AutoWeek Top 50: Toyota Aygo (en C1 en 107)
Drieling brengt leven in de brouwerij
123
Auto's in het A-segment zijn er al decennialang, maar toch verdient de eerste generatie van de Toyota/PSA-drieling een eervolle vermelding. In een tijd waarin het aanbod in het kleinste segment voornamelijk bestond uit Atossen, Alto's en andere auto's die je vooral om rationele redenen kocht, bracht de nieuwe drieling in 2005 een beetje leven in de brouwerij.
Frisse vormgeving en een levendige driecilinder zorgden daarvoor. Daarnaast reed de drieling voor het segment erg fatsoenlijk en was het nog vrij uniek dat twee uiteenlopende firma's samenspanden om de consument een zo goedkoop mogelijk vervoersmiddel van A naar B te kunnen bieden.
De reden dat we de Aygo specifiek noemen is omdat die van de drieling het meest onderscheidend was. Waar de neusjes en (vooral) kontjes van de Franse inzendingen wel erg inwisselbaar waren, herkende je de Aygo net wat makkelijker als een Toyota. Best knap, als je niet eens 3,5 meter aan auto hebt om mee te werken, al bewezen de Renault Twingo en Ford Ka natuurlijk al eerder dat klein ook best onderscheidend kan zijn.
Naast z'n intrinsieke kwaliteiten werd de drieling in ons land ook nog eens geholpen door het economische klimaat. Daardoor werden veel mensen gedwongen om kleiner/zuiniger te gaan rijden en dan reed je er met een Aygo, 107 of C1 knapper bij dan de meeste alternatieven. Toen er ook fiscaal nog eens de nodige prikkels werden ingevoerd om mensen zuiniger te laten rijden, waren de dwergjes helemaal niet meer aan te slepen. En de Aygo, die verkocht toen nog net wat beter dan z'n technisch identieke, Franse tweelingbroertjes.
