Een Mini kopen? Deze opties zijn er

Tot zeven Mini-modellen tegelijkertijd

Mini Cooper en Countryman

Wat in 2000 begon met de New Mini is uitgegroeid tot een volwassen automerk. Een populair automerk ook, want alleen al in Nederland komen er elk jaar ruim 5.000 nieuwe Mini’s bij. Welke opties heb je als je een Mini wil kopen, en waar moet je dan op letten? We zetten het voor je op een rij. 

Het is heel goed te begrijpen dat je een Mini wilt. Vooral de compacte modellen zijn echt gericht op rijplezier, waar de meeste andere merken liever allrounders voor een breed publiek produceren. Om dat probleem op te lossen, breidde Mini het gamma steeds iets verder uit, met op het hoogtepunt maar liefst zeven verschillende modellen, met elk hun eigen doelgroep. 

Er valt dus genoeg te vertellen over de levensloop van het nieuwe Mini, en een heel merk samenvatten in een enkel artikel is wat optimistisch. Daarom lichten we er vooral de belangrijkste eigenschappen per generatie uit en gaan we zo nu en dan wat scherp door de bocht. Eén geluk: dat kan prima met een Mini. 

Eerste generatie (2000-2007) 

De eerste generatie van het nieuwe Mini is nog overzichtelijk. In 2000 verschijnt de driedeurs met codenaam R50, twee jaar later gevolgd door de 163 pk sterke Cooper S (R53) met jankende supercharger. In 2004 is het gamma compleet dankzij de introductie van de Mini Cabrio (R52), die er ook als Cooper S is. De formule werkt meteen. Elk jaar kiezen zo’n 2.000 Nederlanders voor een nieuwe Mini. Zij stellen looks en rijeigenschappen boven praktisch gebruiksgemak, want als je voornamelijk dat laatste zoekt, moet je echt iets anders kopen.  

Aandachtspunten eerste generatie Mini 

Inmiddels zijn de eerste ‘nieuwe’ Mini’s alweer bijna 25 jaar oud, wat betekent dat steeds vaker de algemene regels voor oudere auto’s gelden. Het onderhoud dat een specifiek exemplaar heeft gehad, is daarbij belangrijker dan het merk en type. Let dus op een goede – recente – onderhoudshistorie, ondersteund met een ingevuld serviceboekje en het liefst facturen. Wellicht ten overvloede: ook na aanschaf is het van groot belang om je Mini regelmatig te laten onderhouden. Dan heb je er doorgaans een behoorlijk betrouwbare auto aan. 

Toch heeft het zin om tijdens je zoektocht extra aandacht te hebben voor een aantal modelspecifieke pijnpunten. Zo hebben de Mini One en Cooper tot 2004 een revisiegevoelige versnellingsbak, maar voor de zesbak van de Cooper S geldt dat niet. Ook gaat het koppelingspedaal vaak vrij zwaar, wat duidt op een wat ouder wordende drukgroep. Minder ernstig, maar mogelijk wel irritant: modellen van voor 2004 hebben vaak last van rammels en kraakjes in het interieur. Alles weten over de technische ins en outs? Lees hier het complete Occasion Aankoopadvies voor de Mini R50, R52 en R53. 

Tweede generatie (2007-2014) 

Bij de tweede generatie, geïntroduceerd in 2007, is het hek van de dam. Mini ruikt succes en geeft daar invulling aan volgens het principe ‘meer is beter’. Naast de driedeurs hatchback en cabrio wordt het gamma uitgebreid met een wat wonderlijk getekende vijfdeurs en de Mini Clubman, een opvallende stationwagon met alleen rechts een klein extra achterportier. In 2010 komt er zelfs een C-segment SUV, de Countryman, die we destijds ‘de meest omstreden Mini tot nu toe’ noemen. Drie jaar later doet Mini het nog eens dunnetjes over met een opvallende driedeurs SUV genaamd Paceman.  

Als je dacht dat dit alles was, houd je vast, want ook een enkele cabrio in het gamma blijkt niet genoeg. Daarnaast lanceert Mini de tweezits Roadster. Als je de zitplaatsen van de Cabrio niet nodig hebt, zouden we zonder meer voor deze vlotter gelijnde Roadster gaan. De Mini Coupé is ook een bijzonderheid, maar met zijn fancy ‘petje’ als dak moet je hem maar net mooi vinden.  

