De 10 gaafste straatlegale DTM-auto's
DTM voor de gewone man
BMW M3
Samen met de 190 en 155 misschien wel de meest iconische DTM-auto aller tijden. In ieder geval uit het meest spectaculaire tijdperk. Bij de M3 E30 was de link met de DTM erg concreet: je had van de Sport Evo een Roberto Ravaglia (foto) en een Johnny Cecotto-versie van. Onder de kap een ongeblazen 2,3-liter vierpitter van 195 pk (215 pk zonder kat), later in de Sport Evolution gevolgd door een exemplaar van 2,5 liter, die 238 pk oplepelde.
Volvo 240 Turbo
Je houdt het niet voor mogelijk, maar zelfs de Volvo 240 is kampioen geworden in de DTM. Het was in 1985, het tweede seizoen van het kampioenschap, en aan het roer zat de Zweed Per Stureson. Volvo had ook een 240 Turbo voor de gewone man. Deze had een 2,1-liter viercilinder turbomotor van 155 pk, goed voor een top van 190 km/h.
Opel Kadett GSi
Klein opdondertje tussen auto's als de Mercedes 190 en Ford Sierra. Won, in tegenstelling tot de andere auto's uit dit lijstje, nooit het DTM-kampioenschap. Volker Strycek hoorde je niet klagen; hij had in 1984 al het allereerste DTM-kampioenschap gewonnen met een BMW 635 CSi. De sterkste straat-GSi had een 2,0-liter 16-klepper zonder kat van 156 pk, waarmee je in 8,0 seconden op de 100 km/h zat en kon doorhalen tot 217 km/h.
Mercedes CLK DTM
De auto waarmee Christijan Albers in 2003 en 2004 tweede en derde werd in de DTM was ook verkrijgbaar als spectaculaire street legal-versie, de CLK DTM AMG. Dit kanon was met z'n 5,4-liter V8 sterker dan de raceauto die het met 400 cc minder moest stellen. Met z'n 582 pk en 800 Nm schoot je jezelf in 3,8 seconden naar de 100 en de topsnelheid was begrensd op 322 km/h.
Mercedes 190 Evolution 2
De meest tot de verbeelding sprekende 190 was de auto die qua uiterlijk het dichtste in de buurt kwam van de DTM-auto: de 190E 2.5-16 Evolution 2, die in 1990 werd gepresenteerd als nog heftigere versie van de Evo 1 uit 1989. De door Cosworth ontwikkelde 2,5-liter viercilinder leverde 235 pk, waarmee je in 7,1 seconden op 100 km/h zat. Topsnelheid: 250 km/h.
Alfa 155 Q4
Generatiegenoot van de M3 en Evo, in het DTM bestuurd door heetgebakerde types als Nicola Larini en Alessandro Nannini. Helaas is de V6 TI nooit vertaald naar een goed gelijkende straatversie. De Q4 zag er relatief beschaafd uit en deed het met twee cilinders minder. Met 190 pk en vierwielaandrijving was je desondanks allesbehalve een stakker: 0-100 in 7,0 seconden en een top van 225 km/h.
Rover SD1 Vitesse
Jazeker, ook Rover waagde zich ooit op het DTM-strijdtoneel. Sterker: met de logge Vitesse (een potentere versie van de SD1) wist Rover in 1986 zelfs de titel binnen te halen met de Deen Kurt Thiim achter het stuur. Ook in andere toerwagenkampioenschappen grossierde de Britse schone - met voorin een V8 van 3,5 liter - in titels. De straat-Vitesse leverde 190 pk.
Audi V8
Audi baarde eind jaren 80 opzien door aan de start te verschijnen met een directielimousine: de V8, gebaseerd op de 200 en voorloper van de A8. Het overgewicht van de grote sedan moest worden gecompenseerd met Quattro-vierwielaandrijving en dat lukte alleraardigst: de A8 won de DTM-titel in 1990 en 1991. Een sportieve straatversie van de V8 kwam er helaas nooit maar de auto blijft te boek staan als de allereerste Audi met achtcilinder.
Opel Calibra
In 1995 ging het DTM over in de International Touring Car Series (ITC) en met Manuel Reuter in de racekuip veroverde Opel in 1996 het kampioenschap met een Calibra V6 4x4. Daar had je ook een beschaafde versie van voor de burgerman, al had die weinig tot niets van doen met de raceauto. Wel was er eind jaren 90 een speciale DTM-versie. De 2,5-liter V6 was goed voor 170 pk, deed 0-100 in 7,8 seconden en haalde 237 km/h. Snel, maar de 2.0 Turbo 4x4 was sneller: 245 km/h en 0-100 in 6,8 tellen.
Ford Sierra RS500 Cosworth
Ford bouwde 500 exemplaren van de Sierra Cosworth als homologatieversie van de circuitauto. Meest indrukwekkende onderdeel van de 'Cossie' is natuurlijk die enorme achterspoiler. Voor de aandrijving zorgt een 2,0-liter viercilinder turbo van 204 pk, die doorstoomde tot 240 km/h en in 6,8 seconden op de 100 zat. De DTM-hoofdprijs werd in 1988 binnengehaald door de Duitser Klaus Ludwig.
Lees ook
Waarom dit prototype Porsche 911 Turbo S Leichtbau meer dan €1,5 miljoen waard is
Stekker-tegenhangers M3 en C63: BMW en Mercedes-Benz gaan elektrische titanenstrijd aan
Dit is de duurste nieuwe Ferrari ooit
Het nieuwe automerk ‘Vittori’ pakt werkelijk alles mee
