Te koop aangeboden (2)

Volvo 850 Sedanestate T-5r

Dat was het dan. Bij het postagentschap in het dorp beklinken we de overdracht. Ik schud de nieuwe eigenaar de hand. Daarna zie ik mijn onvergetelijke Volvo uit het zicht verdwijnen, met net als ik nog een heel leven voor zich, voortaan zonder mij. Ik geloof wel dat hij in goede handen is, dat scheelt.
Met m'n gevoelens weet ik niet goed raad, zo tegenstrijdig zijn ze. 's Ochtends heb ik in alle vroegte nog een afscheidsrit met hem gemaakt die zwaarder viel dan ik mezelf had toegestaan. Melancholie over het einde van een voor mijn doen lang en gelukkig huwelijk vermengt zich met de tevredenheid over de daad. Er is een tijd van komen en van gaan. Soms ben je klaar met een auto, zoals een ander klaar is met een huwelijk. En ik ga geen 30.000 kilometer per jaar draaien met een collector's item. Binnenkort pruttel ik, vermoedelijk in het soort auto waarmee half Nederland zich voortbeweegt, met 1 op 25 over de Afsluitdijk. Kan ik net doen alsof ik wraak neem op de staat die me in staat stelt bpm-vrij wraak te nemen, zo pijnlijk paradoxaal is autorijden tegenwoordig. Enfin, van de winst kopen we drank en mooie boeken.
Maar toch, vier jaar is vier jaar. Dit was de auto die ik in januari 2007 in Zürich afhaalde en op exportkenteken zelf, het jongenshart bonkend van geluk en trots, naar Nederland reed - waar E., nog woedend over de verkoop van de rode, me in tranen stond op te wachten ('Zo ken ik je weer!'). Die ons naar Frankrijk en Italië bracht. Waarin we de fietsen vervoerden van met een lekke band gestrande kinderen. Waarmee ik in het holst van de nacht half Nederland doorkruiste, met de vertrouwde vijfcilinderruis als baken in het duister. Die me nooit in de steek liet. Die wel een echte R was, for God's sake.
Aan autosentiment kleeft iets ongezonds. Ergens mankeert er iets aan je, als je een emotionele binding denkt te kunnen hebben met een ding. Wat is belangrijker? Een auto of je geluk, je gezondheid, je kinderen, muziek, de liefde? Nou, dat antwoord weet ik nog wel.
Vervuld van die gedachte liep ik bedremmeld van het postkantoor naar huis, waar ik de rode cabrio uit de garage haalde. Langzaam gleed ik door het bos op weg naar Donderen. De zon scheen fel en prachtig. Het uitzicht was nog net zo mooi bij als 's ochtends in de R. Toen wist ik het. Een man moet durven vasthouden, en durven breken.

Lezersreacties (55)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.