Rij-impressie Audi R8 V10

Dat de regen met bakken uit de hemel valt en de normaal zo enerverende weg van de Marbella naar Ronda bijna verandert in een snelstromende rivier is toch niet te geloven. Dit is Zuid-Spanje, bijna Afrika! Dat hebben wij weer … de eerste kennismaking met de Audi R8 V10. Rijden met een 525 pk sterk monster, een bolide waarmee de Duitse producent zich nu echt met de top van de sportwagenelite wil meten. Maar misschien heeft deze auto de slechte weersomstandigheden juist nodig. Want wat de R8 5.2 FSI op nat wegdek kan, is ongelooflijk. De volgende ochtend blijkt de moessonachtige regen gelukkig te zijn overgegaan in bewolkt weer met zo nu en dan een buitje. We sturen de über-R8 het Ascari-circuit van Nederlander Klaas Zwart op. Op het rechte stuk knallen we de zesbak van drie in vier. De snelheidsmeter staat op 170 km/h en weer die machtige versnelling. De V10 klinkt bij 3.000 toeren het donkerst, bovenin roffelt hij op een wijze die doet denken aan de manier waarop de hoogtoerige tiencilinder van BMW Motorsport van zich laat horen. De winst in het Audi-blok zit 'm in de laatste 2.700 toeren. Gaat de toerenteller voorbij de 6.000 dan toont hij zijn ware potentieel en schiet hij door naar het maximale toerental van 8.700. Tot op het laatst krijg je een duw in de rug. Een plas loopt over het rechte stuk en de R8 wordt even licht. Maar de Audi geeft je met zijn fenomenale grip meteen weer het vertrouwen. Korte bochten die je te wild instuurt, in een lage versnelling, doen de achterkant even omkomen, maar door tegen te sturen en gas bij te geven zorg je ervoor dat je zelfs zonder de stuurkwaliteiten van een Schumacher deze supersportwagen weer heel snel in het gareel krijgt. Deze 4x4 werkt niet zoals de andere Quattro-systemen van Audi, want maximaal 35 procent van de aandrijfkrachten gaat naar de voorwielen. Daardoor kun je de R8 behoorlijk overstuurd krijgen, maar je weet altijd dat de voorkant bijspringt en dat geeft onder deze natte omstandigheden een prettig gevoel. Dus al die nattigheid helpt ons de R8 V10 nog beter op waarde te kunnen schatten.

Geen nachtelijk nagenieten

Moeten ze zich bij Porsche, Ferrari en uiteraard ook bij zustermerk Lamborghini zorgen gaan maken nu de R8 er ook met V10 is? Dat zeker niet. Want al direct na de start laat de R8 5.2 FSI horen dat hij niet zo'n rauwe adrenalinemachine is als de producten van die drie gerenommeerde sportwagenmerken. Zeker, de V10 laat van zich horen, maar het geluid bereikt bij geen enkel toerental dat fantastische effect wat de zescilinderboxers, V8'en, V10's of V12's van de concurrenten wel lukt. De klanken van die volbloeden beleef je 's nachts in je slaap nog eens en dat is bij deze R8 minder.

Met de Audi blijk je ook heel goed normaal te kunnen rijden. Zeker als je de versie met R-tronic versnellingsbak bij je hebt. We hebben beide transmissies gereden, ook de handbak. De R-tronic is een sequentiële versnellingsbak. Geen automaat met dubbele koppeling dus, maar een gerobotiseerde handbak. In de basis dezelfde die Lamborghini gebruikt voor de Gallardo LP560, de auto waaraan de R8 V10 onderhuids op verschillende onderdelen verwant is. De R-tronic bedien je met flippers die voor een sportwagen vrij klein zijn, maar het gevoel dat ze bieden bij de gangwissel is prima. Je kunt de bak ook in de automaatstand rijden en dan is het relaxt cruisen met de R8. Daarnaast heeft hij echter ook een sportstand. Druk je de sportknop in dan staat de techniek op scherp. In een tiende van seconde ramt het mechaniek de bak in een volgend verzet. En dat voel je! Er gaat een schok door de aandrijflijn. De kortstondige onderbreking van het aandrijfgeweld kan de R8 even een stapje opzij doen zetten. Dan merk je wat een geweldige krachten er aan het werk zijn. Quattro GmbH, ook verantwoordelijk voor de bloedsnelle RS-Audi's, heeft de V10 stijvere dempers en aangepaste vering gegeven ten opzichte van de R8 met de 4,2-liter V8-motor, maar 525 pk en 530 Nm zijn oerkrachten die bedwongen moeten worden. Dus de R8 kan heel lief zijn, maar hij kan ook in een geciviliseerd beest veranderen.

