De snelle facelift van de Ford Escort Mk5 - Uit de Oude Doos
'Huiswerk overdoen'
Ford moet zich aardig achter de oren hebben gekrabd toen Opel in 1991 de eerste Astra presenteerde en Volkswagen de Golf III. Dat blijkt wel uit het feit dat de net iets eerder geïntroduceerde Escort Mk5 in 1992 al werd gefacelift.
Ford was er net even een jaar eerder bij dan de directe concurrenten Opel en Volkswagen met een nieuwe compacte middenklasser. Terwijl Opel de Kadett E nog in de showroom had staan en Volkswagen de Golf II, parkeerde Ford een gloednieuwe Escort bij zijn dealers. Een mooie voorsprong zou je zeggen, maar niets bleek minder waar. Ford had niet kunnen afkijken waar de concurrentie mee op proppen kwam als vervangers van hun succesnummers en schrok zich in 1991 waarschijnlijk een hoedje. Zowel de Astra F als de Golf III bleken direct uiterst pittige concurrenten voor de Escort Mk5. Terug naar de tekentafel dus, zo besloot Ford.
Ford werkte snel, want in 1992 verscheen er al een flinke update voor zowel de Escort als de toen nog Orion geheten sedanversie. Daarbij werd om te beginnen het front aangescherpt, om de Escort en Orion een wat moderner voorkomen te geven. De lamellengrille van de pre-facelift maakte plaats voor een ovalen, meer open exemplaar. Bij de Escort hatchback en Escort cabriolet gingen ook de achterlichten op de schop. Die kregen een uitloper in de achterklep erbij en bovendien kregen ze meer rode beglazing.
In het interieur sprongen de veranderingen minder in het oog. Daar moest vooral een wat aangepast stuurwiel voor wat meer veiligheid zorgen bij een botsing. Het stuur was opgetrokken uit zachtere materialen om de kans op letsel te verminderen en ook moest het stuur meer op zijn plek blijven bij een frontale botsing. Meer veiligheidsverbeteringen? Jazeker: de Escort en Orion kregen verstevigde portieren, dorpels en een bodemplaat die een zijwaartse botsing beter aan moest kunnen. Je raadt het al: de Escort werd er een slagje zwaarder (en dus ook trager) van en ook leverde hij wat binnenruimte in. Concessies waar Ford kennelijk wel mee kon leven.
Een ander meer merkbaar pijnpunt van de pre-facelift Ford Escort Mk5 was het gebrek aan verfijning bij de 1.6. Dat was immers nog gewoon het achtkleps CVH-blok, een motor die ook al in de Escorts Mk3 en Mk4 leverbaar was. Ook de kleinere motoren (1.3 en 1.4) van de Escort waren nog van die motorenfamilie, waar de 1.8 van de nieuwere Zeta-lichting met zestien kleppen was. Ford besloot om de 1.6 CVH bij de facelift te vervangen door een kleinere broer van de 1.8 Zeta-motor, met als gevolg dat de 1.6 voortaan een meer verfijnde keuze dan voorheen was en je niet per se op de 1.8 aangewezen was als je een moderne motor wilde. Belangrijk, want de 1.8 was voor veel klanten een slagje groter dan noodzakelijk.
De snelle oplapactie van Ford hielp wel iets in de verkoopcijfers, maar het kon in Nederland niet voorkomen dat er een groot verkoopgat tussen de Escort en de genoemde twee concurrenten ontstond. De Opel Astra was hier in zijn eerste jaren goed voor tussen de 25.000 en bijna 30.000 stuks (na ruim 40.000 in debuutjaar 1992), de Volkswagen Golf III lokte op jaarbasis richting de 25.000 klanten naar de showroom. De gefacelift Ford Escort bleef steken op zo'n 14.000 stuks per jaar. Pas bij de komst van de in 1995 nog een keer grondig herziene Mk5 (die als Mk6 werd gelabeld) leefden de verkopen twee jaar achter elkaar wat op tot net boven de 15.000 stuks op jaarbasis. Al met al bleef de laatste Escort dus toch een beetje een teleurstelling voor Ford, dat met de eerste Focus pas écht flink schoon schip maakte.