Brandstof dreigt nog duurder te worden
Economisch herstel en gesteggel in het oliekartel
Brandstof dreigt de komende tijd nog sterker in prijs te stijgen. Daarvoor waarschuwt het International Energy Agency (IEA) dinsdag in zijn maandelijkse rapport.
De vraag naar olie neemt snel toe door het economisch herstel, maar veel olieproducerende landen wachten met het oppompen van grotere hoeveelheden. Momenteel staan de prijzen aan de pomp op een recordhoogte. Zo is de gemiddelde landelijke adviesprijs van een liter benzine dinsdag ruim €1,95. Tot een maand geleden stond deze prijs in Nederland nog nooit boven de €1,90. Ook de prijzen voor diesel en lpg zijn inmiddels naar recordhoogte gestegen.
De oorzaak hiervan is de hoge olieprijs op de wereldmarkt, door het beperkte aanbod van olie en de grote vraag ernaar. Olieproducerende landen, verenigd in de OPEC en OPEC+, overlegden eerder deze maand over het opvoeren van de productie. De onderhandelingen kwamen echter in een patstelling terecht. De Verenigde Arabische Emiraten verzetten zich tegen de voorwaarden voor een geleidelijke productieverhoging. Landen binnen de OPEC+ waren al wel begonnen met het geleidelijk ophogen van de olieproductie, waar ze vorig jaar nog drastisch in sneden om de olieprijzen te stutten. Maar door de impasse binnen het oliekartel is dat proces nu stilgelegd. Volgens het IEA dreigt daardoor een steeds groter tekort aan olie. Dat zorgt "in potentie voor hoge brandstofprijzen die de inflatie stuwen en een kwetsbaar economisch herstel schaden".
Eind juni ging de benzineprijs in Nederland lokaal al voorbij de nooit eerder bereikte grens van 2 euro per liter. Vooral langs de snelwegen, waar de brandstof gemiddeld genomen altijd al duurder is, is het raak. In Nederland liggen de prijzen overigens in de basis al hoger dan in de buurlanden vanwege belastingen.