Autofamilie Korterink houdt zo veel van Toyota dat het de mooiste inruilers zelf hield
Geen dealer meer maar liefde blijft
Het tussen Zwolle en Meppel aan de A28 gelegen familiebedrijf Korterink heeft in ruim 55 jaar heel wat Toyota’s verkocht. Als na bewezen diensten de auto’s weer werden ingeruild, kregen de mooiste een vaste plek in de showroom: als museumstuk.
Wat waren auto’s vroeger qua belijning toch heerlijk eenvoudig. Neem nu de Toyota 1000 (intern KP30), een sympathiek familiesedannetje zonder pretenties. Geen nepuitlaten, geen booskijkende koplampen... Gewoon een alledaags vervoermiddel voor een gezin dat eens wat anders wilde dan de geijkte Europese kost en zich aangetrokken voelde door de rijkere standaarduitrusting die Japanners in die tijd boden. Denk aan zaken als achterruitverwarming, hoofdsteunen, een klokje, getint glas of zelfs een radio.
Een fatsoenlijke antiroestbehandeling was daarentegen niet altijd inbegrepen. Samen met het feit dat Japanse fabrikanten er regelmatige modelwijzigingen op nahielden, zodat hun auto’s er al snel ‘verouderd’ uitzagen en (dus) niet het bewaren waard waren, zorgde dat ervoor dat er maar weinig overlevers zijn. Nog altijd is de schare liefhebbers van klassieke Japanse automobielen klein, waarbij we die van exoten als de Toyota 2000GT (die helaas geen deel van de collectie uitmaakt), de Mazda 110S Cosmo en in mindere mate de Datsun 240Z buiten beschouwing laten. Daarom is een bezoekje aan Korterink een trip down memory lane, want de alledaagse Starlets, Corolla’s en Carina’s van toen hebben hier een dankbare plek gevonden. Daarnaast staat het sportievere werk: MR2, Celica en Supra.
Universeel autobedrijf
“Het grappige is dat die 1000 juist níet door ons is verkocht”, legt mede-eigenaar André Korterink uit. “Mijn vader Hendrik, die samen met mijn moeder in 1967 de onderneming begon, had graag zo’n Duizendje willen hebben, want daarmee is het Toyota-verhaal voor hem begonnen. Het vinden van zo’n auto is inmiddels een speld in een hooiberg, dus toen wij enkele maanden geleden in Brabant deze okergele ’72'-er op een veiling tegenkwamen, konden we niet anders dan meebieden.”
Helaas heeft Hendrik de 40-17-VT niet meer mogen meemaken. Hij overleed in 2019 na een leven lang tussen de auto’s te hebben gezeten. Dat begon met een universeel autobedrijf in een nog immer bestaande schuur op het ouderlijk erf in Rouveen, samen met een jonge monteur. De zaken gingen voorspoedig: twee jaar later kwam Jan Kisteman erbij, eerst als monteur, later als receptionist. En hoewel Jan zes jaar geleden met pensioen ging, is hij vandaag ook aanwezig, want hij kent alle Toyota’s van haver tot gort. “En niet alleen de Toyota’s”, aldus Jan. “Als receptionist kwam ik allerlei soorten klanten tegen. Voor mij een prachtig beroep.”

Zes nieuwe Toyota's staan in de jaren tachtig te wachten op hun nieuwe baasje.
De verdere professionalisering annex uitbreiding wekte de aandacht van enkele kersverse Japanse importeurs die op zoek waren naar nieuwe dealers in nog te ontginnen rayons. “Mijn vader had in 1969 al wat gelezen over Toyota. “Ik heb niets te verliezen, dus wil ik zo’n avontuur best aangaan”, zei hij. Hij kon zelfs kiezen, want ook Datsun (Nissan) zag een vestiging in het noordwesten van Overijssel wel zitten. Het werd dus Toyota en daar heeft hij nooit spijt van gehad”, weet André. Inmiddels zijn de zaken iets verlegd en bestaat het tegenwoordig uit het dealerschap van Suzuki en service-dealerschappen van Ford, Skoda, Toyota en Volkswagen. Met Jan Cees Dulon Barre werd zelfs een externe pr-man aangetrokken. Hij was het die ons tipte over het Toyota-museum.
