Achtergrond: BMW-familie Quandt

Het duistere verleden van de BMW-redders

BMW Quandt
De familie Quandt geldt als de rijkste van Duitsland, maar hult zich het liefst in stilzwijgen en anonimiteit. Daar hebben ze zo hun redenen toe, want hoewel BMW zijn voortbestaan na de jaren vijftig grotendeels aan de Quandts te danken heeft, is de familiegeschiedenis een aaneenschakeling van duistere geheimen over afpersing, gerommel met aandelen en dwangarbeid.

Tegen het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw is het nu zo ­sterke BMW op sterven na dood. Een overname door aartsrivaal Daimler-Benz lijkt onvermijdelijk, de weerstand
van aandeelhouders en personeel ten spijt. Maar dan komt er hulp uit onverwachte hoek. De grootindustrieel Herbert Quandt steekt zijn nek uit voor een onafhankelijk BMW en weet het merk van een mogelijke ondergang te redden. Tot op de dag van vandaag heeft BMW zijn unieke, onafhankelijke positie aan deze actie te danken en de talloze BMW-medewerkers en –fans van toen en nu mogen Quandt dankbaar zijn. De geschiedenis van de familie, tegenwoordig de rijkste van Duitsland, kent echter ook een minder verdienstelijke episode.

Emil Quandt wordt in de late jaren van de industriële revolutie geboren uit een van oorsprong Nederlandse familie. Ze zijn ­eerder hun vaderland ontvlucht. Dan roept keizer Wilhelm I protestanten die in eigen land vervolgd worden op om naar Pruisen te komen. De Quandts zijn dan nog niet rijk, maar in 1883 weet Emil dankzij een huwelijk met de dochter van een industrieel een bestaande textielfabriek over te nemen, die onder meer legeruniformen produceert. Met een tweede overname in 1900 verstevigt hij de basis van een nieuwe industriële dynastie. Zijn zoon Günther klimt algauw hoog op in het familiebedrijf en weet in de Eerste Wereldoorlog hoofdleverancier van het leger te worden. Na de oorlog stapt Günther ook in de chemische industrie en weet hij een meerderheidsbelang in accu­fabriek AFA (Akkumulatorenfabrik Aktiengesellschaft, het latere Varta) te verwerven. Hij stuurt negatieve verhalen over AFA de wereld in, waardoor de aandelen kelderen die hij zo goedkoop kan binnenhalen. Kort daarop komt AFA met nieuwe technieken, zodat de koersen weer stijgen. Dankzij dit soort gehaaide acties weet Günther Quandt de economische recessie van 1929, die de hele wereld en Duitsland in het bijzonder keihard treft, ongeschonden door te ­komen. Ook in de wapenindustrie ziet ­Günther brood en hij verwerft er al snel een ­positie.

Ticket naar de jetset
In februari 1920 leert Günther de 19-jarige Magda Friedländer kennen. De vrouw heeft ondanks haar jeugdige leeftijd al een roerig leven achter de rug. Ze is geboren uit een ongetrouwde moeder, en samen met haar biologische vader en stiefvader ruziet deze om haar aandacht. Naar verluidt ziet Magda in de dan twee keer zo oude Günther Quandt een ­ticket naar de jetset en anderhalf jaar later is het kersverse stel getrouwd. Voor het zover is, moet Magda wel de achternaam van haar stiefvader vervangen door die van haar biologische vader Ritschel, omdat Friedländer naar Quandts smaak te joods klinkt. Het huwelijk levert zoon Harald op, maar het geluk blijft uit. Het leeftijds­verschil gaapt als een kloof tussen beide echtelieden en wanneer Günter het beu is dat zijn jonge vrouw haar amoureuze vertier keer op keer buiten de deur zoekt (onder meer bij Helmuth, Günthers oudste zoon uit zijn vorige huwelijk, de neef van de latere ­Amerikaanse president Hoover en een joods-Russische advocaat), zet hij haar het huis uit.

