.
Net als de Roadster is de Coupé voorzien van de specifieke M-aanpassingen: het M-front met de speciale bumperspoiler met luchtinlaten, de achterbumper met twee maal twee uitlaatpijpen en een luchtsplitter en de 18-inch wielen met 225/45- en 255/50-rubber. En natuurlijk het 10 mm verlaagde onderstel, de aangepaste wielstanden en het sperdifferentieel dat zich aanpast aan de snelheid. Het uitschakelbare DSC (Dynamic Stability Control) met CBC (Cornering Brake Control) hoort daar ook bij. Samen met Dynamic Brake Control voorkomt het onverwachte capriolen als er bij voorbeeld plotseling in een bocht geremd wordt. De sportknop zorgt voor snellere reacties op het gaspedaal en de besturing.
Verder bleek ook dat de achterschermen uit een andere mal komen dan die van de Roadster, om ze optimaal op de grote achterklep te laten aansluiten. En hoewel er een zeer klein verschil in gewicht is, komt de Coupé nog iets dichter bij de optimale 50:50 gewichtsverdeling.
We reden niet alleen op de openbare weg, waar je je in het begin even moet inhouden, want de Z4 M Coupé is vooral uitnodigend stabiel en de motor hangt verschrikkelijk graag aan het gas. Toch is het allerminst een probleem om met nette snelheden te toeren. Misschien is de wetenschap dat we de volgende ochtend uren de tijd hebben om met de M Coupé tot 'het gaatje' te gaan op het circuit van Estoril ook wel rustgevend.
Hoe dan ook, de circuitsessie is puur genieten. De M Coupé is ongelooflijk stabiel. De elektronische systemen behoeden een onervaren bestuurder voor vreemde capriolen en de m/v die wél eerder de ideale lijnen heeft gereden, kan optimaal genieten. De BMW zescilinder piekt pas bij 7.900 tpm, komt met een vanzelfsprekend gemak op toeren en brengt het vermogen op een perfecte, geleidelijke manier op het asfalt.