Alvis Graber Super Coupé is splinternieuwe klassieker

Het oude Alvis ging weliswaar in 1967 ter ziele, maar begin vorig decennium werd Alvis nieuw leven ingeblazen. Het zou oude modellen opnieuw gaan bouwen, volgens oorspronkelijke bouwtekeningen en methoden. Het begon met de Vanden Plas Tourer (foto 8), daarna volgden de Bertelli Sport Coupe (foto 9), Lancefield Concealed Hood (foto 10) en Park Ward Drop Head Coupe (foto's 11 en 12). Nu heeft Alvis het eerste exemplaar van de Graber Super Coupé klaar.

De Graber Super Coupé is een bijzondere, want het is namelijk een op de Alvis TE 21 gebaseerde coupé zoals die in de jaren 60 door de Zwitserse carrosseriebouwer Hermann Graber tot stand kwam. De originele door Graber gebouwde TE21's zijn extreem zeldzaam, daarvan werden er voor zover bekend slechts zeven gebouwd. Van de hele TE21-serie zijn door Alvis overigens ook slechts ruim 300 auto's gebouwd. Iets uiterst speciaals dus, nu weer helemaal nieuw.

Alvis heeft overgebleven originele chassis en motorblokken als basis genomen voor de Graber Super Coupé en er vervolgens zo geschiedsgetrouw mogelijk een hele auto omheen gebouwd. De splinternieuw Graber Super Coupé heeft een grotendeels uit aluminium opgetrokken koets en bovendien is de 3,0-liter zes-in-lijn moderner dan het origineel. Dat wil zeggen: men heeft 'm een modern injectiesysteem gegeven. Zodoende bedraagt het vermogen nu 174 pk, bijna 42 pk meer dan oorspronkelijk. Zowel het chassisnummer als het motornummer gaat verder waar het bij de originele auto's is gebleven.

Dat deze vrijwel compleet met de hand gebouwde Alvis iets bijzonders is, mag duidelijk zijn. Er worden er minstens vijf van gemaakt en Alvis werkt ook aan een open versie. Wie er hebberig van wordt, mag een flinke zak geld tevoorschijn toveren. Niet minder dan omgerekend €378.600 wil Alvis voor een Graber Super Coupé ontvangen.