Twaalf youngtimers en klassieke Toyota's
Startpunt van de collectie is een mandarijnkleurige Corolla 1200 Economic, die met recht een ‘showroomslaper’ mag worden genoemd. “Het bouwjaar is 1975, maar pas in 1978 werd hij op kenteken gezet”, vertelt André over de 15-TT-56. “Toen de auto rond de eeuwwisseling werd ingeruild, ontstond het idee om hem niet meer weg te doen. Hij nam maar weinig ruimte in, vandaar. Van het een kwam het ander. Tegenwoordig bestaat de collectie uit circa twaalf youngtimers en oldtimers. Soms werden die door inruil verkregen, maar het kwam ook voor dat auto’s ons werden aangeboden. De zwarte Celica uit 1995 en de Carina II, een voorloper van de inmiddels verdwenen Avensis uit 1990, zijn allebei afkomstig van de eerste eigenaar.
Mijn favoriet is echter de Supra 3.0 TwinTurbo. Die gaat nooit meer weg!” De van een gigantische achterspoiler voorziene, felrode krachtpatser komt uit 1994, zo’n beetje de hoogtijdagen van de Japanse sportwagen. Naast dit 330 pk sterke kanon kon je namelijk ook kiezen voor een Nissan 300 ZX Twin Turbo, de RX-7 Turbo II van Mazda, Mitsubishi’s 3000 GT en niet te vergeten de Honda NSX. En dan had je de Europese concurrentie nog van met name Porsche. “Tijdens de introductie bij de importeur werd daarom gezegd dat deze auto aan de elite zou worden verkocht. Het prijskaartje van 175.000 gulden sprak wat dat betreft boekdelen. Toch zag je dat in het interieur niet overal aan af. Diverse knoppen, hendels en schakelaars werden ook in meer alledaagse Toyota’s gemonteerd”, aldus André.
Eén Supra 3.0 Twin Turbo verkocht, maar niet aan de 'elite'...
Korterink verkocht welgeteld één exemplaar: deze HR-NR-45. “En heus niet aan de ‘elite’. Een vrachtwagenchauffeur die een groot autoliefhebber was, schafte hem aan”, herinnert onze gastheer zich. “Voor ons een bijzonder moment. Toen mijn vader op een dag vertelde dat de Supra de volgende dag zou worden gelost, wilden wij eigenlijk helemaal niet naar school. Uiteraard mochten we van mijn moeder niet thuisblijven, dus de volgende dag zijn we na schooltijd zo hard mogelijk naar huis gefietst om toch maar die nieuwe Supra te kunnen bekijken.” Na diverse omzwervingen staat de handgeschakelde top-Toyota weer op het honk. Klaar voor de volgende uitdaging, want… alle auto’s staan gewoon op kenteken en zijn in principe rijklaar. Het is dat het tijdens ons bezoek mistig en glad was, want anders hadden we gerust de Supra de sporen mogen geven.
Trio Celica’s
In plaats daarvan maken we een rondje langs de auto’s. Net zo leuk, toch? Hoewel niet zo imposant als de Supra weet ook de felblauwe Celica van de TA20-generatie onze aandacht te trekken. Deze coupé was afgeleid van de toenmalige Carina en ontworpen met het oog op de Noord-Amerikaanse markt. Hij moest daar vooral de Ford Mustang het leven zuur maken. Het kenteken 13-DP-32 toont aan dat de sportieveling voor het eerst op 30 augustus 1974 de weg op ging. Heel hip in die tijd waren de ver naar voren geplaatste achteruitkijkspiegels, maar waar je dus niets in ziet... Jan koestert warme herinneringen aan zo’n jaren 70-Celica. In de collectie ontbreekt nog een Celica T160 (1985-1989), André's favoriet. Diens opvolger, de T180, is wel present. Typisch jaren 90 zijn zijn ronde vormen, maar toch is deze generatie beslist geen doetje. Nadat een flink aangepaste T160 in Groep A van het wereldkampioenschap rally wat voorwerk had gedaan – Carlos Sainz sr. werd wereldkampioen in 1990 en 1992 – deed Juha Kankkunen dat in 1993 en Didier Auriol een jaar later. Bovendien won Toyota als eerste niet-Europese fabrikant de constructeurstitel in 1993 en 1994, wat deze generatie Celica een terechte plek in de geschiedenisboeken van de autosport opleverde. De veel hoekiger geboetseerde T230 (1999-2006) deed figuurlijk en letterlijk veel minder stof opwaaien. Sterker, deze zevende generatie bleek voorlopig (?) de zwanenzang van de sportieve middenklasser van Toyota. Daarom heeft ook dit type Celica hier een plekje verworven, als een van de eerste in Nederland verkochte exemplaren.
