Weblog Joas - Ik kocht mijn oude Peugeot 205 terug
Te leuk om niet te doen
Er zijn van die auto's die je wegdoet, maar altijd een speciaal plekje in je hart houden. Voor mij was dat een Peugeot 205 uit 1995, die ik elf jaar geleden kocht voor €250. Onlangs kwam die weer op mijn pad en ik kon de verleiding niet weerstaan om 'm terug te kopen.
Iedereen herinnert zich zijn eerste auto nog wel. In mijn geval was dat een Fiat Tipo uit 1994 die op sterven na dood was en die ik voor het symbolische bedrag van een euro kon overnemen van een kennis. Een bijzonder verhaal op zichzelf, maar toch is het niet die auto die bij mij het diepst in mijn hart zit. Dat is namelijk de auto die ik daarna kocht, toen de Tipo naar de sloop was gegaan. Met een bijzonder beperkt budget, ik was pas 19 en had een eenvoudig baantje, ging ik op zoek naar een vervanger. Peugeots 205 vond ik altijd al leuke auto's, dus toen ik een rode 1.1 Forever uit 1995 bij iemand voor de deur zag staan met een briefje 'Te koop: €250' achter de achterruit, was de interesse gewekt. Proefritje gemaakt en ik was verkocht. Daar ging ik dan, in mijn hier en daar wat afgeleefde, maar heerlijk rijdende 'Peutje'.

De 205 toen ik 'm net had gekocht
Een jaar genieten volgde. Ik ging ermee naar mijn werk, reed er plezierritjes met vrienden mee en uiteindelijk kwam er nog een weekje vakantie in de Eifel achteraan. Alles deed de 205 zonder gemor. Wel zat de koppeling duidelijk in een terminale fase en was het ook maar zeer de vraag wanneer de distributieriem vervangen was, maar hee, voor die prijs gokte ik het er maar op. Toen was het tijd voor een vervolgopleiding en met een studentenbudget was zelfs een 205 te duur om te blijven rijden. Mijn ouders konden op dat moment echter wel een tweede auto gebruiken en namen de 205 van me over, dus het afscheid werd nog even uitgesteld. Wie had toen kunnen vermoeden dat mijn ouders 'm nog acht jaar zouden rijden!
Trouw familielid
In de loop der jaren raakten mijn vader en ik zo verknocht aan het karretje, dat we vonden dat-ie wel wat uiterlijke liefde verdiende. De achterklep had blanke-lakschurft en dus besloten we die zelf maar over te spuiten. Na flink wat klooien om tot de juiste kleur te komen, mocht uiteindelijk het eindresultaat er aardig zijn. Ook vervingen we de beschadigde achterbumper en hingen we een 'ribbelplaat' op de achterklep om de deuken in het onderste deel van de klep te verbergen. Dat zag er wat ons betreft ook nog eens erg leuk uit, zeker zo op het rood. Mijn vader tikte in België later nog een keer een setje Gentry-wielen op de kop, om 'm nog wat meer 'smoel' te geven en ook maakten we alle kunststof accenten weer netjes zwart.
De 205 kreeg in de loop der jaren van drie verschillende 'hoofdauto's' gezelschap op de oprit van mijn ouders. Nog nooit was er één auto zo lang in de familie, want mijn ouders willen nogal eens van auto wisselen. Toch kwam in 2020 het moment waar ik al die jaren stiekem al een beetje voor vreesde: ze hadden de 205 niet meer nodig en verkochten 'm. Heel even twijfelde ik om 'mijn' 205 terug te kopen, maar ik besloot dat ik er op dat moment maar weinig aan had. Een rationeel besluit, ik drukte de sentimentele gedachten maar even weg. Ik wilde er alleen wel bij zijn toen de nieuwe eigenaar de auto kwam halen, om toch even afscheid te nemen. Dat viel me zwaarder dan verwacht en ik werd echt een beetje sip bij het idee dat ik de NB-FN-68 misschien wel nooit meer zou zien.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en zo kwam ik (mede vanwege het aanblijvende thuiswerken) in 2021 tot het besluit dat er toch best wel weer een 205 kon komen. Vervuld van spijt dat ik de oude 205 had laten gaan, kocht ik een andere rode 205. Een veel nettere, een 1.4 bovendien en een vijfdeurs. Vorig jaar schreef ik daar twee weblogs over. Het was heerlijk om in dat ding rond te rijden, want het bracht zoveel herinneringen boven. Net als de oude 205 was het een betrouwbare metgezel, die me zonder gezeur en met hetzelfde typische ietwat oud-Franse comfort van A naar B bracht. Maar toch, om de zoveel tijd dacht ik achter het stuur van die auto terug aan de 'echte'. Dé 205. De auto waarmee het allemaal begonnen was. Ik betrapte me erop vrij regelmatig de kentekengegevens nog eens op te roepen om te kijken of-ie nog in leven was. Zo ook begin maart van dit jaar, omdat ik wist dat de apk eraan zat te komen.
Voorgoed verdwenen?
Tot mijn grote schrik was de auto afgekeurd en verkocht. Dat was het dan, dacht ik. Ik zat te wachten op een sloopmelding. Na enig speurwerk kwam ik de (inmiddels verlopen) verkoopadvertentie tegen, dus was er nog enige hoop dat hij niet door een sloper maar door een enthousiaste particulier was gekocht die 'm nog wel van een nieuwe apk wilde voorzien. Maar ja, waar? Wie had 'm gekocht? Hij was dertig kilometer bij mij vandaan verkocht, nu kon hij ook zomaar aan de andere kant van het land staan. Net op het moment dat ik de hoop opgaf om de auto nog op te sporen, gebeurde het totaal onverwachte. Ik reed in mijn 'nieuwe' 205 door mijn woonplaats en spotte plots in mijn binnenspiegel een rode 205. Niet achter me op de weg, maar op een oprit. Sterker zelfs, op de oprit van iemand die ik ken. Het was de NB-FN-68. Ik herkende 'm direct.
Stomverbaasd liep ik een rondje om de auto en appte ik die kennis (hij was op dat moment namelijk niet thuis) om 'm te vertellen dat hij mijn oude 205 had gekocht. Hij wilde de auto inderdaad onder handen laten nemen en er een nieuwe apk op regelen. Als dat was gelukt, dan mocht ik een rondje komen rijden. Zo geschiedde. Ik had maar een paar kilometer nodig om het eigenlijk al zeker te weten: ik ga 'm terugkopen. Hij reed nog steeds fijn, zij het met de nodige nieuwe bijgeluiden. Wel was de zelf herspoten achterklep weer hondslelijk geworden, was het blok natter dan de Schotse Hooglanden en zat er een venijnige kraak in de ophanging vooraan. Het nostalgische gevoel overheerste echter alles en was natuurlijk doorslaggevend. Een paar dagen later parkeerde ik 'm daarom bij mij voor de deur. Hij was weer thuis.

