De AutoWeekend Top 10: Gepasseerde stations
Handig hoor, zo'n extra grote laadbak achteraan je gezinsauto, maar veelal lijkt vorm toch echt voor functie te geen. Dat dat geen ramp hoeft te zijn, bewijst Volvo met z'n vierkante balzalen. Van de 200- tot de 700- en 900-serie, de sobere vormgeving heeft nooit voor dubieus vormgegeven modellen gezorgd.
Lang niet altijd is vormgeving de enige reden dat zo'n 'steessie' eenzaam bij de dealer achterblijft, auto's als de Lada Priora Stationwagen, Rover Estate en Fiat Palio Weekend hebben door hun imago de groots mogelijke moeite gehad om een koper aan zicht te binden. Geen van hen redt het overigens tot de top 10, maar het had niet veel gescheeld of ze hadden er in gestaan.
Wie dacht dat Dacia met de Logan MCV de budgetstation had uitgevonden, moet zich bij het zien van de Kia Pride Wagon toch even achter de oren krabben. De kleine Koreaan, die z'n genen deelt met de Ford Festiva/Mazda 121, verscheen in 1999 op de markt en was daarmee de kleinste en goedkoopste station leverbaar. Veel ruimte voor weinig geld, en met z'n 64 pk sterke vierpittertje was nog goed mee te komen met het verkeer. Een lang leven was de Pride Wagon, die door de jaren heen op behoorlijk wat sympatie kan rekenen, werd in 2000 wegens het uitblijven van internationaal sterrenschap weer van de markt gehaald.
De kans dat je een Pride Wagon langs de stoep ziet staan, is al vrij klein, maar we kunnen het ons al helemaal niet meer heugen dat we de Rover Tourer voor het laatst voorbij zagen rollen. De Britten besloten de Rover 400, die tussen 1991 en 1995 op de markt was en ook als Honda Concerto te krijgen was, tussen '95 en '99 als station aan te bieden. Typenaam 400 werd geschrapt, en de pakezel werd simpelweg Tourer gedoopt. In totaal wist Rover 367 exemplaren te slijten.
Op plek drie komen we Chevrolet's Cruze tegen, een model dat momenteel gewoon in de showroom is te vinden. Mocht je een Cruze tegen het lijf lopen, dan is het waarschijnlijk een sedan en heel misschien een hatchback. Iemand ooit al de SW in het wild gespot?
Positie vier wordt ingenomen door de BLS Wagon van Cadillac. Tussen 2007 en 2009 werd de BLS, van zichzelf al niet bepaald een succesnummer, als Wagon op het asfalt geparkeerd. Onder de kap motoren van General Motors, waaronder een bescheiden 150 pk sterke 1,9-lieter diesel. Weinig Cadillac-waardig, en wellicht daarom behoorlijk ook uiterst schaars.
De Italianen toverden hun 33 om tot pakezel en plakte er het label SportWagon op. Anno 2014 een zeer zeldzame verschijning, en gezien z'n karakter en verpakking durven we dat met een gerust hart zonde te noemen. Een vijfde plek voor de 33 SW.
Ook de Duitsers kunnen niet ontbreken in deze lijst, want met een auto als de Bora Variant heeft Volkswagen behoorlijk z'n best gedaan om een onverkoopbare auto te fabriceren. De Bora werd in de markt gezet als sedanversie van de Golf, maar kreeg een gewijzigd frontje mee. Van de Golf was al een stationversie, maar blijkbaar vond men het in Duitsland nodig om ook de Bora in een meer praktische vorm te gieten.
De Variant was op z'n snoet na nauwelijks van de Golf Variant te onderscheiden, hoe werd dan het prijskaartje van minimaal 27.669 euro gerechtvaardigd? Het antwoord vinden we onder de kap, de Nederlandse Volkswagen-importeur leverde 'm namelijk alleen met de 1.8 20V Turbo, 2.3 V5 of 2.8 V6 en er stonden ook nog twee dieselmotoren in de prijslijst van de extra dure Golf-met. In andere landen kon je 'm met normalere motoriseringen kopen.
Jaguar schokte autoland in 2001 met de X-Type, wat oneerbiedig gezegd een Ford Mondeo met een statige Jaguar-koets was. Vervolgens kreeg de Britse kitten ook nog eens de beschikking over dieselmotoren, maar toen Jaguar in 2004 de X-Type Estate introduceerden was het hek van de dam. Anno 2014 een bijzondere verschijning op de weg, maar wel eentje die nog altijd wat eigenaardig voor de dag komt.
Achter de X-Type komen we de tweede Italiaan in deze lijst tegen. De Thema kennen we allemaal als die wat statige sedan uit de catalogus van Lancia, de Thema SW kennen we dan weer als de auto die we ons nog maar vaag kunnen herinneren. Niets ten nadele van de auto zelf, voor een station zag-ie er bepaald niet verkeerd uit, maar de consument wilde er blijkbaar niets van weten. Z'n opvolger, de Kappa wist hier ook geen verandering in aan te brengen.
We eindigen de lijst met twee Japanners. De negende positie wordt ingenomen door de Lexus IS SportCross, wat verpakking betreft vergelijkbaar met de Impreza Plus van Subaru. Was het een hatchback of een station? Wie zal het zeggen, feit is dat de SportCross er nog altijd niet verkeerd uitziet, al zijn er net als bij z'n sedanbroer misschien vraagtekens te plaatsen bij de vormgeving van de achterlichtunits. Na het verdwijnen van de eerste generatie de IS in 2005, heeft Lexus zich nooit meer aan een ruimtelijke IS gewaagd. Stiekem zijn wij best benieuwd hoe de Japanners de huidige IS als station zouden vormgeven.
Hekkensluiter is net als de bovengenoemde Lexus een mengelmoesje van carrosserievormen. En profil lijkt de Nissan Sunny Florida (1986- namelijk sterk op een liftback, maar officieel werd de auto toch echt als stationwagen in de markt gezet. Z'n vormgeving is geheel comform de jaren tachtig 'hoekig', blijkbaar reden genoeg voor de consument om er niet aan te beginnen.
Bovenstaande reeks incourante stations is willekeurig ingedeeld, en ongetwijfeld zijn we wat modellen vergeten. Roept u maar!
Merk | Model | |
1 | Kia | Pride Wagon |
2 | Rover | Tourer |
3 | Chevrolet | Cruze Wagon |
4 | Cadillac | BLS Wagon |
5 | Alfa Romeo | 33 Sport Wagon |
6 | Volkswagen | Bora Variant |
7 | Jaguar | X-Type Estate |
8 | Lancia | Thema SW |
9 | Lexus | IS SportsCross |
10 | Nissan | Sunny Florida |