Bij het echte boenderwerk merk je hoe stijf de R8 is. Het aluminium spaceframe, het geraamte van de auto, weegt maar 210 kilo. Dat is nog minder dan de V10-motor in de schaal legt, die is 258 kilo en daarmee 31 kilo zwaarder dan de 4,2-liter FSI V8 die de 'instap-R8'aandrijft. In totaal weegt de V10 1.620 kilo.

De besturing wordt fijner naarmate de snelheid toeneemt. Dan kun je de R8 nog beter plaatsen. Ga je iets te hard een bocht in, dan blijkt gas liften voldoende om de neus van de super-Audi bij het ideale aansnijpunt van de curve te krijgen.

V10 zat er altijd al in

Dat de Audi R8 een V10 zou krijgen stond al van meet af aan vast. In september 2003 liet het merk al de Le Mans Quattro zien, een studiemodel dat akelig veel wegheeft van de R8 zoals we die sinds een kleine twee jaar kennen. En die had al een V10 achter de stoelen liggen, zij het dat die versie twee turbo's en meer dan 600 pk had. Waarom heeft de R8 eigenlijk geen V10 met twee turbo's zoals in de Audi RS6? 'Bij een sportwagen past een hoogtoerige motor beter dan een geblazen krachtbron, die zich weer beter leent voor een snelle zakenauto als de RS6', vertelt dr. Ralph Worret, verantwoordelijk voor de V8- en V10-motoren van Audi. 'Deze 5,2-liter is verwant aan de krachtbron die Lamborghini gebruikt voor de Gallardo LP560. Die motor heeft echter een ander inlaat- en uitlaattraject, en een cilinderinhoud van 5,4 liter. Er moet altijd onderscheid zijn met Lamborghini.'

De boodschap is duidelijk. De R8 V10 mag natuurlijk niet zijn Italiaanse neef, de Gallardo, al te zeer in het vaarwater zitten. Audi mikt met de R8 vooral op mensen die een sportwagen met gebruiksgemak zoeken. Maar bovenal wil Audi in het jaar dat het merk 100 jaar bestaat, laten zien wat het prestatiepotentieel van het merk is. En daar brengt blijkbaar geen economische crisis of groene trend verandering in.

Meer dan twee ton

Wie het feest van 100 jaar Audi wil meevieren, moet minimaal € 210.440 neertellen, de versie met R-tronic kost € 217.410. In het tweede kwartaal wordt de V10 leverbaar. En dat er sprake is van een R8 met V10 in plaats van een V8 is zichtbaar aan de 19-inchwielen, de V10-plaatjes op de zijkant en de aangepaste neus en achterkant. Zo heeft de 5.2 FSI een andere grille en andere luchtinlaten. Verder domineren zwarte lamellen en een zwarte balk rond de kentekenplaat de toch al zo imposante achtersteven. Bovendien heeft de R8 twee ovale uitlaatpijpen in plaats vier kleinere exemplaren zoals bij de V8. Standaard heeft hij volledige led-verlichting. De Nederlandse uitvoeringen staan op achterbanden met de breedtemaat 305 en zijn voorzien van het Magnetic Ride-onderstel, waarbij de schokdempers zich door hydraulische druk aanpassen aan de omstandigheden. Of het alternatieve sportonderstel ook leverbaar wordt, is nog niet zeker. Lijkt ons een verstandige keus, want het maakt de R8 net even puurder. Je krijgt dan ongefilterde informatie over het wegdek.