Autobezit het grootst onder mannelijke 65-plussers
45-55-jarigen hebben de meeste auto's
Verhoudingsgewijs hebben mannen van 65 tot 75 jaar oud de meeste auto's. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Het autobezit is echter het grootst onder 45-55-jarigen als we kijken naar mannen én vrouwen.
Uit cijfers van het CBS, ingezien door verzekeraar Diks, blijkt dat per 1.000 mannen van 65 tot 75 jaar oud bijna 800 auto's geregistreerd staan. Daarmee hebben zij verhoudingsgewijs de meeste auto's in hun bezit. Opvallend is dat op diezelfde leeftijden voor een aanzienlijk kleiner deel auto's op naam van een vrouw staan. Pakweg 300 per 1.000. Op jongere leeftijden is de verhouding tussen mannen en vrouwen een stuk gelijker. Bij 18 tot 30-jarigen is dat vrijwel 50:50.
Hoewel oudere mannen gemiddeld dus de grootste autobezitters zijn, zorgt het juist lage autobezit onder vrouwen van die leeftijden ervoor dat 65-plussers in het algemeen niet de grootste autobezitters zijn. Dat zijn namelijk de 45-55 jarigen. Specifieker de 50-55-jarigen. Die bezitten pakweg 1.200 auto's per 1.000 personen. Daarbij geldt dat ongeveer 60 procent van het autobezit op die leeftijd op het conto van mannen komt.
Leeftijd en vermogen
Het autobezit onder jongeren neemt volgens het CBS al enkele jaren af. Sterker nog; er zijn naar verhouding meer 80 tot 85-jarigen met een auto dan 25 tot 30-jarigen. Er zijn gemiddeld ook meer 85 tot 90-jarigen met een auto dan 20 tot 25-jarigen. Dat is vrijwel zeker terug te voeren op de alternatieve vervoersmethoden die jongeren meer aanspreken, maar het te besteden vermogen is ook een factor. Volgens het CBS neemt het autobezit hard toe als een persoon meer verdient. Per 1.000 mensen met een jaarinkomen van hooguit € 20.000 zijn er net iets meer dan 300 auto's geregistreerd. Bij € 30.000 tot € 40.000 is dat aantal al ruim het dubbele. Per 1.000 mensen met inkomens boven de € 100.000 zijn er zelfs meer dan 800 auto's geregistreerd.
Particulier autobezit per 1.000 personen per inkomen