Door met openbaring van compromitterende documenten te dreigen, weet Magda een lucratieve regeling uit de echtscheiding te slepen. Magda gaat in Berlijn aan de slag voor de NSDAP, leert daar Joseph Goebbels kennen en trouwt in december 1931 met hem. Het huwelijk brengt Magda in de hoogste nazikringen en levert Harald Quandt een naar huidige normen uitermate ongelukkig gekozen stiefvader op. De jonge Harald is aanwezig bij de huwelijks­voltrekking, waar Adolf Hitler als ­getuige van Goebbels optreedt. Sommige historici menen dat Quandts moeder later zelfs de minnares van Hitler is geworden.

In de lente van 1945 richt Magda Goebbels, die in de Führerbunker in Berlijn samen met haar man hun zes kinderen vermoordt en daarna zelfmoord pleegt, haar afscheids­brief dan ook aan de 23-jarige ­Harald Quandt.

Goede investering
Deze onhandige liaison is echter niet de enige verbintenis tussen de familie Quandt en de nazi's. Verre van dat, want al in 1931 maakt vader Quandt deel uit van de groep industriëlen die Adolf Hitler financiële steun in het vooruitzicht stelt, een belofte die hij twee jaar later inlost door 25.000 Reichsmark te schenken. Dat blijkt een goede investering, want in 1937 wordt hij benoemd tot Wehrwirtschaftsführer, naast mannen als Wilhelm Messerschmitt, vader en zoon Krupp en Ferdinand Porsche. Dat is weliswaar maar een eretitel, maar de ­grote opdrachten volgen niet veel later.
Opnieuw levert Quandt uniformen voor het leger, maar ook accu's voor duikboten en V2-raketten, wapens en munitie. Voor de productie daarvan maakt Quandt gebruik van krijgsgevangenen en mensen uit concentratiekampen. Twee van de fabrieken beschikken zelfs over een eigen concentratiekamp, aussenlager genaamd, met tevens een executieplaats. Zijn concurrentiepositie weet Quandt nog verder te verstevigen door de onteigende bedrijven van joden ver ­onder de marktwaarde over te nemen.
Wellicht het meest schrijnende voorbeeld is dat van de Luxemburgse ondernemer Léon Laval, die door de Gestapo gedwongen wordt zijn accufabriek Tudor aan Quandt te verkopen. De man weigert en verdwijnt in een concentratiekamp.

Na de Duitse nederlaag wordt Günther Quandt gevangen genomen door de Amerikanen en blijft twee jaar in voor­arrest. Maar omdat enkele belastende documenten, die dan in handen zijn van de ­Engelse bezettingsmacht, nooit aan de Amerikanen worden doorgespeeld, blijft Quandt tijdens de Nürnberg-processen een aanklacht bespaard. Zijn rol in het Derde Rijk wordt afgedaan als die van een meeloper. Het heeft er althans alle schijn van dat zijn medewerking aan de nazigruwelen niet werd gedreven door ­politieke overtuiging, maar door zakelijk opportunisme. Een mager excuus, maar in zijn memoires laat hij optekenen dat hij het betreurt dat niet meer mensen voorafgaand aan de oorlog 'Mein Kampf' hebben gelezen: "Misschien was het meest gruwelijke hoofdstuk uit de Duitse geschiedenis ons dan bespaard gebleven. Ik neem het mezelf kwalijk dat ik Hitler niet serieuzer heb ­genomen."