Kort na de hereniging (Foto: Jurian Hannewijk)
En nu?
De veel betere rode 1.4 is inmiddels verkocht en nu heb ik dus mijn gebrekkige oude 205je ervoor in de plaats terug. Een ruil die niemand op rationele basis zou doen. Sterker zelfs: als ik de auto niet terug had gekocht, was hij er waarschijnlijk over een jaar niet meer geweest. Zoals gezegd was het blok kletsnat en ook is het uiterlijk niet echt meer om over naar huis te schrijven. Eerst maar eens de brug op, dat ding. Dat viel me eerlijk gezegd nog mee: de auto is nog volledig hard, er is in de loop der jaren al het één en ander vervangen dat voorlopig nog wel een hele tijd mee kan en het blok loopt nog goed. Maar goed, die olielekkages... Dus hup, alle pakkingen vervangen, gelijk een nieuwe distributieriem en waterpomp erop. Eerst maar eens zorgen dat dat safe zit. Zo gezegd, zo gedaan.
De kraak in de ophanging dan? Dat blijkt een stokoude veerpoot te zijn. Die wordt nog vervangen, binnenkort mag hij dus weer terug de brug op. Dan zijn we er natuurlijk nog niet, want met het technische verhaal op orde verschuift de aandacht naar de buitenkant. De rode lak is (dat was al toen ik 'm kocht) oranje verschoten. Niet dof, maar wel verkleurd. Hopelijk kan een polijster daar eer aan behalen, al zal het niet zo 'eenvoudig' zijn als bij een dofroze geworden rode auto. Als dat gedaan is, wil ik de achterklep professioneel in een zo goed mogelijk matchende kleur laten spuiten en ook hier en daar wat 'spotrepairs' uit laten voeren. Dan zijn er ook de wielen nog. Leuke dingen op zich, maar ik had er zelf niet voor gekozen. Ook ontbreken alle naafkappen inmiddels en die zijn of niet te vinden, of schrikbarend duur. Er moet dus een andere set komen, al weet ik nog niet precies of ik voor de originele staaltjes of andere 205-wielen ga. Tips zijn welkom!
Hoewel er dus nog een aardige weg te gaan is om mijn oude liefde in de beste staat te brengen waarin ik 'm ooit heb meegemaakt, is de geldmeter natuurlijk met de eerste technische opfrisbeurt al aardig gaan lopen. De aanschafprijs is er nu al bovenop gekomen. Misschien slaat het helemaal nergens op, het is rationeel natuurlijk niet te verantwoorden, maar met deze auto heb ik inmiddels elk rationele argument laten varen. Deze 205 kan ik niet loslaten en hij laat mij kennelijk ook niet los. Anders was hij niet zo stomtoevallig weer op mijn pad gekomen op het moment dat ik 'm misschien wel het meest miste. Welkom terug, Peutje, er komen hopelijk nog een hoop mooie nieuwe herinneringen bij!

Joas van Wingerden
Columnist/schrijver
Als vijfjarig ventje stond Joas zich al samen met zijn vader te vergapen aan moderne en vooral klassieke auto's op de beursvloer van de Rai in Amsterdam. Toen zijn ouders vervolgens ook nog een puntgave Citroën DS gingen rijden, was de liefde voor auto's voor altijd in zijn ziel geëtst. Hij moest en zou er later iets mee gaan doen. Aanvankelijk was het idee om automonteur te worden, maar dat plan verwaterde in de loop der jaren. Tijdens zijn Journalistiekopleiding begon het toch weer te borrelen en kwam hij als stagiair voor het eerst terecht bij AutoWeek. Inmiddels zijn we alweer aardig wat jaren verder en is het toch gelukt om de passie voor auto's te combineren met een vaste baan. De droom om ooit zelf ook een DS te rijden is alleen nog niet vervuld, al staat er in de vorm van een Peugeot 205 wel een oude Fransman voor de deur.