Bovag en ANWB willen goede rijscholen voorrang geven bij rij-examens
Wachttijden terugdringen
De wachttijden voor rij-examens bij het CBR zijn nog altijd lang en lopen op diverse plekken in het land zelfs weer op. Daarom zou er onder meer voorrang moeten zijn voor goede rijscholen. Daarvoor pleiten de Bovag en de ANWB.
Op diverse plekken in het land moet je zomaar weer een half jaar wachten voordat je kunt afrijden. Dat is behalve de examenkandidaten ook het CBR, de Bovag en de ANWB een doorn in het oog. Die laatste twee pleiten er gezamenlijk voor om het CBR meer mogelijkheden te geven om onderscheid te maken tussen goed en slecht presenterende rijscholen bij de ruimte die er is voor examens. De slechte rijscholen kosten het CBR veel tijd, tijd die kostbaar is nu er al zulke lange wachttijden zijn.
Peter Niesink, algemeen directeur van de Bovag, verklaart hierover: "Maatregelen om de wachttijden terug te brengen, moet je nemen daar waar het probleem wordt veroorzaakt: bij de slecht presterende rijscholen." De Bovag en de ANWB hebben het over een zogenoemde erkenningsregeling. Niesink licht die toe: "Eisen aan het slagingspercentage moeten onderdeel zijn van zo’n erkenning. Op die manier kan het CBR slecht presterende rijscholen sanctioneren. Het algemene slagingspercentage zal daardoor stijgen en daarmee nemen de wachttijden voor het praktijkexamen vanzelf af."
Beide partijen willen niet mee in het voorstel van minister Barry Madlener (I&W) om de 'TussenTijdse Toets' af te schaffen om ruimte te creëren voor examens. Niesink: "Maatregelen die de professionele en goed presterende rijscholen raken, zoals het afschaffen van de TussenTijdse Toets, zijn zeer onwenselijk en bovendien contraproductief." Volgens Niesink kan er ook zonder de TussenTijdse Toets af te schaffen ruimte vrij worden gemaakt: "Om de TTT te kunnen handhaven is het wat ons betreft een optie om daar gecertificeerde RIS-instructeurs voor in te zetten in plaats van CBR-examinatoren. Het toezicht hierop door CBR kan steekproefsgewijs uitgevoerd worden, zoals dat nu ook het geval is met de CCV-nascholingsopleidingen.”