Met de uitbreidingen van het gamma bedient Mini duidelijk een bredere doelgroep. Ook de afwerking is flink verbeterd ten opzichte van de eerste generatie. In eerste instantie lijken ook de motoren flink te zijn verbeterd. Onder de motorkap liggen moderne viercilinders, ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen BMW en Peugeot. Het zijn stille, soepele en krachtige motoren, maar naarmate ze ouder worden, ontwikkelen ze een aantal problemen. 

Technische uitdagingen tweede generatie Mini 

De 1,4 en 1,6-liter benzinemotoren hebben namelijk de nodige pijnpunten. De distributieketting is gevoelig voor slijtage, waardoor hij langer wordt en de motor in het ergste geval stuk kan lopen. Ook komt vaak een verhoogd olieverbruik voor. Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat de olie regelmatig en op tijd is ververst, zeker iets om op te letten bij de aanschaf van een gebruikt exemplaar. Deze pijnpunten zijn universeel voor de ‘gewone’ Mini, maar gelden net zo goed voor de Clubman, Paceman, Countryman, Roadster en Coupé, die met dezelfde motoren zijn geleverd. Wil je meer weten over de aanschaf van een gebruikte Mini, bekijk dan deze video

Derde generatie Mini (2014-2024) 

De derde generatie Mini draait alweer ruim tien jaar mee. Intussen voelde Mini de noodzaak om het gamma weer wat in te krimpen, waardoor de Paceman, Roadster en Coupé verdwijnen. De  Clubman is voortaan een volwaardige stationwagon en ook de Countryman groeit nog iets verder door. De Mini mag volwassen geworden zijn, rijden doet hij gelukkig nog als vanouds. Of misschien zelfs iets beter, want het nieuwe onderstel maakt hem nog gretiger dan zijn voorganger. De driedeurs blijft onveranderd stug en ook nog steeds niet praktisch, maar er zijn binnen het Mini-gamma voldoende ruimere (vijfdeurs, Clubman) en comfortabeler (Countryman) alternatieven.  

Ook onder de motorkap zien we belangrijke wijzigingen. De THP-motor van BMW/Peugeot is vervangen door BMW’s eigen producten. De instapmotor is een 1.2-driecilinder met 100 pk, die is voorbehouden aan de drie- en vijfdeurs. De 1.5 turbo met 136 pk en een 2.0 viercilinder (vanaf 192 pk) maken in alle modellen de dienst uit. Ook is er een dieselmotor, al is die in Nederland weinig populair. 

Technisch veel beter 

De nieuwe driecilinder is een fijne motor in de omgang. Je merkt zelfs nauwelijks dat je met een driepitter van doen hebt. Toch zijn ze in de eerste bouwjaren niet helemaal probleemloos. Ze hadden last van een zwak uitgevoerd axiaallager, waarvoor een ingrijpende modificatie nodig is. Modellen van na 2015 kennen dit probleem niet meer, maar controleer bij eerdere modellen of de modificatie wel is uitgevoerd. Een ander bekend issue: een kabel bij de startmotor kan losraken, waardoor de auto niet meer start. Afgezien van deze uitdagingen is de derde generatie Mini de beste die je nu kunt kopen. Hoe actueel de derde Mini nog is, blijkt wel uit de vorig jaar verschenen vierde generatie. Stiekem is dit niet meer dan een zeer uitgebreide facelift van het model uit 2014. Alleen de elektrische Mini Cooper SE is volledig nieuw. 

Mini Cooper C en de elektrische SE naast elkaar, zoek de verschillen!

Ben je op zoek naar een gebruikte Mini? Bekijk hier het occasionaanbod. De prijzen beginnen bij zo’n €2.000,- voor een redelijke Mini R50 met hoge kilometerstand en lopen op tot €68.850,- voor een zo goed als nieuwe Mini Countryman 2.0 JCW All4 John Cooper Works F1 met 306 pk. 

Lezersreacties (20)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.