In 1954 overlijdt de spijtoptant op 73-jarige leeftijd. Op dat moment worden zijn beide zoons, Herbert uit zijn eerste en Harald uit zijn tweede huwelijk met de latere mevrouw Goebbels, ieder voor de helft eigenaar van het opgebouwde familievermogen. De halfbroers verdelen de taken; Harald bekommert zich om de metaalindustrie en ­machinebouw, Herbert zorgt voor de textiel-, chemie-, elektro- en autobouwtakken. In dat laatste ligt voor Herbert een zware uitdaging te wachten. De erfenis omvat namelijk onder meer een 10 procent belang in Daimler-Benz en 30 procent BMW. Laatstgenoemd merk zit eind jaren vijftig in zwaar weer en de raad van bestuur ziet geen andere uitweg dan de hele boel aan rivaal Daimler-Benz te verkopen. Quandt wil daar aanvankelijk in mee, maar raakt onder de indruk van het verzet van de medewerkers en vakbonden. In plaats van de verkopen, stopt hij zoveel eigen vermogen in BMW dat hij 50 procent in handen krijgt en de overname kan tegenhouden. Hij neemt daarmee een enorm risico, maar weet de banken te overtuigen en het saneringsplan dat hij in gang zet, sorteert effect. Een nieuwe modellenreeks (Neue Klasse, begonnen met de 1500) pakt heel succesvol uit. In 1964 is het bedrijf weer ­gezond en vanaf dan gaat het alleen maar verder bergopwaarts.

Hobbypiloot
Halfbroer Harald doet in die jaren voornamelijk van zich spreken als hobbypiloot en dat kost hem uiteindelijk zijn leven. In 1967 vliegt hij met het zakenvliegtuig van de ­firma in het noordwesten van Italië tegen een bergwand, waarschijnlijk nadat alle ­instrumenten zijn uitgevallen. De precieze toedracht van het ongeluk is nooit opgehelderd. Zijn deel van het familiekapitaal wordt sindsdien beheerd door zijn vijf dochters.

Herbert Quandt weet ondanks zijn drukke zakenleven genoeg tijd vrij te maken voor de aangename kanten des levens. Hij trouwt driemaal, wat vier dochters en twee zonen oplevert: Sylvia, Sonja, Sabina, Sven, Susanne en Stefan.

Wanneer Herbert Quandt in juni 1982 overlijdt, is het zijn derde vrouw Johanna die de zakelijke teugels van de familie overneemt. In 1926 geboren in Berlijn als Johanna ­Maria Bruhn is ze midden jaren vijftig als diens nieuwe assistente het kantoor van Herbert komen binnenlopen en al snel weet ze haar baas zakelijk te beïnvloeden. In 1960 wordt Johanna de derde mevrouw Quandt en krijgt het stel twee kinderen, Susanne en Stefan. Omdat Herberts altijd al slechte gezichtsvermogen afglijdt naar totale blindheid, leest Johanna haar echt­genoot dagelijks alle financiële kranten voor. Hierdoor heeft ze tegen de tijd dat haar man overlijdt een uitstekend zakelijk inzicht ontwikkeld. Het weduwschap levert haar 16,7 procent BMW op en ze treedt toe tot de raad van commissarissen, waar ze ­later vicevoorzitter van wordt.

Het is met name Johanna Quandt die grote waarde hecht aan een anoniem bestaan, maar dat genoegen wordt haar op haar oude dag niet langer gegund. In 2007 zendt de Duitse zender ARD een ­documentaire uit met de titel 'Das Schweigen der Quandts/The Silence of the Quandts' (het stilzwijgen van de Quandts), waarin de betrokkenheid van de ­familie bij de nazimis­daden tijdens de Tweede Wereldoorlog ­genadeloos worden onthuld en aan de hand van talloze ­documenten wordt aangetoond dat het familiekapitaal grotendeels over de ruggen van oorlogsslachtoffers verworven is. De dwangarbeiders in de accufabriek werden aan dodelijke gassen blootgesteld en ­Günther Quandt 'bestelde' tachtig nieuwe gevangenen per maand bij de nazi's om de slachtoffers te vervangen. Alleen Sven Quandt, zoon uit Herberts tweede huwelijk, werkt mee aan de uitzending, maar hij maakt de verontwaardiging alleen nog maar groter door elke vorm van schuld af te wijzen. "We moeten eindelijk eens proberen dit te vergeten. In andere landen zijn ook dergelijke dingen gebeurd, daar hoor je niemand meer over." Dat Sven Quandt met zijn dure motorsporthobby (X-Raid, Dakar) lekker geniet van dat vermeend vuile geld, maakt zijn bagatelliserende uitspraken er niet fraaier op. Stefan Quandt vergoelijkt het tegenover het ­Handelsblatt later met de woorden "Mijn neef was niet op die vraag voorbereid."

