Gereden: Aston Martin DBS

Het verdwijnen van de Vanquish houdt meteen het einde van Aston Martin 'oude stijl' in. Net als de V8 Vantage en de DB9 is de DBS namelijk gebouwd op de moderne, aluminium VH-chassis-constructie.
Al na een paar kilometer komen we tot de conclusie dat de DBS uit een geheel ander hout gesneden is dan de DB9, waar we eerder mee reden. Die DB9 is een GT met sportwagenkwaliteiten, de DBS is een sportwagen met GT-kwaliteiten. De enige smet op de heerlijk scherpe DBS is de enigszins gevoelloze besturing.
Doordat de auto voorzien is van adaptieve Billstein-schokdempers, kun je ook comfortabel naar het casino met deze Aston Martin. De 5,9-liter V12 iets gereserveerder van karakter dan de warmbloedige Italiaanse concurrentie. Niet zozeer qua kracht, want met een acceleratie van 0 tot 100 in 4,3 seconden en een topsnelheid van 303 kilometer per uur. Maar de grote trekkracht onderin is wel een duidelijk verschil.
De DBS is het indrukwekkendste Engelse projectiel dat we ooit gereden hebben, en goed genoeg voor een aanval op het beste van Italië en Duitsland in te zetten. Jaarlijks moeten er 500 exemplaren van de in Nederland 329.700 euro kostende Aston Martin van de band rollen, maar dat is niet genoeg om aan de vraag te voldoen.