Een Toyota MR2 uit 1997
Het kon vroeger niet op bij Toyota, want naast de Celica en de Supra bood het merk met de van een middenmotor voorziene MR2 een derde sportwagen aan, die in Frankrijk enkel als MR werd aangeduid. MR2 klinkt in het Frans uitgesproken namelijk nogal op het scheldwoord emmerdeur (zeikerd, etterbak). We kunnen ons voorstellen dat wanneer onervaren Franse bestuurders met dit speeltje achterstevoren gingen zij dit plus een heel arsenaal andere scheldwoorden riepen, maar om als fabrikant zo’n speels karretje dan meteen al een dergelijke discutabele typebenaming te geven… Enfin, het tentoongestelde exemplaar stamt uit 1997 en is dus inmiddels 28 jaar oud.
Toyota Starlet van tweede generatie
Dan zijn er nog de brave familiewagens uit de jaren 80. Om te beginnen de Starlet, een karretje dat ondanks zijn spreekwoordelijke betrouwbaarheid nu toch wel langzaam uit het straatbeeld verdwijnt. Bij Korterink staat een exemplaar van de tweede generatie (EP70), die tussen 1984 en 1989 werd gebouwd. De SH-29-RT is van 1987, werd zeventien jaar later aan de collectie toegevoegd en dit topmodel, de 1.3DX, is nog honderd procent in originele staat. Bijzonder is dat de 1.300-motor (75 pk) drie kleppen per cilinder heeft.
Toyota Corolla Liftback was verhoudingsgewijs exclusief
Eveneens van multiklepstechniek voorzien is de Corolla Liftback van de E90-generatie (1988-1992). Het zilvergrijze exemplaar is op 17 januari 1989 (kenteken TX-56-KT) door Korterink verkocht en inmiddels weer aan de ‘bedrijfsvoorraad’ toegevoegd. André: “Ten opzichte van de hatchback en de sedan gold voor de liftback een forse meerprijs. Dat maakte de auto verhoudingsgewijs exclusief.”
Na nog enkele Corolla’s – een blauwe 1200 Economic uit 1977 (30-SE-90) en een 1.3 DX uit 1985 (ND-41-VJ) – komen we aan bij Toyota’s middenklasser uit die tijd: de Carina II. Het YH-07-SL gekentekende, bordeauxrode exemplaar komt uit 1990 en heeft onder de motorkap een 105 pk sterke 1.6i-16V, goed voor een acceleratie van 0 tot 100 km/u in 11,9 seconden en een top van 185 km/h. Dat waren in die tijd sportieve waarden voor een brave, onopvallende familiesedan, die niet zelden als vertegenwoordigersauto werd ingezet.
Brandgaatjes repareren in de woonkamer
Daarmee hebben we zo’n beetje alles wel gehad en zijn we voor even teruggekeerd naar de jaren 70, 80 en 90. ”Net als mijn broers heb ik mooie herinneringen aan die tijd. Als mijn moeder autobanden of onderdelen uit Zwolle moest ophalen, zaten wij steevast op de achterbank, opgepropt tussen al dat spul. Mijn moeder repareerde brandgaatjes in de bekleding met speciaal garen. De autostoelen werden dan gewoon bij ons in de woonkamer gezet. Was het zwarte garen op, dan gebruikte ze na overleg gewoon een andere kleur als een klant dat niet erg vond”, vertelt André met een glimlach. Hij geeft ook aan dat hij ooit een auto uit de collectie heeft verkocht en daar nu spijt van heeft. “Dat was een Corolla hatchback GTSi van de E90-generatie die van 1988 tot en met 1993 liep. We hadden een '88'er, maar omdat ik er destijds van uitging dat we wel een mooiere zouden vinden, heb ik hem weer van de hand gedaan. We vonden geen mooiere en zijn dus nog steeds op zoek.”
Daarom: wie nog een mooi exemplaar bezit of eentje weet te staan, mag zich altijd melden bij André. Aanloop is sowieso welkom (en gratis), en dat gebeurt ook regelmatig. “Het komt vaak genoeg voor dat mensen met hun EV op ons laadpalenplein staan en om de tijd te doden hierbinnen een rondje doen”, besluit André. Afgezien daarvan is het goed mogelijk dat je ergens tijdens een klassiekerevenement in de regio een van de Toyota’s tegenkomt, want zelfs voor een Toyota geldt: stilstand is achteruitgang.

Deze Toyota Corolla 1.6 GTS-i zou André Korterink graag aan de collectie willen toevoegen.