Achter de tralies
Ellende genoeg voor de Quandtjes, maar een ongeluk komt nooit alleen. Kort voor de pijnlijke onthullingen in de documentaire knoopt Susanne een buitenechtelijke ­affaire aan met een Zwitser, die haar met gladde praatjes forse sommen geld weet te ontfutselen. Maar wat ze niet weet, is dat deze Heig Sgarbi een lange staat van dienst heeft in het verleiden en afpersen van rijke, eenzame dames en dat hij een handlanger heeft die de liefdesdaad heeft gefotografeerd en gefilmd. Wanneer Susanne Klatten na de ARD-onthullingen een eind maakt aan de affaire, komt Sgarbi met de compromitterende beelden op de proppen en eist hij opnieuw geld. Maar ditmaal toont Klatten de ballen die je van Duitslands rijkste zakenvrouw mag verwachten. Ze biecht alles op aan haar man en neemt haar afperser zo de wind uit de zeilen. Op de afgesproken plek van de overdracht wacht niet Susanne Klatten met een koffer geld, maar een ­arrestatieteam met getrokken wapens. De Zwitserse oplichter verdwijnt vervolgens voor zes jaar achter de tralies. Zijn excuus dat hij handelde uit wraak voor wat de Quandts zijn Joodse grootvader zouden hebben aangedaan, weet de rechters niet te overtuigen. Dat kan natuurlijk niet verhinderen dat de affaire breed wordt uitgemeten. Klattens escapade vindt zelfs zijn weg van de lakens naar het witte doek, met als pijnlijk resultaat een verfilming van de zaak, 'In der Falle'.

Betere toekomst
Maar, als we een oud gezegde even mogen verbouwen: ongelukkig in de liefde, gelukkig in het spel. Volgens berekeningen van het Duitse Manager Magazin waren Susanne en haar broer Stefan afgelopen jaar goed voor dertig miljard euro. Dat biedt natuurlijk wel wat speelruimte wanneer een louche playboy je het vel over de oren probeert te trekken. En al hebben de Quandts dan nooit de spijt betuigd die menigeen graag had willen horen over de herkomst van hun spaarcentjes, Susanne heeft vorig jaar maar liefst honderd miljoen euro gereserveerd om maatschappelijk minderbedeelden een betere toekomst te geven. Een aflaat waar je U tegen mag zeggen en waar halfbroer Sven nog wat van kan leren met zijn raceteam. En ondertussen is de grip van de Quandt-nazaten op BMW onverminderd groot. In de raad van bestuur zoek je ze tevergeefs, maar zowel Stefan Quandt als Susanne Klatten hebben sinds 1997 een zetel in de raad van bestuur, waarbij Stefan sinds 1999 vice-voorzitter is. Stefan bezit 29 procent van de aandelen, Susanne 21 procent, waarmee ze samen precies de helft in handen hebben. De andere helft is van diverse institutionele en particuliere beleggers. En dat zijn heel gezonde aandelen; hoewel de winstgevendheid van BMW vorig jaar wat tegenviel, zitten zowel omzet als afzet bij BMW nog steeds aardig in de plus. In 2016 werd het recordaantal van 2,4 miljoen auto's wereldwijd verkocht. Hoe anders had dat kunnen lopen wanneer Herbert Quandt in 1959 niet met zijn vuist op tafel had geslagen.

Dit verhaal verscheen eerder in AutoWeek 13/2017

PRIVATE LEASE BMW

Lezersreacties (152) (gesloten)

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

Reactie verwijderen

Weet je het zeker dat je dit bericht wilt verwijderen?

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens

De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.