Amerikaanse overheid maakt Chinese auto's praktisch onverkoopbaar

De Amerikaanse overheid komt met hogere importheffingen voor onder meer elektrische auto's, chips, batterijen, staal en belangrijke mineralen, meldt het Witte Huis. Het tarief voor de invoer van in China gebouwde elektrische auto's zal dit jaar verviervoudigen tot 100 procent. De maatregelen zijn bedoeld om China aan te moedigen 'zijn oneerlijke handelspraktijken met betrekking tot technologieoverdracht, intellectueel eigendom en innovatie te beëindigen'.

Naast de tarieven voor elektrische auto's en chips verdrievoudigt de Amerikaanse regering de invoerheffingen op sommige staal- en aluminiumproducten en op accu's en accu-onderdelen voor elektrische auto's. Het tarief voor grafiet en enkele andere belangrijke mineralen zal stijgen van 0 naar 25 procent en de heffing voor zonnecellen zal verdubbelen van 25 procent naar 50 procent.

De stap volgt op een herziening van de tarieven die zijn opgelegd tijdens de handelsoorlog tussen Washington en Beijing, waarin de toenmalige president Donald Trump heffingen introduceerde op zo'n 300 miljard dollar aan goederen uit China. Bij de presidentsverkiezingen in november dit jaar neemt president Joe Biden het opnieuw op tegen zijn Republikeinse rivaal Trump.

Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde dat China 'zich zal verzetten tegen de eenzijdige tariefsverhogingen', die volgens het ministerie in strijd zijn met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). "China zal alle noodzakelijke maatregelen nemen om zijn legitieme rechten en belangen veilig te stellen", zei een woordvoerder van het ministerie.

Naast de VS heeft ook de Europese Unie de campagne tegen de 'oneerlijke' Chinese handels- en economische praktijken opgevoerd. Volgens de westerse landen gebruikt China zijn industriële overcapaciteit om de eigen groei aan te jagen door de wereldmarkten te overspoelen met goedkope producten, waaronder elektrische auto's en staal. De EU dreigt ook met nieuwe tarieven op elektrische auto's uit China, waarbij Beijing wordt beschuldigd van illegale overheidssteun aan de sector om de prijzen kunstmatig laag te houden.