Blik to the Future: BMW 1-serie

Het was in de herfst van 2004 dat BMW in de Parijse beurshal een voor het merk nieuw segment betrad. Met de 1-serie ging BMW de strijd aan met de duurdere modellen in de compacte middenklasse, destijds de Audi A3, de Alfa Romeo 147 en de dikkere versies van de Volkswagen Golf en Opel Astra. In die tijd was er weliswaar al een 3-serie Compact, maar dat was, zoals de naam al aangeeft, eigenlijk een ingekorte D-segment-auto. Hoe dan ook, het was een slimme zet met veel potentieel, want die concurrenten hadden allemaal voorwielaandrijving, waardoor BMW hoog kon inzetten met zijn bijna spreekwoordelijke Freude am Fahren. Liefhebbers van het dynamische gevoel dat achterwielaandrijving met zich meebrengt en voor wie een 3-serie te hoog gegrepen was, konden hun geluk niet op. De nieuwe kleine BMW was dan ook meteen een groot succes.
Meer carrosserieversies volgden dan ook. In 2007 kwam er een driedeurs en later datzelfde jaar onthulde BMW zelfs een coupé en een cabriolet. In 2011 was Frankfurt het podium voor de tweede generatie 1-serie. De snelle rekenaar zal opmerken dat de tijdsspanne tussen 2004 en 2011 net zo groot is als die tussen 2011 en het heden. Inderdaad, de spionagebeelden van de volgende generatie BMW 1-serie komen sinds de zomer van 2017 al met enige regelmaat voorbij op onze site.

Mini
Er is echter wel wat essentieels veranderd sinds de introductie van de uitlopende 1-serie. Het heilige huisje van de achterwielaandrijving is geschonden met de X1 en de 2-serie in diverse varianten en het UKL-platform (Untere Klasse, ofwel lage klasse) dat die modellen én de Mini’s draagt, vormt ook de basis voor de derde generatie, waarvan onze illustrator aan de hand van diverse spionagebeelden deze impressie heeft gemaakt.

Nu hebben heilige huisjes ook hun beperkingen, want dankzij de overstap naar voorwielaandrijving kan het niet anders dan dat de volgende 1-serie ruimer wordt. Door de dwarsplaatsing steekt de motor minder ver naar achteren, zit de versnellingsbak niet onder het dashboard en ontbreken cardan en aandrijfassen achter, wat weer gunstig is voor de kofferruimte. De man of vrouw achter het stuur krijgt een instrumentenpaneel dat volgens ingewijden veel weg heeft van dat van de huidige 5-serie, met centraal een groot, breed infotainmentdisplay dat op het dashboard staat en licht naar de bestuurder toe is gedraaid.

Het front van de volgende 1-serie wordt mooi in lijn getrokken met het huidige familiegezicht en vertoont daardoor veel overeenkomsten met dat van de 2-serie. Dankzij grotere buitenmaten is er ruimte voor een schuiner aflopende achtersteven, hetgeen in combinatie met een lage neus en een ronder silhouet de koets een wat vriendelijker, maar niettemin dynamisch voorkomen geeft. Een beweging die we nog niet zo lang geleden ook bij de Mercedes-Benz A-klasse zagen en dat is logisch, want die auto is één van de belangrijkste concurrenten voor de 1-serie.
Wat betreft de motoren verwachten we de 109 pk sterke 1.499 cc driecilinder, die net als nu 116i gaat heten en de 118i met 1,6-liter viercilinder en 136 pk, al dan niet in combinatie met xDrive-vierwielaandrijving. Verder zitten er een 120i en een 120d in het verschiet. Ook plug-in hybride aandrijflijnen staan op de planning, met de 1.5-benzine als fossiele partner. Aan de echte rauwdouwers wordt natuurlijk ook gedacht: die mogen de dagen aftellen tot de M140i in de showrooms verschijnt. Met zijn tweeliter twinturbo viercilinder van rond de 350 pk en vierwielaandrijving moet die de Audi RS3 en Mercedes-AMG A45 de tent uit gaan vechten. En dan de koetsvormen: zo divers als het ooit was, zal het niet meer worden. Driedeurs is in deze klasse passé, een coupé zou wat knullig overkomen met voorwielaandrijving. Blijft over de cabrio, die zeker wel potentieel heeft. En natuurlijk de sedan die op andere continenten al rondrijdt, waarmee de A3 en A-klasse van repliek kan worden gediend.

Genève
We verwachten de derde generatie 1-serie volgend jaar; de Autosalon van Genève, begin maart, zou een mooie gelegenheid zijn voor het publieksdebuut. Dat betekent dan het einde van de compacte middenklasser met achterwielaandrijving, het einde van een tijdperk. Maar ach, BMW heeft inmiddels ruimschoots bewezen dat achterwielaandrijving weliswaar bijdraagt aan de Freude am Fahren, maar daar zeker geen absolute voorwaarde voor is. De 2-serie stuurt immers ook bovengemiddeld leuk en wie wel eens in een New Mini heeft gereden, hoeft niet te worden overtuigd.