Coupé in het B-segment was ooit best gewoon
Eerst uit Japan, later ook uit Duitsland
Tegenwoordig moet je een nieuwe coupé met een vergrootglas zoeken, maar nog niet eens zo heel lang geleden was dat anders. Zelfs in het B-segment, nu gedomineerd door vijfdeurs hatchbacks en cross-overs, kon je thuiskomen met een sportief gesneden tweedeurs. We zetten vijf leuke exemplaren uit de jaren negentig en en uit het eerste decennium van deze eeuw op een rij.
Nissan 100 NX
De oudste in deze reeks komt op het conto van Nissan. De Japanse fabrikant leverde natuurlijk al een weinig spraakmakende Sunny, maar bedacht op die basis ook een frivole coupé met de naam 100 NX. De in ons land geleverde versie was zelfs meer dan dat, want dankzij de uitneembare dakplaten was het eigenlijk een targa. De 100NX bleek een schot in de roos. In het eerste verkoopjaar 1991 verkocht Nissan Nederland er maar liefst 3.221. Ook het jaar erna gingen er nog zo’n 2.000 over de toonbank, met een totaal van 7.331 eigenaren die een leuke keuze durfden te maken.
Toyota Paseo
Niet alleen Nissan fleurde in de jaren 90 het B-segment op, ook concurrent Toyota deed leuk mee. In het thuisland leverde het onder meer de gevleugelde Sera, maar ook wij mochten op een zeker moment van een compacte coupé genieten. Op basis van de oerbetrouwbare, maar wel wat saaie Starlet en de iets grotere Tercel kwam de Paseo, een echte coupé met kop en kont. De eerste generatie ging aan onze neus voorbij, tot we in 1996 toch echt kennis met hem mochten maken. Een gigantisch succes werd het niet, maar toch wist de Nederlandse Toyota-importeur precies 801 mensen warm te krijgen voor een auto die net iets leuker was.
Opel Tigra
Wie Opel heeft getriggerd om op basis van de Corsa met een vrolijke coupé te komen, is niet helemaal duidelijk, maar de marketingmensen van het merk konden vast niet om het succes van Nissans 100 NX heen. Boos kunnen we daarover niet zijn, want de eerste generatie Tigra (1995-2001) is met zijn grote gebogen achterklep zelfs objectief gezien een leuk ding. Dat vond gelukkig ook de consument, die Opels inspanning waardeerde met 5.638 verkopen. Later keerde de Tigra terug als coupé-cabriolet, maar net als de Peugeot 206CC telt die natuurlijk niet.
Ford Puma
De echte, ja, die werd geleverd tussen 1998 en 2002. Ongetwijfeld geïnspireerd door het succes van Opels Tigra bracht Ford dit kleine coupeetje, dat onderhuids veel met de Fiesta deelde. Ook de 1,4 en 1,6-litermotoren waren bekend, maar voor wie wat extra geld kon vrijmaken, was er een 1,7-liter zestienklepper. Die staat bekend om zijn levendige karakter en met 125 pk schiet dit bommetje gretig vooruit. Om het feestje extra luister bij te zetten, gooiden (inmiddels) hoofdredacteur Damiaan Hage en fotograaf Raymond de Haan hem destijds vol met confetti…
Een groot commercieel succes werd de Puma desondanks niet. Met precies 1.600 stuks tussen 1998 en 2003 verdiende Ford waarschijnlijk nauwelijks de kosten van de brochures terug. Raar maar waar: van de níeuwe Puma, die compacte SUV, verkocht Ford alleen al in het eerste jaar 2.235 exemplaren.
Mini Coupé
Wellicht heeft het gebrek aan succes van deze Puma andere fabrikanten ontmoedigd, want na de Puma zagen we zulke kleine coupés niet meer. Als het nog kleiner mocht, verkocht Smart je een Roadster-Coupé, maar dat was het wel. Dat veranderde toen Mini in 2011 met de rebelse Coupé op de proppen kwam. En het was niet zomaar een coupé, hij had een heus petje op. Als volwaardig onderdeel van de Mini-familie kon je hem in vrijwel elke uitvoering krijgen, zelfs als Cooper SD. Inderdaad, met dieselmotor. Hoe vrolijk hij er ook uitziet, deze Mini is de trieste hekkensluiter in het segment van de compacte coupé. Zullen er ooit nog nieuwe komen?
