BMW i4 eDrive40 (2022) #22
autoreview
Signalement
| Uitvoering | i4 eDrive40 |
|---|---|
| Versnellingen | 1, Automaat |
| Bouwjaar | 2022 |
| Jaar van aanschaf | 2024 |
| KM-stand laatst | 41.000 km |
Van hoge koets naar lage hartslag — mijn overstap van iX1 naar i4 eDrive40
- 41.000 km
Er zijn auto’s die je met het verstand kiest, en auto’s die je met het hart bestelt. Mijn vorige auto, de BMW iX1, viel duidelijk in de eerste categorie — al voelde het destijds allesbehalve rationeel. Kort na de persintroductie kreeg ik een sneak preview en besloot ik hem direct te configureren. De auto was nog niet eens leverbaar, maar ik wist het zeker: deze moest het worden.
Ik stelde hem volledig naar mijn smaak samen: alpinweiß, op grote 20-inch wielen, zwarte raamlijsten en dakrails voor dat sportieve contrast. Binnenin koos ik voor donkerbruin kunstleer (of eerlijker gezegd: plastic dat zich als leer voordoet), gecombineerd met donkere houten sierlijsten op het dashboard. Mijn hele vriendengroep vond het eruitzien als het interieur van een bejaarde Duitse zakenman — wat ze “oud wolk” noemden — maar ik vond het juist prachtig klassiek, zeker in combinatie met het zwarte dakhemeltje en die subtiele glans in het hout.
Achteraf gezien bleek dat visuele genot niet helemaal in lijn met het rijplezier. De hoge koets, de 20-inch wielen en de nerveuze besturing zorgden samen voor een ervaring die meer op waakzaamheid dan ontspanning was gericht. Ondanks de twee motoren — voor en achter — en het theoretische 4WD-karakter, voelde de auto nooit echt in balans. En hoewel de looks, uitstraling en acceleratie beslist indrukwekkend waren, bleef er iets knagen: het gevoel dat ik een elektrische SUV reed die probeerde sportief te zijn, in plaats van het te zijn.
⸻
Toen de kans zich voordeed om versneld iets anders te kiezen, heb ik geen moment geaarzeld. De opvolger werd een BMW i4 eDrive40, met het M Sportpakket en gespoten in wat ik zonder overdrijven de mooiste kleur grijs vind die BMW ooit heeft gemengd. Een tint die zich overdag koel en strak toont, maar in avondlicht plots warm en dieper lijkt te ademen.
De i4 is bescheidener aangekleed dan zijn voorganger: 18-inch wielen, zwart kunstleer met alcantara, en grijze sierlijsten in plaats van hout. Geen stoelverwarming, geen stuurverwarming, geen autopilot-functies — dingen die ik in de iX1 eigenlijk wel prettig vond. Maar wat de i4 mist in gadgets, maakt hij ruimschoots goed in gevoel.
De zitpositie is ronduit perfect: laag, sportief, precies zoals een BMW hoort aan te voelen. Het dashboard is iets meer analoog dan dat van de iX1, en dat is stiekem een verademing. De bediening voelt intuïtiever, minder digitaal-dwingend, meer onderdeel van het rijden.
⸻
En dan dat rijgedrag.
De i4 weet precies waar de balans ligt tussen sportief en comfortabel. De luchtvering en het onderstel doen hun uiterste best om de massa van de auto te verhullen — en slagen daar opmerkelijk goed in. In bochten voelt hij compact, strak en communicatief, zonder de harde rand die sommige EV’s hebben. Het is een auto die verrast door rust, niet door spektakel.
De stilte aan boord is indrukwekkend, alleen op hogere snelheden hoor je subtiel de rolgeluiden van de banden — die helaas ook de neiging hebben om vrij snel te slijten. Een bekend fenomeen bij de i4, zo blijkt. Toch weegt dat niet op tegen het gemak waarmee deze auto kilometers vreet. Inmiddels staat de teller ruim boven de 60.000 kilometer, en nog altijd voelt hij aan als nieuw: geen rammeltje, geen slijtage, geen enkel technisch mankement.
Het verbruik is bovendien opvallend efficiënt. Met gemiddeld 18,5 kWh per 100 km presteert hij aanzienlijk beter dan de iX1, die nooit onder de 22 kwam. Zelfs mijn Tesla Model S, die ik vijf jaar reed, zat rond hetzelfde verbruik als de iX1. De i4 bewijst dat efficiëntie en rijplezier prima samen kunnen gaan — iets wat je niet vaak hoort in EV-land.
Het onderhoud? Nauwelijks noemenswaardig. Alleen een klein tikkend geluid uit de airco trok mijn aandacht, maar de dealer stelde me gerust: “Dat hoort bij dit model.” En inderdaad, een korte zoektocht op internet bevestigde het — talloze witte plekken op fora met exact hetzelfde verhaal. Een onschuldig tikje dat ik na een paar dagen al niet meer hoor.
⸻
Conclusie:
De overstap van iX1 naar i4 voelde als thuiskomen.
Waar de iX1 vooral indruk probeerde te maken, maakt de i4 verbinding. Hij laat zien dat een elektrische auto niet per se een technologische etalage hoeft te zijn, maar gewoon een briljant uitgebalanceerde rijdersauto kan blijven. Hij rijdt met het hart, niet met de chip.
Kort samengevat:
• iX1: prachtig aangekleed, maar te hoog, te nerveus, te veel theater.
• i4: ingetogener, maar vol karakter — een fluisterstille Gran Coupé die de essentie van BMW weer terugbrengt.
- Betrouwbaarheid
- Prestaties
- Comfort
- Kosten
- Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja
Beoordeel deze review
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.






Lezersreacties (0)
Reageren