Open-Source hennep
Zoals de heer Augustin het pleegt te zeggen: open-source is 'just another business model'. Eigenlijk niks bijzonders dus. In plaats van het geheim houden en patenteren van je uitvinding, doe je het tegenovergestelde: je geeft het vrij. Bij een auto zou dat neerkomen op het op internet zetten van de digitale bouwtekening. Vervolgens kun je in een licentie wat eisen stellen aan het gebruiken en vrijgeven van deze bouwtekening. Zo kun je van mensen verwachten dat zij hun aanpassingen op basis van de bouwtekening ook weer vrij moeten geven. Maar hoe verdien je dan je geld?
In de softwareindustrie heeft het openstellen van de broncode geleid tot een enorme verschuiving. Op servergebied is bijna overal de open-source-variant markleider. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Apache en Linux. De voordelen zijn dan ook groot: er zijn geen licentiekosten, je kunt vertrouwen op een grote community met kennis en ervaring en het is eenvoudig de software aan te passen op jouw specifieke wensen. Ontwikkelingen gaan dus snel en kosten weinig investering. Kortom: open-source ontwikkelen is goedkoper. Wikipedia is zelfs gratis.
Het is dit laatste dat open-source ook interessant maakt voor de auto. Nu kosten ontwikkelingen zo enorm veel geld dat het risico vaak heel hoog is. Daarom duurt het lang voordat nieuwe technologie een weg vindt naar de consument. Wanneer we dit open-source zouden doen, knippen we ontwikkelingen in kleine stapjes en verspreiden we de kosten over een groot aantal producenten. Niet alleen is dat goedkoper, het geeft mensen ook de vrijheid zelf aanpassingen te doen. Dat maakt mobiliteit nog niet duurzaam. Dat doet het nieuwe business model waar Augustin over sprak.
Wanneer een bedrijf met open-source werkt, ligt de focus op dienstverlening. Het bedrijf kan immers geen uniek product leveren, daarvan is de broncode immers openbaar. Wel kan een bedrijf diensten leveren rond dat product die op een unieke manier de markt bedienen. In software betekent dit dat een bedrijf de software voor je op maat ontwikkelt, installeert en onderhoud. Dat is netto vaak veel goedkoper of beter aansluitend dan de 'closed source' variant. Open-source is in dat opzicht 'free' als in 'freedom', niet als in 'free beer'.
Dienstverlening bij auto's bestaat ook al. Verhuur-, lease-, autoschade-, onderhoudsbedrijven, etc. verdienen hun geld niet met het verkopen van auto's. Ze leveren een dienst rond de auto. Voor een dergelijk bedrijf, of nieuw op te richten bedrijven is open-source een welkome kostenbesparing. De focus ligt namelijk op de klant, de berijder. Hij wil misschien helemaal geen auto, maar mobiliteit: de dienstverlening van een auto. Met open-source kan een bedrijf de auto aanpassen op deze vraag uit de markt en afstemmen op het beste leveren van diensten. Open-source auto's zul je straks dus nauwelijks kunnen kopen, maar vooral kunnen huren, leasen, of je erop abonneren.
Deze focus op dienstverlening zorgt dat ook de belangen duurzaam zijn. Het gaat ten slotte niet om het verkopen van meer auto's, maar om het voorzien in een mobiliteitsbehoefte. Hoe slimmer daar met 'kosten' omgesprongen wordt zoals: reparatie, onderhoud, banden, verzekering en jawel: benzine, hoe aantrekkelijker het totale product. Open-source zorgt dat mobiliteit de focus wordt, en niet de auto. Zo kan een simpele redenering van Thomas Jefferson ineens zorgen dat duurzaamheid samenvalt met de vraag uit de markt. En de eerste stap is genomen: kijk eens op www.cmmn.eu