Rij-impressie Audi S1
Van kippenvelkanon tot allemansvriend
101 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
Voor autoliefhebbers heeft de naam Audi S1 een magische klank, vanwege de rallysuccessen die het merk met die auto behaalde in de jaren tachtig. Het model dat nu zijn naam erft heeft weinig te maken met die speciale Sport Quattro, maar lijkt op papier een minstens zo smaakvol bommetje. We proberen de driedeurs in Zweden.
Audi S1. Zelfs voor kinderen die de jaren tachtig voornamelijk vanaf hun speelkleed en vanuit een boomhut hebben beleefd, kleeft er een magische klank aan die typeaanduiding. Het was in dat decennium dat Audi de S1, feitelijk de rallyvariant van de markante Sport Quattro, inzette in het Groep B-rallykampioenschap.
Dat was de auto waarmee ijzervretende stuurmanskunstenaars zoals Stig Blomqvist en Walter Röhrl indrukwekkende prestaties neerzetten. Waarom de auto zo veel kippenvel gaf? Zoek maar eens wat video's op uit die tijd en vergaap je aan de S1, die met zijn vijfcilinder en vierwielaandrijving al brullend en vuurspuwend over de proeven stoof.
De nieuwe Audi S1 heeft weinig met die illustere rallyauto te maken Dit-maal siert het logo namelijk niet de koets van een coupé met wat vreemde proporties, maar de carrosserie van een compacte hatchback. Voortaan staat S1 voor de sportieve topversie van de A1, die overigens ook als driedeurs én als Sportback leverbaar wordt.
Geen vijfcilindermotor voor de S1 van nu. Hij heeft namelijk een direct ingespoten benzinemotor met víer cilinders. Wel wordt ook deze krachtbron kunstmatig beademd door een turbo, waarmee het vermogen uitkomt op een mooie 231 pk. Geen slechte score voor een auto in het B-segment. De prestaties zijn dan ook indrukwekkend: de S1 sprint in 5,8 s van 0 naar 100 km/h en raast door tot een begrensde top van 250 km/h.
Zelf aan de bak
Een andere overeenkomst met de klassieke S1 is de aanwezigheid van Quattro-vierwielaandrijving. Waar de oude rallyheld dat systeem vooral gebruikte om zijn tegenstanders het leven zuur te maken, benut de nieuweling de vierwielaandrijving vooral om de aandrijfkrachten zo efficiënt mogelijk op de weg te krijgen. In principe gaat de kracht naar de voorwielen, maar zodra de sensoren merken dat die het zwaar krijgen, treedt een lamellenkoppeling in de achteras in werking en krijgen de achterste wielen maximaal 50 procent van de power voor hun kiezen. Het zorgt ervoor dat je met de S1 heel gemakkelijk en bovendien snel een bocht door komt.
Zelfs op een gravel-achtige ondergrond blijft de auto heel mooi de ingezette koers volgen. Je zult niet verrast worden door onrustige aandrijfreacties. Amusant is dat de stabiliteitsregeling van de opper-A1 helemaal uit kan: mócht je op een besneeuwde parkeerplaats eens gek willen doen, dan kun je de S1 in een vierwieldrift krijgen. Al is de Audi dan nog steeds geen wildebras, want om de achter-kant 'om' te krijgen, moet je behoorlijk op het gas gaan staan. Het is duidelijk dat de S1 het fijn vindt om de controle te behouden, zoals alle snelle Audi's.
En toch breekt de S1 op een prettige manier met een recente trend. In tegenstelling tot zo'n beetje álle hete hatchbacks van het moment, heeft dit bommetje namelijk een hand-geschakelde versnellingsbak. Een S-tronic is niet leverbaar, en dat is een uitstekende keuze van Audi, want de handbak bezorgt de S1 nét dat randje lol dat de auto kon gebruiken.
Juist omdat de aandrijflijn z'n werk met zo veel overtuiging en souplesse doet, is het heerlijk om – letterlijk – zelf aan de bak te mogen. Hoewel de zestrapstransmissie geen extreem korte schakelwegen heeft en dus niet heel sportief aanvoelt, geeft hij je het gevoel dat jij zelf lekker mag stoeien met je auto; experimenteren met heel and toe bij het aanremmen van een bocht, eigenhandig het ideale schakelmoment vinden, dat maakt rijden in deze auto zó aantrekkelijk.
En toch, wanneer je het adrenaline-niveau weer wat laat zakken, voelt de S1 al heel snel weer aan als een 'gewoon' Audi S-model. De eerste kilometers ben je nog erg onder de indruk van de snelheid van de S1 en de beheerste manier waarop de auto zich een bocht laat in loodsen, maar na een halfuurtje voelt het alsof je de auto al jaren kent. Dan daagt hij je niet uit, maar is hij vooral een goede gastheer.
En dat heeft ook een goede kant. Behalve met zijn sportieve inborst valt de S1 namelijk op door zijn soepel geveerde onderstel. Week zijn de vering en demping niet, maar met name de achteras kan uitstekend overweg met slecht wegdek. Daarmee onderscheidt de Audi zich van andere auto's in zijn segment. De afstemming van het onderstel zorgt ervoor dat de S1 een bovengemiddeld volwassen hete hatchback is. Eentje waarmee je gerust ook lange stukken kunt rijden. De Audi S1 is dus echt een allemans-vriend. In de klasse waarin-ie opereert is dat zeker geen vanzelfsprekendheid.
Bravourebakkie
Het lijkt er sterk op dat het merk uit Ingolstadt zich dat zelf ook realiseert, want wie een S1 wil kopen, mag flink in de buidel tasten. Voor een krappe € 39.000 staat er een 3-deurs voor je klaar, en dat blijft hoe dan ook een enorm pak geld voor een – wat flauw gezegd – opgedirkte Volkswagen Polo. Met deze omschrijving doen we de auto uiteraard tekort, want Audi heeft zeker in technische zin veel uit de kast gehaald om van de S1 een kloppend geheel te maken. En vergeleken bij de A1 Quattro, de op 333 exemplaren gelimiteerde en 65 mille kostende versie die we enkele jaren geleden zagen en waarmee de S1 zijn tech-nische lay-out deelt, zou je de S1 zelfs nog enigszins betaalbaar kunnen noemen.
Nederlanders met een calvinistische inslag raden we aan om dit opvallende bravourebakkie lekker te laten voor wat-ie is. Het is duidelijk dat de S1 flink mag opvallen. Zeker als je hem van het Quattro-stylingpakket voorziet, toont de A1 bijzonder. Er is dan van alles op- en aangeschroefd. Een extra grote achterspoiler, dikkere wielen, Quattro-stickers op de zijkant, sportstoelen met gekleurde kuipen, kekke kleuraccenten in de rest van het interieur en ga zo maar door. Inclusief al die geintjes kost de S1 dan zomaar vijftig mille, maar dan heb je ook wel iets speciaals. En toch, hij is niet in staat ons kippenvel te bezorgen zoals zijn naamgenoot uit vervlogen tijden dat kan. Wij blijven dromen over de S1 uit de eighties. ■
Lezersreacties (101) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.