Europees Parlement wil toch afscheid brandstofauto in 2035

Het Europees Parlement stemt deze week over een aantal cruciale plannen van de Europese Commissie om de Europese klimaatdoelen te halen. Aan sommige onderdelen werd echter gemorreld, omdat die burgers of het bedrijfsleven bijvoorbeeld te hard zouden raken. Eerder op de dag werd een van de voorstellen na onenigheid tussen de voorstanders weggestemd, waarna de stemming over andere daarmee samenhangende plannen in allerijl werd uitgesteld om een domino-effect te voorkomen.

Aan dat lot ontsnapte het commissievoorstel om de verkoop van nieuwe brandstofauto's vanaf 2035 te verbieden. De christendemocratische EVP, de grootste fractie in het parlement, wilde met steun van de rechterflank van het parlement nog 10 procent van de CO2-uitstoot van 2021 - het vergelijkingsjaar -  toestaan. Met name Europarlementariërs uit Duitsland toonden zich gevoelig voor de zorgen van de vele autofabrikanten uit dat land.

VVD-Europarlementariër Jan Huitema, die het voorstel onder zijn hoede had, noemt deze stap geweldig nieuws: "Deze wetgeving stimuleert het op de markt brengen van schone auto’s, bijvoorbeeld elektrisch of waterstof. Met CO2-normen scheppen we duidelijkheid voor de auto-industrie en stimuleren we innovatie en investeringen voor autofabrikanten. Met meer emissievrije auto’s op de weg zal de luchtkwaliteit op termijn verbeteren. Het rijden op stroom is al stukken goedkoper dan rijden op benzine. Maar de aanschafprijs van zo'n auto is vaak hoog. Deze wetgeving zorgt ervoor dat de aanschafprijs van elektrische auto's en waterstofauto’s naar beneden gaat en dat er sneller een tweedehands markt ontstaat. Zo wordt duurzaam rijden niet iets voor alleen de rijken, maar betaalbaar en toegankelijk voor iedereen."

De klimaatman van de commissie, vice-president Frans Timmermans, deed dinsdag nog een klemmend beroep op de Europarlementariërs om de plannen niet af te zwakken. De auto-industrie is zelf al vrijwel om, stelde hij. En de klimaatvoorstellen kunnen geen afzwakking lijden, want dan raakt onherroepelijk de afspraak uit zicht om de EU voor 2050 klimaatneutraal te maken.

Nu het Europees Parlement een standpunt heeft ingenomen, kunnen de onderhandelingen met de EU-landen beginnen. Pas als ook zij instemmen, kunnen de voorstellen van kracht worden.

Auto-industrie zet vraagtekens bij plan

In tegenstelling tot wat Timmermans beweert, is de auto-industrie nog helemaal niet zo 'om'. ACEA, de Europese branchevereniging, stelt dat het goed is dat het Europees Parlement met ambitieuze doelstellingen komt om de CO2-uitstoot te beperken, maar vraagt zich wel af of deze haalbaar zijn. Onzekere factoren als problemen in de leveringsketen, de beperkte beschikbaarheid van materialen voor EV's en de trage uitrol van laadinfrastructuur zijn met name punten van zorgen.

Oliver Zipse, topman van BMW en ACEA-voorzitter, vindt daarom dat de doelen niet in steen gebeiteld moeten staan en er tussentijdse evaluaties plaats moeten vinden. "Gezien de onzekerheid die we wereldwijd van dag tot dag ervaren, is langetermijnregelgeving die verder gaat dan dit decennium in dit vroege stadium voorbarig", stelt Zipse. "In plaats daarvan is halverwege een transparante evaluatie nodig om de doelstellingen voor de periode na 2030 vast te stellen." Zipse voegt daar overigens wel aan toe dat de auto-industrie volledig mee zal werken aan het doel van de Europese Unie om tegen 2050 CO2-neutraal te zijn.